U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

'Televisiekijken kan heel gezond en goed zijn'


Televisiekijken is gezond en goed. Deze conclusie trekt Martine Bouman in haar proefschrift over de samenwerking tussen voorlichters en televisiemakers.

Door EGBERT KALSE

DEN HAAG, 13 JAN. Het hoge woord is eruit. Televisie is niet alleen maar slecht, passief en verderfelijk. Nee, televisie kijken is gezond. Tenminste, als er bewust mee wordt omgegaan door de makers van televisieprogramma's en dat gebeurt gelukkig meer en meer. Dit concludeert Martine Bouman, die vandaag aan de Landbouw Universiteit Wageningen promoveert op de invloed van televisie.

Ze noemt het voorbeeld van gezondheidsorganisaties, die het massamedium televisie steeds vaker gebruiken om hun boodschap te verspreiden. Niet opzichtig, in de vorm van bijvoorbeeld een reclamespotje, maar subtieler. In samenwerking met programmamakers wordt de voorlichtingsboodschap in een dramaserie, quiz of spelshow verwerkt, met eventueel een telefoonnummer of adres aan het einde van het programma. Bij deze programma's wordt gezond en sociaal gedrag tot gespreksonderwerp en zo dragen amusementsprogramma's indirect bij aan gezonder en socialer gedrag van de kijkers, stelt Bouman. Het proefschrift van Bouman over the entertainment-education strategy on television verwijst onder meer naar de enkele jaren geleden populaire ziekenhuisserie 'Medisch Centrum West', waarin allerlei emotionele en ingrijpende thema's aan bod kwamen. De presentatie van die thema's in een televisieprogramma creëert een soort intimiteit op afstand, zegt Bouman. Wanneer die intimiteit goed gebruikt wordt, kunnen acteurs rolmodellen worden. Drama kan zo een belangrijk instrument worden voor gezondheidsvoorlichting, aldus Bouman in haar proefschrift.

De rol van televisie is de laatste jaren vaak onderwerp van discussie geweest, waarbij de televisie veel invloed werd toegedicht bij het ontstaan van geweld. Maakt u niet dezelfde fout, maar dan omgekeerd?

,,Dat denk ik niet. De televisie is voor een groot deel van de bevolking de enige bron van informatie. Toen een aantal jaren geleden een gezondheidsverschil werd geconstateerd tussen armen en rijken concludeerde men al snel dat via voorlichting een deel van het probleem opgelost kon worden. En wat is nu een beter medium om de sociaal minder bedeelden te bereiken dan via de televisie, en dan vooral via de populaire programma's.

,,Er is intussen veel onderzoek gedaan naar de negatieve effecten van televisie op mensen, maar zelden of nooit naar de positieve invloed ervan. Met de combinatie tussen educatie en entertainment probeer ik aan te tonen dat televisie ook als positief middel kan worden aangewend. Het effect op de gezondheid is natuurlijk nooit direct, maar ook als er indirect een verbetering in de gezondheid of het gedrag van de mensen optreedt is dat volgens mij de moeite waard.''

Lopen televisiemakers niet het risico van indoctrinatie van de kijker beschuldigd te worden, als ze voorlichting in hun programma's verweven?,,Ik vind het misleidender om dingen niet aan de kaak te stellen in tv-programma's dan om dat wel te doen. Het is misschien wat achterhaald, maar in de tijd dat iedereen al wist dat je veilig moest vrijen, werd er op tv nog niet over gepraat. Programmamakers die zelf geconfronteerd werden met bijvoorbeeld aids-slachtoffers, schreven daar soms zelf spontaan al over. Je kunt scriptschrijvers en programmamakers er wel op attent maken dat die problemen er zijn. Sommigen voelen zich maatschappelijk verantwoordelijk.''

De werkwijze van een televisiemaker en een voorlichter verschilt nogal. U noemt ze in uw proefschrift respectievelijk pauw en schildpad. Hoe wilt u de samenwerking tussen die twee in de praktijk intensiveren?

,,Voorlichters worden door de programmamakers inderdaad gezien als schildpadden: betrouwbaar, maar uiterst traag. De voorlichters op hun beurt zien de mediamensen als pauwen: creatief, maar al snel pronkend. Vaak krijgt de samenwerking na een aantal weken vanzelf vorm. Ik zou het liefst een cursus entertainment-education op de Media-academie willen opzetten om ze aan elkaar te laten wennen. Er is al interesse getoond in mijn studie en plannen.''

NRC Webpagina's
13 JANUARI 1999


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)