|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Europese verkiezingen
|
Europarlement biedt politici tweede kans
ROTTERDAM, 10 JUNI. Rosa D
Het Europees Parlement houdt, alle reclamecampagnes ten spijt, een
beroerd imago. De instelling mag in de loop der tijd een aantal politici
van naam en faam hebben getrokken, de gemiddelde leeftijd van de
Europarlementariër mag enigszins dalen, het blijft de indruk wekken
van pleisterplaats voor parlementariërs van bedenkelijk allooi. Een
bont gezelschap van volksvertegenwoordigers die thuis geen kans krijgen,
die Europa zien als bron van fondsen en status, of van wie maar
één ding bekend is: dat ze onbekend zijn. Daarnaast biedt
elke verkiezing wel kandidaten in de categorie politiek
variété, zoals de Italiaanse filmster Gina Lollobrigida,
en de Vlaamse liberale Anke Vandermeersch die zei uit de kleren te gaan
als ze een zetel wint.
Hetzelfde België dat oud-premiers als Leo Tindemans en Wilfried
Martens afvaardigde, gebruikt het Europees Parlement nu tevens als
centrum voor tweede kans-politiek. Johan van Hecke bijvoorbeeld,
voormalig voorzitter van de Vlaamse christen-democraten, moest enkele
jaren geleden aftreden wegens een geruchtmakende echtscheiding. Hij
vertrok met zijn nieuwe geliefde naar Afrika, maar is inmiddels weer
terug in België, waar hij kandidaat is voor de christen-
democratische Euro-fractie. "Als je in de Afrikaanse oceaan hebt
gezwommen, is het moeilijk nog in de kleine bokaal te gedijen",
verklaarde Van Hecke zijn keuze voor het Europese Parlement boven het
Belgische.
In dezelfde categorie 'tweede-kansers' valt de Vlaamse socialist Frank
van den Broucke. Enkele jaren na het aftreden van Van den Broucke als
minister van Buitenlandse Zaken omdat hij opdracht had gegeven zwart
geld in brand te steken, bestaat er nog steeds een kans dat een
Belgische rechter hem het leven zuur maakt. Maar voor wie politiek niet
laten kan en de nationale route te riskant is, vormt Europa een mooie
uitweg.
Straatsburg trekt regionalisten en burgemeesters
In Frankrijk bieden de Europese verkiezingen een buitenkansje voor
extreem-rechts om parlementaire eerbiedwaardigheid te verwerven. Le Pen,
Maigret en hun beider varianten van het Front National vallen bij
nationale verkiezingen bijna altijd buiten de prijzen door het Franse
kiessysteem. Doordat bij de Europese verkiezingen een andere procedure
geldt, zijn ze er wel in geslaagd tot Brussel en Straatsburg door te
dringen. Le Pen buit dit succes ook financieel uit. Een verkiesbare
plaats op zijn lijst kost volgens geruchten, de kandidaat een half
jaarsalaris, vooruit te betalen, ongeacht het verkiezingsresultaat. De
interesse van de andere Franse partijen in Straatsburg is minder groot.
Nationale kopstukken als Hollande, Madelin, en Bayrou ogen dan de
lijsten trekken, zodra ze gekozen zijn blijkt Straatsburg ineens
ontzettend ver weg.
In Spanje en het Verenigd Koninkrijk zijn het vooral regionalistische
partijen, die dingen naar Europese status. Het 'Europa van de regio's',
zoals één van de Brusselse reclame-slogans luidt, oefent
op die groepen aantrekkingskracht uit vanwege de fondsen, maar ook
doordat Europa, veel meer dan nationale parlementen, een mooie zeepkist
biedt voor het proclameren van onafhankelijksheidsidealen. Politici uit
Schotland en Wales, alsmede Noord-Ierse politici als Paisley en Hume,
kandideerden daarom graag voor Straatsburg. Catalaanse nationalisten in
Spanje willen via het Europees parlement het recht op een Catalaanse
voetbalselectie realiseren.
