|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
|
Voorlopig besluit Van der Ploeg
'Beeldinstituut moet naar Rotterdam'
Door onze kunstredactie
Een werkgroep, bestaande uit de directeuren van de vijf betrokken instellingen onder leiding van een onafhankelijk voorzitter, moet voor 1 oktober een architectonisch en financieel plan maken voor het nieuwe instituut. Pas daarna neemt Van der Ploeg een definitief besluit. "De overtuigende en enthousiaste wijze waarop Rotterdam zich profileert als centrum en vestigingsplaats voor bedrijven en instellingen op het gebied van de mediatechnologie alsmede de wijze van omgaan met de vele culturen die Rotterdam rijk is" ligt ten grondslag aan het besluit van Van der Ploeg, die daarbij het eerder uitgebrachte advies van de Raad voor Cultuur heeft overgenomen. In het IBC moeten het Nederlands Foto Instituut, het Nederlands Fotoarchief, het Nationaal Fotorestauratie Atelier, het centrum voor nieuwe media V2, Rotterdam, en het nu nog in Amsterdam gevestigde Filmmuseum gezamenlijk worden ondergebracht. De gemeente Rotterdam stelt het voormalige pakhuis Las Palmas op de Kop van Zuid beschikbaar voor de vestiging van het nieuwe instituut. Ook Amsterdam was in de race als vestigingsplaats voor de instelling. In zijn brief sluit Van der Ploeg de betrokkenbeid van Amsterdam bij de totstandkoming van het ICB overigens niet volledig uit. Gezien de ontwikkelingen binnen de verschillende disciplines op het gebied van de beeldcultuur is "intensieve samenwerking tussen de instellingen op dat gebied zeer wenselijk, zelf onvermijdelijk", aldus de staatssecretaris. Hij noemt daarbij naast Amsterdam onder meer Groningen. De instellingen zouden gezamenlijk met het IBC een netwerk moeten vormen waarbinnen informatie-uitwisseling, bruikleen, programmeringsafspraken en andere vormen van samenwerking gestalte kunnen krijgen. Deze 'satellietstructuur', voorgesteld door de Groningse Noorderlicht- organisatie, werd ook door de Raad voor Cultuur onderschreven. Van der Ploeg schrijft binnenkort contact op te zullen nemen met het Prins Bernhard Fonds (PBF). Het PBF beheert het legaat van jurist en amateur-fotograaf Hein Wertheimer (25 miljoen gulden) dat bestemd is voor de oprichting van een fotomuseum. Dit fotomuseum, dat door het PBF-bestuur bij voorkeur in Amsterdam zou moeten worden gevestigd, zal eveneens deel uitmaken van het IBC. Filmmuseum niet blij met besluit Van der Ploeg Door onze kunstredactie
Tegenover de teleurstelling in Amsterdam staat vreugde in Rotterdam. Loek van der Molen, directeur van het Nederlands Foto Instituut, reageert verheugd. "De samenwerking tussen de verschillende visuele disciplines kan nu eindelijk op de rails worden gezet." Van der Molen benadrukt dat het daarbij geenszins gaat om een fusie tussen de verschillende instellingen. "Het is zeker niet onze bedoeling om alles op één hoop te gooien." Van der Molen reageert daarmee op uitspraken van Prins Bernhard Fonds-directeur Meerdink die liet weten bang te zijn dat de fotografie binnen het beoogde multimedia-instituut zal 'ondersneeuwen'. Van der Molen: "Wat de deelnemende instellingen beogen is samenwerking op de raakvlakken. De fotografie zal duidelijk een eigen positie binnen het instituut krijgen. Sterker nog, de huidige opzet maakt het mogelijk om eindelijk eens een volwassen fotomuseum op te zetten." Over samenwerking met instellingen elders: "Als instituut hebben we een verantwoordelijkheid voor de infrastructuur. Ik hoop dat het besluit voor Amsterdam geen reden is zich terug te trekken op lokale stellingen." Ook Flip Bool, directeur van het Nederlands Fotoarchief, ziet een rol weggelegd voor andere instellingen. Bool: "Ik gun het Rotterdam van harte. Het plan voor een instituut voor beeldcultuur is hier geboren en door de gemeente zeer goed opgepakt. Het zou zuur geweest zijn als het naar Amsterdam zou zijn gegaan. Anderzijds is er in die stad duidelijk behoefte aan een podium voor fotografie. Ik vind dat er op korte termijn overleg met de stad gevoerd moet worden om te zien hoe er additioneel bij het Rotterdamse instituut in Amsterdam iets kan worden opgezet." Volgens Bool past een dergelijke opzet binnen de plannen van Van der Ploeg. "Hij legt de nadruk op samenwerkingsverbanden in den lande. daar zouden ook andere steden bij betrokken moeten worden." Wat het publieksbereik betreft zegt Bool "niet pessimistisch te zijn". "De stad zal er hard aan moeten trekken, harder dan in Amsterdam. Maar het moet kunnen. De fotografen in Amsterdam zullen ongetwijfeld klagen over de afstand, maar dat vind ik eerlijk gezegd een kinderachtig argument." Het Prins Bernhard Fonds dat eerder besloot het uit het Wertheimer- legaat op te richten fotomuseum in Amsterdam te willen vestigen, reageert terughoudend. Volgs een woordvoerdster zal het bestuur de definitieve beslissing van Van der Ploeg afwachten. "Het PBF heeft de taak het legaat optimaal te besteden. We meenden dat dat in Amsterdam zou kunnen op voorwaarde dat het Foto Instituut en het Fotarchief zouden verhuizen. Nu aan die voorwaarde niet voldaan lijkt te kunnen worden, ligt de zaak weer geheel open."
|
NRC Webpagina's
23 JUNI 1999
|
Bovenkant pagina |