|
|
|
NIEUWSSELECTIE VVD
|
Ethica buiten de ivoren toren nu zelf ter discussie
Door Joke Mat Nederland is een ondemocratisch land. Heleen Dupuis weet het zeker na wat haar de laatste tijd is aangedaan. Alleen omdat ze in het tv- programma Het Schaduwkabinet zei dat, als het aan haar lag, de Nederlandse grenzen tijdelijk voor asielzoekers zouden moeten worden gesloten, viel heel Nederland over haar heen. Heel Nederland? Nee, ,,een kleine minderheid die het hoogste woord heeft'', zegt Dupuis. Van de grote meerderheid ontving ze zoveel steunbetuigingen, dat ze weet dat ze het goede heeft gedaan. Heleen M. Dupuis, hoogleraar medische ethiek in Leiden, staat op de drempel van de Haagse politiek. Ze is zesde op de kandidatenlijst van de VVD voor de Eerste Kamer en zal waarschijnlijk binnenkort in dit college zitting nemen. De politiek is nieuw voor haar, politiek gevoelige standpunten zijn dat niet. Als 'media-deskundige' heeft ze zich daarmee vanaf begin jaren tachtig nadrukkelijk geprofileerd. De reageerbuisbaby hoort niet in het ziekenfonds, een spermadonor moet anoniem kunnen blijven, vrijwillige actieve euthanasie zou niet strafbaar moeten zijn. Onlangs haalde ze nog het Journaal met haar mening over het toedienen van hormonen aan jonge transseksuelen ('niet doen'). Zo vaak verscheen ze op radio en televisie, dat een medewerker van de NOS die een databank aanlegt van vrouwelijke deskundigen, besloten heeft Dupuis daarin niet op te nemen. ,,Zij wordt toch wel gevraagd.'' Vaak waren haar standpunten voorwerp van kritiek. Toen schrijfster Andreas Burnier haar in de jaren tachtig uitmaakte voor 'nazi' wegens haar ideeën over euthanasie stapte Dupuis met succes naar de rechter. Maar na Het Schaduwkabinet stond Dupuis de afgelopen weken zelf ter discussie. D66-leider Thom de Graaf noemde haar ,,ongelooflijk naïef''. Columnist Jan Mulder in een interview in Elsevier: ,,Haar stem, het houdinkje, haar kapsel, die openbare tuttigheid, niets deugde. Maar wel praatjes over asielzoekers. Vermorzelen dat mens.'' Dupuis sloeg terug. ,,Waarom word je gelijk zó aangevallen'', vroeg ze zich afgelopen zaterdag op hoge toon af tegenover presentator Karel van de Graaf. Ze zag maar een verklaring: Niet zij zelf, maar de vrijheid van meningsuiting is in het geding. ,,Er loopt een aantal mensen rond dat niet meer weet wat democratie is. Dat vind ik haast nog zorgelijker dan de problematiek waar we het nu over hebben.'' De biotoop van Heleen Dupuis is de geneeskunde. Ze werkt aan de medische faculteit van de Rijksuniversiteit Leiden en is sinds tien jaar getrouwd met een KNO- arts. Als dochter van een Rotterdamse huisarts met praktijk aan huis groeide ze op tussen de patiënten. ,,De ochtenden waren een ramp'', zegt Robert Dupuis, een van haar drie jongere broers. ,,Als wij naar school gingen, moesten we door de patiënten heen. Die stonden buiten op straat te wachten. Ik voel nog die priemende ogen in mijn rug.'' Het nadenken over medische dilemma's kregen de kinderen van huis uit mee. In het Nederlands Hervormde gezin was Heleen het talenwonder en studiehoofd. ,,Ze was super-intelligent maar ze had één probleem'', zegt haar broer, die zelf ook huisarts is geworden. ,,Haar wiskunde was een crime. Ze was exact werkelijk een nul.'' Heleen ging theologie studeren in Leiden, niet om dominee te worden maar voor haar algemene ontwikkeling. Aangekomen als ,,lelijke puber'' deed ze bij het vrouwencorps VVSL haar sociale vaardigheden op. De eerste jaren had ze een bijbaantje als verpleeghulp, onder meer om contactlenzen te betalen. Op haar 23ste lag ze zes weken in het ziekenhuis voor een zware operatie, waarvan ze goed genas. Binnen theologie koos ze voor de ethiek, en in 1976 promoveerde ze op een onderzoek naar normen en waarden in de geneeskunde. Als niet-arts verwierf ze zich een solide positie in de medische faculteit, waar ze een kleine vakgroep leidt die studenten geneeskunde medische ethiek bijbrengt. In de loop der jaren schreef ze zo'n 230 artikelen en tien boeken. Volgens haar promotor H.J. Heering, met wie ze altijd contact gehouden heeft, is ze een pionier, de eerste ethicus die, ,,helemaal opgenomen in de medische faculteit, dégene is die het medisch denken mag begeleiden''. Daarbij ging ze de confrontatie niet uit de weg. Vaak sprak ze zich uit tegen het leed dat artsen patiënten aandoen omdat ze irrationeel handelen, slaaf zijn van de medische technologie, zich laten leiden door hun eigen doodsangst. Vorig jaar publiceerde ze hierover het boek Op het scherp van de snede. Goed en kwaad in de geneeskunde.
