|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Kosovo
|
Rekening van Kosovo
ACHTER DEZE cijfers gaan bovendien ook sociale en politieke kosten schuil. Een huis is relatief snel gebouwd, zeker in Kosovo waar de teruggekeerde vluchtelingen nu al letterlijk de handen uit de mouwen steken. Met buitenlandse hulp kunnen bruggen en wegen in redelijk hoog tempo worden hersteld. In Servië zijn de problemen groter. Zolang Milosevic in Belgrado aan de macht is, wil het Westen geen hulp verstrekken. Het hoopt op een politieke omwenteling, al weet men nog niet van wie die moet komen en heeft men geen garanties dat een nieuwe regering voldoende eensgezind zal zijn om het mes te zetten in de armzalige erfenis van het huidige regime. Zowel in Kosovo als in Servië gaat het dan ook niet alleen om hamers en sikkels maar vooral ook om de wederopbouw van een effectieve sociale infrastructuur. Dat is een proces van veel langere adem. De ervaring in Bosnië leert dat de oorlog daar de hele samenleving heeft ontwricht. Carlos Westendorp, de 'hoge vertegenwoordiger' van de internationale gemeenschap in Bosnië, heeft dat ondervonden sinds hij in deze republiek moet proberen een effectief bestuur van de grond te krijgen en zich daarvoor vergaande middelen heeft toegeëigend. De resultaten stemmen vooralsnog weinig optimistisch. Niet voor niets waarschuwde Westendorp gisteren voor "sociale onrust" in Bosnië, waar veertig procent van de bevolking werkloos is omdat de lokale en federale autoriteiten tot nu toe meer met elkaar in de slag zijn dan met de maatschappelijke problemen. Goede bestuurders en ondernemers kun je niet kopen, die moeten groeien, heeft Westendorp gemerkt. Voor Kosovo en ook Servië geldt hetzelfde.
MAAR WIE gaat dat betalen? In Brussel zijn vandaag de donorlanden bijeen om zich daarover te buigen. In Sarajevo doen de Westerse regeringsleiders dezer dagen hetzelfde, hetgeen vrijdag moet uitmonden in de ondertekening van een 'Stabiliteitspact' voor heel Zuidoost- Europa. Het morele engagement staat niet ter discussie. Maar in materiële zin is er tot nu toe minder consensus te bespeuren. De VS hebben er geen misverstand over laten bestaan dat zij de militaire operatie Allied Force hebben betaald en dat Europa over de brug moet komen voor de civiele operatie die daarop logischerwijs volgt. In Brussel heeft de Amerikaanse regering een miljard gulden toegezegd, op voorwaarde dat de andere donorlanden dit bedrag verdubbelen. De Europese Unie heeft dit jaar 250 miljoen gulden gereserveerd. Pas vanaf 2000 komt er jaarlijks ongeveer een miljard beschikbaar. Het gaat er uiteraard niet om dat de EU een blanco cheque ondertekent. Dat zou ook het verkeerde signaal zijn voor de burgers in Kosovo en Servië, die het uiteindelijk zelf moeten doen. De aanwezigheid van KFOR en een hart onder de riem van de Servische oppositie zijn daarbij behulpzaam. Maar dat is niet genoeg. Indachtig het leergeld in Bosnië is het van het grootste belang dat Europa helpt bij de wederopbouw van de fysieke én de bestuurlijke infrastructuur. Dwang en ook sancties van Westerse kant moeten daarbij niet worden uitgesloten. Want lokale betrokkenheid bij een deugdelijk openbaar bestuur en Europese (financiële) steun dienen hand in hand te gaan. De donorlanden doen er derhalve goed aan niet alleen naar elkaar te kijken.
|
NRC Webpagina's
28 JULI 1999
|
Bovenkant pagina |