Ondanks de soms bizarre wensen van de regionalisten, is de hoop van
critici van de gebrekkige Europese democratie juist op hen gevestigd.
Zij zouden, zo luidt hun redenering, door hun regionale bekendheid een
brug kunnen slaan naar Straatsburg. Dat deze redenering maar ten dele
opgaat, bewijst het Italiaanse voorbeeld.
Al enkele verkiezingen lang zijn er nogal wat burgemeesters onder de
Euro-kandidaten uit Italië. Onder de huidige kandidaten bevindt
zich zelfs, naast landelijke kopstukken als Berlusconi, Bossi en
scheidend Euro-commissaris Bonino, burgemeesters uit Rome,
Venetië, Catanië en Palermo. Als ze gekozen worden, is echter
lang niet zeker dat ze zich veel in Straatsburg zullen laten zien.
Burgemeester Leoluca Orlando uit Palermo, nu Europarlementariër,
bungelde gisteren in het onderzoek van NRC Handelsblad naar presentie in
het Europees Parlement onderaan de lijst. Omdat de burgemeesters hun
baan moeten combineren met 'Straatsburg', komen ze aan het slaan van
een band met Europa niet toe. Bovendien worden ze in de streek eerder
beoordeeld op vraag welke fondsen ze hebben kunnen aanboren, dan op hun
bijdrage aan de Euopese democratie.
Griekenland is één van de weinige EU-lidstaten waarin het
Europees Parlement bij bestuurders in hoog aanzien staat. Een
zittingsperiode in het Europarlement verschaft nieuw aanzien, zeker als
er een vice-voorzitterschap van het parlement aan gekoppeld kan worden,
zoals bij George Anastasópoulos van de rechtse oppositiepartij
Nieuwe Democratie. Helaas schrijft een Griekse traditie voor dat
kandidaten één termijn van vijf jaar mogen dienen, opdat
ook nieuwe - en jongere - figuren aan bod komen. Zo zwaaien nu tot
veler verbazing juist die figuren af die binnen en buiten het parlement
het meeste aanzien hadden: van de regerende PASOK oud-minister
Paraskevas Avgerinós, en van Nieuwe Democratie zelfs een hele
batterij bestuurders.
Wie is Wolfgang Kreissl-Dörffler? Geen Duitser kent hem, behalve
zijn stadgenoten uit Bad Tölz in Beieren. Toch is de vriendelijk
ogende sociaal-pedagoog met baard Euro-parlementariër voor de
Groenen. Zijn onbekendheid past bij de onbekendheid van het Europees
parlement in Duitsland. Slechts zes procent weet een Euro-
parlementariër te noemen, zo bleek onlangs uit onderzoek. Dat het
derde garnituur politici uit het toch Europa-gezinde Duitsland in
Brussel terecht komt, vloeit voort uit de decentrale opbouw van de
Bondsrepubliek. Partijen moeten niet alleen parlementariërs
recruteren voor de Bondsdag, maar ook voor de deelstaten. Dat maakt
gezaghebbende Euro-kandidaten schaars. Het gat wordt gevuld met
onwaarschijnlijke namen als die van Thomas Mann. Over de familieband
met de grote schrijver hult deze kandidaat zich in stilzwijgen, om de
gelijkenis zoveel uit te buiten.
Eén van de weinige oud-ministers onder de Euro-
parlementariërs is de liberaal Helmut Hausmann. Hij blonk tijdens
zijn ministerschap echter uit in kleurloosheid en ondeskundigheid. Oud-
kanselier Helmut Schmidt liet zich ooit over hem ontvallen: "Krijgen we
in plaats van Hausmann ook nog eens een vakman?" Typisch zo'n mislukt
politicus dus, zouden ze bij de Spaanse ontbijtshow hebben gezegd.
Aan dit artikel werkten mee: Steven Adolf, Marc Chavannes, Birgit
Donker, Frans van Hasselt, Marc Leijendekker, Hans Steketee, Ben van
der Velden, Kees Versteegh en Michèle de Waard
|
NRC Webpagina's
10 JUNI 1999
|
Bovenkant pagina |