Collega-huisartsen hebben volgens Robert Dupuis veel waardering voor zijn zus. ,,Ze valt niet zozeer huisartsen aan, meer specialisten. Dat heeft te maken met haar achtergrond. Ze weet dat huisarts een moeilijk vak is.'' Internist A. Dees van het Rotterdamse Ikaziaziekenhuis vindt dat Dupuis ver af staat van de praktijk. ,,Zij stelt dat je iets moet doen of laten als je er voldoende wetenschappelijke argumenten voor hebt. Maar dat is dikwijls achteraf. Als je een patiënt op de poli hebt, weet je nog niet of een behandeling zal falen.'' Ook gaat ze volgens Dees voorbij aan de dagelijkse omgang tussen artsen en patiënten. ,,Ze schrijft bijvoorbeeld dat als het besluit om te stoppen met een behandeling eenmaal genomen is, de uitvoering eigenlijk secundair is. Maar dat is juist wat dikwijls blijft hangen bij patiënten en hun familie.'' Dees vindt dat Dupuis ,,vanuit een ivoren toren als ethica met snelle standpunten komt die een kille, afstandelijke indruk maken. Ze lééft niet echt in de medische wereld''. Gezien vanuit de academische wereld staat Dupuis juist dicht bij de praktijk. Volgens haar promotor Heering betrad zij de ethiek in een periode dat deze uit zijn ivoren toren kwam. Voor de oorlog was deze wetenschap nog het domein van moraaltheologen en artsen. ,,Na de oorlog kreeg je het atoomvraagstuk'', zegt Heering. ,,Iedereen kreeg opeens in de gaten dat het leven vol ethische dilemma's was. De ethicus werd de straat op gesleurd. Niet om te zeggen wat goed en kwaad was, maar om mee te doen in de discussie. Dat lag haar zeer.'' Te zeer, vinden sommigen. In zijn boek Gerede twijfel uit 1993 keert de filosoof G.H. de Vries zich tegen 'beroepsethici' als Dupuis die optreden als dagbladschrijver, talkshowgast en politiek adviseur. Volgens hem staat in de ethiek van deze ethici de ethicus centraal. Uit een analyse van 'De woede van Heleen Dupuis', haar Opzij-lezing uit 1992, concludeert hij dat zij direct betrokkenen bij medische dilemma's (ouders van ernstig gehandicapte baby's, familie van demente hoogbejaarden) reduceert tot figuranten. ,,Degenen die bij elk van deze gevallen betrokken zijn en die in verwarring verkeren over de weg die zij moeten gaan, wordt een omweg geboden. Zij moeten bij de ethicus langs voor een nieuwe moraal inzake leven en dood.'' De Vries vindt dat mensen daarvoor beter bij zichzelf te rade kunnen gaan en dat voor de ethicus de bescheidener rol van 'meedenker' is weggelegd. Ook collega-ethici zijn niet alle enthousiast over de manier waarop Dupuis naar buiten treedt. ,,De mate waarin zij in staat is de aandacht van de media te trekken gaat weleens ten koste van de diepgang'', aldus de Utrechtse ethicus H. van Delden. Zijn collega R. Berghmans uit Maastricht heeft af en toe ,,kromme tenen'' bij haar publieke optreden, bijvoorbeeld toen ze in de kwestie-Dutroux een CDA-Tweede-Kamerlid bijviel die voorstelde alle seksueel delinquenten chemisch te castreren. ,,Dupuis stelde dat dat inderdaad een effectief middel zou kunnen zijn. Maar als je je verdiept in de literatuur zie je dat dat helemaal niet zo is.'' Ook haar standpunt over jonge transseksuelen vond hij wat al te ,,ferm''. ,,Ik vind dat je eerst in de feitelijke achtergrond moet duiken. Anders kom je al snel met stellingnames die de burger in de straat ook uit zijn hoed kan toveren.'' Haar overstap naar de politiek wekt gemengde gevoelens. Filosoof H. Philipse waardeert het, ,,omdat ze het niet nodig heeft. Ze is geen carrièrepoliticus'', maar Van Delden ziet nadelen. ,,Ik zou het vervelend vinden als ze haar populariteit gaat inzetten voor boude, meer door partijpolitiek geïnspireerde uitspraken. Juist door het gezag dat ze al bij het publiek heeft krijgen haar uitspraken een stempel van: 'Dat zegt de deskundige'. Het risico is dat mensen denken: Het is een ethica die het zegt, dus het zal ook wel een ethisch goed doortimmerde uitspraak zijn.'' Dupuis zelf vindt dat het niet uitmaakt of zij dingen zegt als ethica of VVD-politica. ,,Mensen