U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   O P I N I E
( a d v e r t e n t i e )       
InterWad - Praat mee over het Waddenzeebeleid

NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

H O O F D A R T I K E L :
De vloed van olie


DE OLIEPRIJS BEVINDT zich op het laagste niveau van de afgelopen vijfentwintig jaar. Met ongeveer twaalf dollar per vat is de prijs nu even hoog als eind 1973 na de eerste 'olieschok'. In werkelijkheid is de prijsdaling groter, omdat dollars van 1998 als gevolg van een kwart eeuw geldontwaarding minder koopkracht hebben dan dollars van 1973. Ruwe olie, de brandstof van de economie, kost op het ogenblik een schijntje.

Dit heeft verregaande gevolgen. Om te beginnen voor de olie-importerende landen die inmiddels weer gewend zijn aan langdurig lage prijzen voor hun energie. Dat heeft een inflatiedrukkend effect. Er zijn ook andere gevolgen. Milieubeleid in Nederland bijvoorbeeld is meer gebaat bij een hoge olieprijs dan bij beperking van de maximumsnelheid op de wegen, terwijl een lage olieprijs de aardgasbaten voor de schatkist drukt. Anderzijds is het doemdenken over het naderende einde van de energievoorraaden in de wereld gelogenstraft. Het rapport 'Grenzen aan de groei' van de 'Club van Rome' (1972) leek in de tijd van de eerste oliecrisis werkelijkheid te worden, maar van die alarmerende voorspellingen is niets overgebleven.

DE WERELD WORDT OVERSPOELD door olie, en dan is er nog de door de VN aan Irak opgelegde productiebeperking, het land met de op-één-na-grootste oliereserves ter wereld, en van de onontgonnen mogelijkheden van de nieuwe republieken rondom de Kaspische zee. De Kaspische olie- en gasvelden, waarom de concurrentiestrijd nog maar net is begonnen, worden beschouwd als de strategische reserves voor de komende eeuw.

De directe aanleiding voor de daling van de olieprijzen is de economische crisis in Azië. De gekelderde vraag van Japan en de voormalige 'tijgerlanden' leidt tot een overaanbod. De OPEC, de club van elf olieproducerende landen die in 1960 werd opgericht om de oliemarkten naar zijn hand te zetten, is tot nu toe onmachtig gebleken om het aanbod te beperken en daarmee de prijsval te stoppen.

OPEC KAMPT al jaren met problemen van overproductie. Enerzijds omdat OPEC de monopoloïde greep heeft verloren die het in de jaren zeventig had op de oliemarkt, anderzijds omdat de lidstaten zich niet aan de vastgestelde productiequota houden. Belangrijke producenten - de Noordzeelanden, Rusland, Mexico - zijn geen lid van OPEC .

De prijsval heeft directe gevolgen voor landen die afhankelijk zijn van olie-inkomsten. Indonesië, Rusland, Mexico en de Arabische Golflanden verkeren hierdoor in ernstige begrotings- en valutaproblemen. Dit leidt onmiddellijk tot daling van de welvaart. De acute vraaguitval van deze landen - de elf OPEC- landen hebben hun olie-inkomsten dit jaar met eenderde, dat wil zeggen met 44 miljard dollar, zien dalen - zal op den duur gevolgen hebben in de geïndustrialiseerde wereld.

SAOEDI-ARABIE, traditioneel de swing producer van de OPEC, is de afgelopen maanden achter de schermen bezig geweest om een nieuw verbond van olie-exporterende landen op te zetten. Geheime bijeenkomsten in Riad en Amsterdam en een recente OPEC- vergadering in Wenen hebben geleid tot de vorming van een nieuw bondgenootschap. Saoedi-Arabië, Venezuela en niet-OPEC-lid Mexico willen met een informeel akkoord proberen de olieprijzen weer op te krikken naar het niveau van vorig jaar. Andere landen hebben aansluiting gezocht bij het driemanschap en er lijkt zich een informele club van zeven landen te vormen die zich onlangs voor het eerst heeft gemanifesteerd. 'De G-7 van de olieproductie' is de groep al genoemd. Deze landen zijn gezamenlijk goed voor tweederde van de huidige olie-export en voor driekwart van de bewezen reserves. Notoire ontduikers van de productiequota zijn buitengesloten, zodat verwacht wordt dat de groep enige greep op de markt kan krijgen.

EEN TERUGKEER naar het oliekartel van de jaren zeventig, toen economie en politiek kortstondig samenvielen in de macht van de OPEC, ligt niet in het verschiet. De 'nieuwe OPEC ' mist de radicale politieke ideologie van weleer. Maar als regelaar van het aanbod kan een informele club wel degelijk invloed uitoefenen, en daar valt veel voor te zeggen. Net zomin als de extreem hoge prijzen van eind jaren zeventig en begin jaren tachtig zijn de huidige extreem lage prijzen gunstig voor de wereldeconomie. Gezien het prijsdrukkende effect van de reusachtige oliereserves die beschikbaar zijn, is dosering van het aanbod gewenst. Dat kan alleen maar lukken als de 'nieuwe OPEC ' zich pragmatisch opstelt en bereid is langetermijnwinst te laten prevaleren boven kortetermijninkomen.

NRC Webpagina's
4 JULI 1998



    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)