U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
teller
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

T V   V O O R A F :
Vechten als mieren op het web

MARIE-JOSÉ KLAVER
Internetgebruikers hebben dit jaar 70 miljoen dollar uitgegeven om on line spelletjes te spelen. Op tientallen sites besteden gamers 10 tot 20 gulden per maand om een spelletje met zichzelf te spelen, of de strijd aan te gaan met tegenstanders die aan de andere kant van de aarde wonen (of in het appartement naast hen). In het jaar 2002 bedraagt de markt voor on line games naar schatting van verschillende Amerikaanse marktonderzoekbureaus bijna 5 miljard gulden. Internetspelletjes zijn verre van nieuw. Tien jaar geleden ontstonden op universiteiten de eerste MUDs (Multi User Dungeon) en MOOs (MUD Object Oriented), tekstgebaseerde werelden waar honderden spelers een fantasie-identiteit aannamen en zich uitleefden in ingewikkelde rollenspelen. Tegenwoordig zijn vrijwel alle on line spellen grafisch en semicommercieel.

Om over een paar jaar een deel van de voorspelde winst te ontvangen, hebben bedrijven als Microsoft, America Online, Yahoo! en Sony de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in game-sites. Ze bieden een uitgebreide keuze uit gratis en commerciële spelletjes, variërend van gedigitaliseerde kaart- en bordspellen tot netwerkgames als Fighter Ace en UltraCorps die twintig gulden per maand kosten.

Er zijn 11.828 spelers on line, zie ik als ik inlog bij de Gaming Zone van Microsoft, een der eerste commerciële sites (www.zone.com) op spelgebied. De meeste gebruikers spelen gratis spelletjes als Ants en Spades. Wie mee wil doen, moet zich registreren en mag in ruil voor enkele persoonsgegevens de games gratis downloaden. Dit duurt ongeveer een uur. Als ik me voor Ants, een grappig spelletje met mierenkolonies, aanmeld, kom ik in een ruimte waar een stuk of 30 spelers zitten te wachten op een nieuw spel. Ik ga naar Game 51 en neem het op tegen de mieren van Foxanator en T-Top Dawg. Meteen heb ik spijt dat ik zo'n suffe nickname heb gekozen. Mijn onervaren blauwe mieren hebben geen schijn van kans tegen de killer ants van mijn tegenstanders. Ze kunnen wel voldoende eten en onderwater zwemmen om tegenstanders te snel af te zijn.

De volgende keer heb ik meer geluk. Terwijl in de hoofdkamer een groepje spelers zich druk maakt over het gedrag van Matt en Jason, die spelletjes bezet houden terwijl ze zelf uitgelogd zijn, word ik aangesproken door Silverraislin. Hij of zij heeft nooit eerder Ants gespeeld en wordt door mij verpletterend verslagen.

Om het gemeenschapsgevoel te versterken wordt bij de spelletjes van de Gaming Zone een klein chatprogramma meegeleverd waarin je de namen van je gamevrienden kunt opnemen. Je ziet meteen wie on line is zodra je inlogt. Ik maak een afspraak met Sho-tan, een nieuwe digitale kennis, om later deze week nog eens Ants te spelen.

Wie een paar keer aan een van de gratis spelletjes meedoet, begrijpt meteen waarom Microsoft bereid is een paar miljoen dollar in een game-site te steken en een paar jaar op de winst te wachten. Elke keer als het spel opstart, vliegt de merknaam groot over het scherm. Wie de smaak van het gamen te pakken heeft, kan zich inschrijven voor toernooien en een voordelig proefabonnement op een van de commerciële spelletjes nemen. Na een maand ben je verslaafd en betaal je 2 dollar per dag of 10 dollar per maand voor een spel. Ook als je je tot gratis spelletjes beperkt, werkt de marketingtruc. Zolang je speelt, zit je in een Microsoft-omgeving. Overal prijkt het logo en de merknaam. Elk spel heeft zijn eigen community, met wedstrijden, chatrooms, discussiegroepen en sites met tips en cheats. Beep, beep, Sho-tan nodigt me uit voor een nieuwe ronde Ants.

NRC Webpagina's
22 DECEMBER 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)