U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   O P I N I E
 
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  
Zie ook:
Dossier Kinderporno

H O O F D A R T I K E L :
Www.porno.nl


DE ZANDVOORTSE kinderpornozaak heeft voor velen de eigenschappen van het wereldwijde computernetwerk Internet eerst goed duidelijk gemaakt. Ook na inbeslagneming van de computers en diskettes door de politie bleef (en blijft) het pornografische materiaal via Internet beschikbaar. Internet is het medium met letterlijk onbegrensde mogelijkheden - alles wat er aan teksten, afbeeldingen of geluid in de wereld verkrijgbaar is, kan eindeloos worden gereproduceerd en verzonden.

Pogingen van wetgevers, rechters of gebruikers om regels te stellen raken snel achterhaald in de digitale praktijk. Zowel de vraag als het aanbod neemt toe - de informaticatechniek zorgt voor groeiende snelheden en capaciteiten en jaagt de ontwikkelingen op. Internet heeft een fascinerende nieuwe werkelijkheid geschapen, een hallucinante ruimte waarin de vrijheid absoluut en ongeremd is. De bibliotheek van het Louvre is nu voor de hele wereld toegankelijk geworden, net zo goed als de pornocollectie van de buurman op de hoek. Iedere gevestigde krant heeft een eigen website, iedere terrorist of delinquent zijn eigen nieuwsgroep. Internet is een vrijplaats geworden, een asiel voor individuen met een boodschap voor gelijkgezinden. Het heeft geleid tot de grootste informatiewaterval ter wereld van zin en onzin door elkaar.

HOE IN HET wildwestweb orde te houden behoort tot de moeilijkste vragen die er op dit moment zijn te stellen. Menig jurist verlangt naar een nieuwe Hugo de Groot die na het recht van de vrije zee nu het recht van de virtuele ruimte vastlegt. Hoe kunnen de piraten worden bestreden zonder het unieke, grenzeloze karakter van Internet aan te tasten? De strafbaarheid van de makers van kinderporno staat hier buiten - Internet is slechts een medium. Slachtoffers van kinderporno en hun belagers bevinden zich aan wal in de echte wereld, niet de virtuele. Er zijn pogingen tot zelfregulering. De pioniers ontwierpen een zogeheten Netiquette voor de 'netizens', maar de stormloop op het Net heeft die vrijwel onzichtbaar gemaakt. Kinderpornohandelaren hebben er lak aan. Internetaanbieders in Nederland blokkeren op eigen gezag pedofiele nieuwsgroepen, als reactie op klachten van reguliere gebruikers. Maar wegfilteren jaagt de kinderschenners ondergronds, terwijl hun deelname aan Internet ook opsporingskansen biedt. Internet als de grootste verzamelplaats van potentiële daders en slachtoffers, biedt de mogelijkheid met dezelfde computertechnieken wereldwijd te rechercheren. De initiatieven in Beieren en de activiteiten van de FBI zijn niet zonder resultaat, maar ook niet zonder bedenkingen. Opsporingsnormen (infiltratie, uitlokking, datamining) verschillen onderling sterk, zijn zwak gedefinieerd of zelfs onbekend.

DAT INTERNET geen 'rechtsvrije ruimte' mag zijn, wordt inmiddels wel aanvaard. Onder het motto 'wat off line strafbaar is, moet on line ook strafbaar zijn' is het juridisch-politieke worstelen overal begonnen. Het blijkt dan gemakkelijker om de bezwaren van Internetregulering op te sommen dan om aan te geven waar eventuele grenzen moeten liggen. Censuur achteraf zowel als vooraf ligt direct op de loer. Nieuwe vaag omlijnde normen voor elektronische communicatie kunnen gemakkelijk uitwaaieren naar andere media.

Toch valt er wel iets over te zeggen. Zo is het niet onredelijk dat de anonimiteit die veel Internetcontacten kenmerkt aan normen wordt gebonden. De bescherming van de burger tegen criminaliteit mag niet ondergeschikt zijn aan de toevallige eigenschappen van de nieuwste informaticatechnologie. Het moet voor justitie mogelijk zijn criminele handelingen via Internet terug te volgen naar mogelijke verdachten. De grondwet zegt dat de vrijheid van meningsuiting slechts beperkt wordt door ,,eenieders verantwoordelijkheid voor de wet''. Internet moet het afleggen van die verantwoordelijkheid wel mogelijk maken. De leuze 'geen boodschap aan de boodschap' die telecombedrijven doorgaans terecht hanteren is meestal, maar niet altijd, houdbaar. Naarmate aanbieders zich meer toeleggen op het verfijnen van de toegang tot Internet, meer service en selectie bieden, groeit er wel een zekere aansprakelijkheid voor de inhoud van wat zij aanbieden. Van hen kan verwacht worden dat zij naar redelijkheid oog houden op, althans zich niet onverschillig afwenden van wat zij precies aanbieden.

KINDERPORNO via Internet moet niet alleen strafbaar blijven, maar ook opspoorbaar. In beginsel is dat een taak van de overheid, maar juist gezien het ingewikkelde karakter van Internet hebben aanbieders daarin ook een eigen verantwoordelijkheid.

Zie ook:
Dossier Kinderporno

NRC Webpagina's
1 AUGUSTUS 1998



    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)