U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Weg met de anonieme promiscuïteit!


Zo'n tien dagen geleden gebeurde het weer. Naar aanleiding van de 'Bill and Monica'-affaire beloofde De Telegraaf de lezers op de voorpagina smeuige verhalen over promiscue politici. Maar binnenin volgde een verhaal met veel same old stories. Geroutineerde lezers van de roddelrubrieken troffen echter geen nieuws aan. Het artikel scheen te zijn bedoeld om de omzichtigheid waarmee journalisten met het privéleven van politici omgaan, aan de kaak te stellen. Het stuk zelf was daar echter een voorbeeld van. Geen nieuws, en het was ook nog van zijn scherpe kantjes ontdaan. De parlementariër Rick van der Ploeg die zijn medewerkster ooit een speelgoed-penis cadeau deed, werd keurig anoniem gehouden als 'PvdA-Kamerlid'.

Deze terughoudendheid moet maar eens ophouden, brieste het CDA-Kamerlid Hans Hillen vorige week in een interview met Opzij. Daarin opende hij de aanval op de liberale cultuur van leven en laten leven.

Hij spoorde de pers aan haar terughoudendheid op te geven en promiscue collega-politici in de schijnwerpers te zetten. Immers: ,,Mensen die op dit vlak gemakkelijk te verleiden zijn, zijn dat misschien ook op een ander gebied. Die zijn niet standvastig.'' De reacties op het Binnenhof waren lacherig, neerbuigend, en overwegen afwijzend. Marjet van Zuijlen, het jonge en succesvolle PvdA-Kamerlid dat ooit de aandacht trok door als pin-up met baard op Internet te verschijnen, betoonde zich een ware volksvertegenwoordigster. Over vreemdgaan zei ze: ,,Het gebeurt hier echt niet meer dan in een ander bedrijf.''

Promiscuïteit en mobiliteit

Toch raakte Hillen een thema dat de gemoederen al langer bezighoudt, niet alleen wegens Bill en Monica. De kinderporno-kwestie, een echtscheidingsgolfje onder top-managers en de Gay Games vormden voor columnisten (Kohnstamm, Fortuyn, Pessers, Van Doorn, Van der List) aanleiding om aandacht te besteden aan normverval. Zien zij dat ook aan het Binnenhof?

Een oud en bekend fenomeen, oordeelt Rita Kohnstamm over promiscuïteit onder politici. ,,Het kabinet-Den Uyl had op het punt van vreemdgaan al een reputatie.'' Maar afgezien daarvan: in de politieke glamourwereld van macht, media en (soms) mooie mensen, gaat het niet anders dan elders in de wereld van Peter Stuyvesant. Promiscuïteit als gevolg van sociale mobiliteit.

Kohnstamm: ,,Wie afkomstig is uit een huis- tuin- en keukenmilieu en in zo'n glamourwereld verzeild raakt, krijgt gemakkelijk te maken met ontwrichting van bestaande relaties.'' Nieuw is wellicht dat de omloopsnelheid van parlementariërs hoger is geworden, waardoor het fenomeen vaker voorkomt. ,,Ik praat dat niet goed, maar begrijp het wel'', aldus Kohnstamm.

Minder begrip heeft ze voor politici over wie al enige tijd de nodige geruchten gaan, en desalniettemin in het openbaar poseren als 'family-man'. Om die reden had de pers naar de zin van Kohnstamm best kritischer mogen schrijven over Wallage. Die zei dat hij mede om gezinsredenen voor het Groningse burgemeesterschap had gekozen. Onwaarachtig, oordeelt Kohnstamm.

Onwaarachtig, vindt ook collega-columniste Dorien Pessers. Aanpakken, dat soort politici, zegt ze dan ook richting pers, al heeft ze daarvoor een andere reden dan Kohnstamm. ,,Want het is uitgerekend het soort mensen dat een baan heeft waarin een actief gezinsleven nauwelijks mogelijk is, dat nu graag koketteert met liefde voor datzelfde gezinsleven.''

Dat betekent niet dat de pers deze koketterie kan gebruiken als vrijbrief om in het privé-leven van politici te duiken, vindt Pessers. Het feit dat politici zelf steeds meer persoonlijke elementen in de politieke discussie brengen, moet niet betekenen dat de pers daarin meegaat. ,,Ik ben erg voor een scheiding tussen het publieke en privé-domein. Politici zijn niet als monogame kluizenaars de politiek in gegaan, maar voor de publieke zaak. De pers moet hun bijdrage daaraan blijven beoordelen.'' Dat geldt Voor Pessers geldt ook voor christen-democraten die als gezinspolitici door het leven willen gaan. Ook van hun privé-domein moet de pers afblijven, vindt ze. ,,Anders kom je altijd in banaliteiten terecht, en raak je in de sfeer van: wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.''

Hypocrisie versus hypocrisie

Meer steun vindt Hans Hillen bij sommige jongere Kamerleden, al is dat vooral buiten eigen CDA-kring. De RPF-ideoloog André Rouvoet (36) zegt: ,,Ik sta niet afwijzend tegen het opschuiven van de pers in de richting die Hillen bepleit. Het zou de pers dwingen na te denken over de vraag welke prive&-acute;gedragingen ze wel en niet schadelijk vindt voor de publieke zaak. Het probleem van de stelling van Pessers is namelijk dat de scheiding tussen publiek en privé-domein ook een bepaald soort hypocrisie in stand houdt. Pers en politiek doen beiden alsof gezagsdragers zich heel honorabel gedragen, maar knipogen ondertussen naar elkaar dat ze wel beter weten.''

Toch is voorzichtigheid geboden, vindt ook Rouvoet. ,,De reputatie van gezagsdragers is gemakkelijker beschadigd dan hersteld. En als ik in De Telegraaf een verontwaardigd artikeltje lees over politici die naar peepshows gaan, en ik kom op de volgende pagina zes rijen advertenties tegen voor diezelfde peepshows, dan is er natuurlijk ook iets flink mis.'' De discussie die Hillen naar de zin van Rouvoet terecht heeft aangesneden, betreft dan ook een ingewikkelde keuze tussen de ene hypocrisie en de andere.

Dat is precies het moeilijke van Hillens pleidooi, vindt diens partijgenote Clémence Ross (41), één van de (voor CDA-begrippen) jonge, nieuwe gezichten in de CDA-fractie. Waar Hillen zegt hypocrisie en decadentie te willen bestrijden, roept hij alleen maar nieuwe onwaarachtigheid op, vreest ze. ,,Als de pers meer op ons privé-gedrag gaat letten, gaan we ons nog verkrampter gedragen dan we nu soms al doen. Een vrolijke en onschuldige knipoog naar een collega kan ik dan niet meer maken. Ik krijg nu al te horen dat ik links ben als ik in een spijkerbroek loop, en dat ik rechts ben als ik een mantelpakje met broche draag. Zo'n sfeer bevorder je alleen maar als de pers het gedrag van politici gaat beschrijven.''

Bovendien weet Ross niet hoe persoonlijk en publiek gedrag verantwoord aan elkaar gekoppeld kunnen worden. ,,Stel: ik rij consequent te hard op de weg. Waar maakt mij dat dan nu precies ongeschikt voor in de politiek?'' Zo vindt Ross ook niet dat Rick van der Ploeg na zijn opmerkelijke cadeau voor zijn medewerkster minder geloofwaardig is als staatssecretaris van cultuur. Een en ander brengt haar tot de liberale conclusie dat de pers beter zoveel mogelijk kan wegblijven uit politieke privé-levens.

Redactie: Kees Versteegh

NRC Webpagina's
31 AUGUSTUS 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)