U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

F I L M   V O O R A F :
Blue in the face

JEROEN VAN BERGEIJK
Bij het zien van Blue in the Face kan de indruk ontstaan dat je in Brooklyn op elke straathoek Belgian Waffles kunt kopen. Helaas moet ik u teleurstellen, een decaf latte is een gangbaarder dan die typisch Amerikaanse wafel. Sterker nog, in heel Park Slope, het deel van Brooklyn waarin Blue in the Face zich afspeelt en waar mederegisseur en auteur Paul Auster (alsmede schrijver dezes) woonachtig is, heb ik nog nooit iemand een Belgian Waffle zien verorberen.

Maar afgezien van deze - overigens zeer vermakelijke - overdrijving is Blue in the Face een accurate en levensechte ode aan Brooklyn, de grootste, dichtstbevolkte en meest multiculturele van de vijf boroughs van de stad New York. Een ieder die een indruk wil krijgen van het alledaagse New Yorkse leven buiten het toeristische Manhattan, moet deze film beslist zien.

Regisseur Wayne Wang en scenarist Paul Auster konden na de opnamen voor Smoke niet genoeg krijgen van de Brooklyn Cigar Co. en besloten nog een film te maken. In zes dagen werd Blue in the Face gemaakt. Naast Harvey Keitel en andere acteurs uit Smoke zien we beroemdheden als Jim Jarmusch, Madonna, Lou Reed, Michael J. Fox en Roseanne acte de présence geven. Blue in the Face is een prachtige exercitie in improvisatie. Sommige scènes werken uitstekend (Jarmusch die met hoorbare spijt zijn laatste sigaret opsteekt) anderen zijn beduidend minder (Roseanne met Brooklyns accent), maar iedereen heeft grenzeloos plezier.

Er nauwelijks lijn in de scènes, maar na een tijdje begint er zowaar iets van een plotlijn zich af te tekenen. Vinnie (Argo), de eigenaar van de Brooklyn Cigar Co., wil tot groot verdriet van uitbater Keitel en de vaste klanten de winkel sluiten. Maar dan verschijnt in een droom Jackie Robinson, Amerika's eerste zwarte professionele honkballer, en komt alles goed.

In ontmoetingen met oudere inwoners van Brooklyn komt vroeger of later de legendarische honkbalclub de Brooklyn Dodgers ter sprake. Een van de personages in Blue in the Face zegt: ,,Het was de slechtste dag van mijn leven toen ze de Dodgers uit Brooklyn haalden.'' (de club verhuisde in 1957 naar Los Angeles, hetgeen volgens velen bijdroeg aan de verpaupering van Brooklyn). En in tegenstelling tot de verkrijgbaarheid van Belgian Waffles is die uitspraak voor menig Brooklynite geen overdrijving. Het is dan ook passend dat de beste Dodger aller tijden zorgt voor de redding van het sympathieke sigarenwinkeltje in Brooklyn.

Blue in the Face (Wayne Wang en Paul Auster, 1995, VS). Canvas, 20.55-22.25u.

NRC Webpagina's
20 JANUARI 1999


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)