|
|
|
NIEUWSSELECTIE VN-waarnemers in India en Pakistan
|
In Vrij Kashmir moeten 'Indian dogs'
wegwezen
MUZAFFARABAD, 25 JUNI. Aan de rand van de stad, waar de rivieren Jhelum en Neelum bij elkaar komen, staat een metershoge raket opgesteld. De rode punt van de Ghauri-raket, de trots van het nucleaire Pakistan, wijst dreigend naar India, een kleine zestig kilometer naar het oosten. 'Srinagar 182 kilometer', staat in het Urdu geschreven op een verkeersbord naast het gevaarte. En even verderop op een rots in het Engels: Indian dogs go home!In Muzaffarabad, de hoofdstad van Azad (Vrij) Kashmir, staat alles in het teken van de Pakistaanse strijd voor de bevrijding van 'door India bezet Kashmir', waarvan Srinagar de hoofdstad is. "Die raket is laatst neergezet bij een demonstratie van de Jamaat-e-Islami, een radicale islamitische partij hier", zegt majoor Zafar. "Nee, deze is niet echt, maar we hebben dit soort raketten wel", voegt de Pakistaanse militair er grinnikend aan toe. De oude, historische weg van Muzaffarabad naar Srinagar door de Jhelum- vallei voert al jaren niet meer naar Srinagar. Bij het dorpje Chakoti, op de bestandslijn tussen India en Pakistan, is het eindpunt. "We worden nu bekeken door de vijand", zegt Zafar als de Pakistaanse legerjeep over een heuvelrug rijdt, acht kilometer voor Chakoti, het laatste dorp aan de Pakistaanse kant van Kashmir. "Daar, op die bergkam recht voor ons, dat zijn Indiase stellingen. Als ze op ons willen schieten, kunnen ze dat. Gisteravond hebben ze geschoten, en twee dagen geleden. Je weet nooit wanneer." De jeep rijdt behoedzaam verder door de groene heuvels en de rijstvelden, die worden onderbroken door boerengehuchten, vluchtelingenkampen van ontheemde Kashmiri's en buitenposten van het Pakistaanse leger. Op de laatste berg voor Chakoti houdt de jeep stil. Majoor Zafar en kapitein Kamran, die de laatste kilometers is meegereisd, klimmen via een steil pad naar de top van de berg en staan plotseling tussen de zandzakken in een diepe loopgraaf die eindigt bij een bunker. Vier jonge soldaten liggen achter een zware mitrailleur en speuren naar bewegingen aan de overkant van de vallei. Op een tafeltje in de bunker liggen drie legergroene verrekijkers en een revolver naast een ouderwetse veldtelefoon. "De Indiërs kijken naar ons", zegt kapitein Kamran. "Ze zitten hier vier kilometer vandaan. Soms beschieten ze ons met mortieren of mitrailleurs, maar meestal richten ze op de bewoners van Chakoti hier beneden. Het dorp ligt op een presenteerblaadje voor de vijand." Bestandslijn is nu frontlinie geworden
Beneden in het dorp blijkt dat de bestandslijn tussen India en Pakistan de laatste weken een frontlijn is geworden. Vijftien doden zijn er al gevallen. Het schooltje werd al eerder getroffen, maar daarbij vielen geen slachtoffers. Een blok van tien winkeltjes in de bazaar is weggeslagen tijdens een mortieraanval vanaf de Indiase berg boven het dorp. Van het kleine hospitaal staan de muren nog net overeind - rondom de puinhopen van het ingestorte dak. Aan de overkant laat apotheker Abbas twee kogels zien die gisteren zijn huisje binnengierden. "Uit Hindustan!", roept hij, terwijl hij de kogels in zijn hand houdt. In de gevel van zijn apotheek, een vierkant hok van beton, zitten grote gaten. Abbas heeft pech; hij woont aan de verkeerde kant van de straat, zegt majoor Zafar. "Deze kant van de straat kunnen de Indiërs zien van boven, de andere kant niet. Je ziet dat daar veel meer winkels open zijn." Terwijl hij spreekt klinken vanaf de bestandslijn even buiten het dorp de doffe dreunen van granaatinslagen. Daarna een paar korte, felle mitrailleurstoten. "Nu bestoken ze de boeren achter deze heuvel, vrijwel op de bestandslijn", zegt majoor Zafar. De bewoners van Chakoti kijken de eerste minuten niet op of om, maar als het dreunen aanhoudt wordt het stil op straat. Een lege jeep met een paar soldaten rijdt het dorp uit, in de richting van de bestandslijn. "Het wordt tijd dat de mensen naar binnen gaan", zegt kapitein Kamran, terwijl de heuvel boven het dorp afspeurt. "Met hun Bofors-geschut schieten de Indiërs tot zestien kilometer op Pakistaans grondgebied, maar dat is hier in de Jhelum-vallei nog niet gebeurd dit jaar. In de Neelum-vallei in het noorden van Azad Kashmir is de laatste weken geen enkel dorp meer veilig. " Karamaleihi, de onderwijzer van de verwoeste school van Chakoti, is komen kijken bij de apotheek. "Ze beschieten onze vallei elke dag", zegt hij opgewonden. "Elk jaar als het voorjaar begint, beginnen ook de gevechten langs de bestandslijn. Vorige maand werden hier zomaar twee vrouwen doodgeschoten op een bergpad. Ze waren met takkenbos onderweg naar het dorp." Toch wil hij niet weg uit Chakoti. "Dit is Kashmir, mijn land, mijn dorp. Ik blijf." Wel vindt Karamaleihi dat India en Pakistan moeten gaan praten over vrede. "Maar de Indiërs hebben een slecht geweten. Zij houden Kashmir al vijftig jaar bezet. Ze vechten liever." Aan het einde van het langgerekte dorp, op minder dan een kilometer van de bestandslijn, verspert een slagboom de weg. "Hier begint de echte no-go-area", zegt majoor Zafar. "Je komt hier binnen het bereik van de kleinere wapens van de vijand." Het einde van de weg naar Srinakar dus. "Daar vechten we voor", zegt hij. "Om de weg naar Srinakar weer open te krijgen en onze moslim-broeders in het bezette Kashmir te bevrijden. Ik hoop dat er nog eens een tijd komt dat ik gewoon naar Srinagar kan rijden, als Kashmir helemaal bij Pakistan hoort."
|
NRC Webpagina's
25 JUNI 1999
|
Bovenkant pagina |