NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Michiel van Nieuwstadt
De platenjongens van Polygram moeten alles uit de kast halen om zonder prijsbederf in handen van de nieuwe eigenaar Seagram te komen. De film- en muziekmaatschappij, nu nog voor 75 procent van Philips, hoopt volgende maand eindelijk voor zo'n 20 miljard gulden van eigenaar te verwisselen. Winstdalingen bij Polygram en de internationale financiële crisis dreigden het feestje te verstoren, maar het Canadese Seagram lijkt niet van plan de verkoop alsnog af te blazen.

Zeker na afgelopen week is er alle reden voor optimisme. Zo verkocht Seagram de filmcatalogus van Polygram eindelijk aan de Amerikaanse filmstudio MGM. De dure deal wordt op die manier voor de Canadezen iets gemakkelijker verteerbaar.

Ook de woensdag gepresenteerde cijfers over het derde kwartaal stemmen tot optimisme. Polygram verraste vriend en vijand met hoge groeicijfers. Jammer is wel dat de cijfers wegens de aanstaande verkoop van de filmactiviteiten 'herschikt' zijn. Ook de resultaten in voorgaande jaren hebben zo'n behandeling gekregen, waarmee de buitenwereld weinig meer kan doen dan het concern op zijn woord te geloven. Polygram kan gelukkig nog even profiteren van de ruime ervaring in het Philips-concern met het opschudden van de resultaten, meestal 'om de vergelijkbaarheid te vergroten'.

Gelukkig hoeft Seagram zich over de toekomst van de platenactiviteiten geen zorgen te maken. In het derde kwartaal stond aanstormend talent als the Bee Gees en Kiss aan de basis van de winstgroei. En wat te denken van de soundtrack van Grease, de vetkuiffilm waarmee al in de jaren zeventig succes werd geboekt? Seagram zal toch niet denken dat het Polygoon heeft overgenomen?

Koekhappen

Erik van der Walle
De schijnbaar heldere term marktaandeel wordt in handen van bestuursvoorzitters een boterzacht begrip. Het lijkt eenvoudig: je snijdt de taart (de markt) in stukken en ieder neemt het deel dat hem toekomt. Philips demonstreerde gisteren aardig hoe het ogenschijnlijk keurig opdelen kan ontaarden in een wild spel koekhappen. President Boonstra claimde een mondiaal marktaandeel van 6 procent in zaktelefoons. De koele cijfers van marktanalist Dataquest weerspreken dat. Philips had in 1997 2,1 procent van de markt. De veranderingen in mobiele telefonie gaan snel, maar niet zo snel. In de marge van de persconferentie meldde financieel bestuurder Jan Hommen dat de 6 procent de Europese en Aziatische markt betreft.

Eerder dit jaar meldde Philips een aandeel van bijna 7 procent in draagbare telefoons. Correct, maar alleen als draadloze toestellen voor in huis worden meegerekend.

De gecompliceerde markt voor mobiele telefonie is een mooi speelveld voor het leggen van claims op een dominante positie. Zo was in 1997 bijna iedereen marktleider. Nokia (in gsm-telefoons in Europa), Ericsson (in abonnees die op de mobiele infrastructuur zijn aangesloten), Motorola (wereldwijd, maar vooral dankzij een sterke positie in een afkalvende technologie).

Gezien Philips' aspiraties is het logisch dat de president meehapt naar de koek. ,,Sommige individuen zijn meer verantwoordelijk dan anderen'', antwoordde Boonstra gisteren vrij naar Orwell toen hem werd gevraagd naar een mogelijk aftreden. En sommige marktaandelen zijn meer gelijk dan andere.