F I L M & V I D E O
|
NIEUWSSELECTIE
|
In: Desmet, Amsterdam Vierjarige actrice overtuigt in Ponette
Door HANS BEEREKAMP
Dat sommige peuters en kleuters weten wat toneelspelen is, zal niemand ontkennen. Maar is dat hun eigen verdienste of noodzakelijkerwijs die van de volwassenen die hen africhtten? De film Ponette, over een meisje dat door het uitleven van gecompliceerde fantasieën de dood van haar moeder bij een auto-ongeluk tracht te verwerken, levert geen eenduidig antwoord op de vraag wat Thivisol zelf heeft bijgedragen aan de zeer overtuigende rol. Zijn de veelvuldige huilpartijen en emotioneel uitgesproken dialogen het resultaat van een interpretatie of was de regisseur haar buiten beeld aan het knijpen? Ik neig ertoe Doillon te geloven dat het mogelijk is om door interviews en workshops met vierjarigen opmerkelijke resultaten te behalen. Een overtuigend argument is het feit dat het spel van Thivisol en haar twee ongeveer even oude tegenspelers Matiaz Bureau Caton en Delphine Schiltz lijkt op dat van de oudere acteurs in andere films van Doillon. Ook Ponette is een geëxalteerd psychodrama, waarin de camera van Caroline Champetier de spelers zo dicht op de huid zit, dat je het er soms benauwd van krijgt. De film heeft allure, zeker wanneer je het vergelijkt met de thematisch verwante recente Nederlandse film Blazen tot honderd, en die was ook al niet slecht. Toch kostte het me moeite om steeds bij de les te blijven, vooral wegens de loodzware, geen lucht latende toon van Ponette. Plotseling schoot me te binnen dat twee van de hoofdrolspeelsters van Doillon, Dominique Laffin in La femme qui pleure (1978) en de tijdens de opnamen twaalfjarige Madeleine Desdevises in La drôlesse (1979), enkele jaren later zelfmoord hebben gepleegd. Het kan toeval zijn, maar er zitten ongetwijfeld risico's aan het zó onder psychologische druk zetten van je jeugdige acteurs.
|
NRC Webpagina's
3 JUNI 1998
|
Bovenkant pagina |