moeten luisteren naar het idee en de argumenten. Dat is het enige dat telt.'' Dupuis bereikte de politiek via een lange omweg. Haar ouders stemden CDA, zelf was ze achttien jaar lid van D66. Haar broer Robert werd begin jaren zeventig lid van de VVD. Zijn zus moest daar niets van hebben, zegt hij. ,,Dat vond ze maar belachelijk. Veel te elitair.'' Haar toenmalige echtgenoot was daar volgens hem niet vreemd aan. ,,Dat was een leraar maatschappijleer. Niet echt links maar wel... anders. Hij was in D66.'' Heleen Dupuis stemde bij de voorlaatste verkiezingen al VVD, terwijl ze nog lid was van D66. Ze noemt oud-VVD-leider Bolkestein een belangrijke factor in haar ommezwaai. ,,Ik vind Bolkestein moedig omdat hij dingen zegt die in Nederland gevoelig liggen. Ik wou dat steunen.'' Bolkestein op zijn beurt is lovend over haar. ,,Een buitengewoon helder persoon, een plezierige verschijning in woord en gebaar''. Haar gebrek aan politieke ervaring ziet hij niet als nadeel. ,,Die had ik ook niet. Dat komt toch nog wel goed soms.'' In de politiek lijkt Dupuis dezelfde rol van 'kritische insider aan de zijlijn' te willen vervullen als in de geneeskunde. Ze ergert zich al jaren aan de macht van de ambtenaren, aan Tweede-Kamerleden die ,,geen primaire discussie willen voeren omdat ze dan in conflict komen met hun streven naar macht''. In de Eerste Kamer, de waakhond van de Tweede, wil ze doen wat ze tot nu toe altijd heeft gedaan: Analyseren wat er aan de hand is, het debat op gang houden. Maar ook politieke ambitie is haar niet vreemd. Onlangs zei ze in Opzij dat ze wel staatssecretaris van Onderwijs wil worden. Haar broer ziet haar dat niet doen. ,,Ze is een slimme tante, een wetenschapper, maar regeren is natuurlijk een ander vak. Daarvoor is meer nodig dan slimheid. Ik denk dat ze er te eerlijk voor is.''
Haar controversiële uitspraak in Het Schaduwkabinet, waarmee ze indirect het Vluchtelingenverdrag ter discussie stelde, is in de VVD behoedzaam ontvangen. Volgens Bolkestein is het ,,iets wat veel mensen denken. Ze heeft een grote mate van gelijk''. In de uitzending zelf, waarbij hij ook aanwezig was, zei Bolkestein overigens er zelf ,,nog niet aan toe'' te zijn. VVD-leider Dijkstal noemde het voorstel ,,technisch onuitvoerbaar'', oud-Tweede-Kamerlid A.L. van der Stoel, bestuurslid van Vluchtelingenwerk, vond het zo radicaal dat het de discussie smoorde. ,,Zo is de kwestie veel te makkelijk af te doen met: Oh, dat vindt mevrouw ervan, het zij zo.'' Huidig Tweede-Kamerlid P. Remak: ,,Ik zou het nooit zo gezegd hebben, maar ze heeft er natuurlijk over nagedacht. Zij is de professor.'' Dupuis neemt de uitspraak niet terug, maar zegt dat ze slechts wilde uitdrukken dat er iets moet gebeuren. ,,Ik hecht niet aan deze specifieke maatregel. Ik heb alleen ruimte gevraagd voor debat.'' Van Delden vindt dat een zwaktebod. ,,Je kunt ook roepen dat alle Turken het land uit moeten en dan zeggen dat het voor de discussie was. Het gaat er ook om welke discussie je oproept en of je hem wel moet oproepen. Zo'n opmerking suggereert dat er een vrijplaats is waar je ongestraft alles kunt zeggen.'' Die vrijplaats is er niet, en zeker niet in de ethiek, vindt Van Delden. ,,Dan ben je terug in de ivoren toren. Juist mevrouw Dupuis zal dat zeker niet willen.'' Curriculum vitae
Geboren op 30 mei 1945 in Rotterdam
1963 Diploma gymnasium A
1970 Doctoraal theologie
1976 Promotie in de godgeleerdheid
1977 Lid D66
1977-1998 Lid Gezondheidsraad
sinds 1979 Lid Commissie Medische Ethiek van het Academisch Ziekenhuis Leiden
1981-1985 Voorzitter Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie
sinds 1986 Hoogleraar Medische Ethiek Rijksunversiteit Leiden
sinds 1989 Lid Commissie Medische Ethiek Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst
1990-1991 Lid Commissie Dunning
1990-1994 Voorzitter bestuur stichting Feministisch Weekblad Opzij
1995 Lid VVD
1997 Lid partijraad VVD
1999 Kandidaat Eerste Kamerlid VVD
|
NRC Webpagina's
|
Bovenkant pagina |