M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Filmfestival Rotterdam geopend met innemende Indonesische film
Straatverkoopster als beschermvrouw
Door HANS BEEREKAMP
De 28ste editie werd gisteravond gewoon geopend in zaal 1 van het Pathé-complex door directeur Simon Field, die de regisseur en de producente-hoofdrolspeelster van de openingsfilm aan de genodigden voorstelde. De Indonesische productie Leaf on a Pillow (Daun di atas bantal) kwam mede tot stand dankzij een bijdrage van ongeveer 60.000 dollar uit het Hubert Bals Fund, de aan het Rotterdamse festival gelieerde organisatie die de productie van film in ontwikkelingslanden ondersteunt. Producente Christine Hakim, die ook de beroemdste ster van Indonesië is, legde gisteravond nog eens uit hoe essentieel die hulp is. Tijdens de afwerking van de film in Australië stortte de roepia in en bleek bovendien een groot aantal filmrollen niet bruikbaar. Wanhopig belde Hakim naar Rotterdam, naar de leden van de festivalstaf die ze alleen bij de voornaam aanduidt, en de volgende dag was een bankoverschrijving binnen die de productie redde. Leaf on a Pillow, geregisseerd door Garin Nugroho, is de eerste openingsfilm van Rotterdam die uit de stal van het Balsfonds komt. Daar zijn behalve filmpolitieke ook alleszins artistieke gronden voor aan te voeren. Inhoudelijk draagt het portret van drie zwerfkinderen in Jogjakarta en hun beschermvrouwe, een straatverkoopster (Hakim), weliswaar weinig toe aan wat we al weten over de zwerfkinderen in Rio, Kairo of Calcutta, maar de soms semi-documentaire, dan weer zorgvuldig geënsceneerde toon van de film plaatst deze in een poëtische traditie, waarvan de Indiase oercineast Satyajit Ray de aartsvader was. Mooi is ook de verbeelding van de invloed van de Westerse cultuur, maar vooral de hartverscheurende en intelligente hoofdrol van Hakim, die de innemende, soms wat te gedragen film naar een hoger niveau tilt. Rotterdam heeft altijd een belangrijke functie gehad voor de internationale verbreiding van Aziatische films, al lijkt de hausse van enkele jaren geleden enigszins voorbij. Volgens de in Hongkong wonende Nederlandse verkoopagent van onder meer kunstzinnige Aziatische films Wouter Barendrecht lukt het niet goed om bijvoorbeeld Chinese filmauteurs een herkenbaar gezicht te geven in Europa; te vaak worden hun films op festivals neergezet als een nieuwe Taiwanese of Chinese film, en niet als de nieuwe Wong Kar-wai of Hou Hsiao-hsien. Toevallig heeft laatstgenoemde Taiwanees een schitterende, maar lastig te volgen nieuwe film in het Rotterdamse hoofdprogramma. Flowers of Shanghai (Hai Shan Hua) speelt zich af in een 19de- eeuws bordeel in de Britse concessie in Sjanghai, maar is vooral een even rigide als interessant formeel experiment, met lange statische shots, waarin de camera alleen naar links en dan naar rechts beweegt. Het is een grensverleggende film, die helaas voornamelijk gezien zal worden als weer een mooie, exotische Chinese kostuumfilm. Een goed ander voorbeeld is Xiao Wu van Jia Zhangke. Het debuut over de ondergang van een zakkenroller wordt vooral waargenomen als een illegale guerrillaproductie, die ons de onderkant van de rurale Chinese samenleving toont, en helaas minder als de bijna Bressoniaanse stijloefening, die het ook is: zeldzaam tegenwoordig, ook buiten Azië.
|
NRC Webpagina's
28 JANUARI 1999
|
Bovenkant pagina |