M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Het wordt straks nog druk bij de rechter
Tijn Kramer WIE BETAALT de schade van een ramp die velen met rasse schreden dichterbij zien komen? Het prijskaartje is in ieder geval niet misselijk: het Millennium Platform schat de kosten voor reparaties en mogelijke schadeclaims in Nederland op een bedrag van minimaal 15 en maximaal 40 miljard gulden. Met een dergelijke bedrag in het geding zoeken velen nu al juridische duidelijkheid of veiligheid. Zolang de ramp zich nog niet heeft voorgedaan, durft echter niemand de rekening van een adres te voorzien. Contractueel vastgelegde afspraken bieden in eerste instantie uitkomst als het gaat om aansprakelijkheid. Maar, zoals de landsadvocaat in september 1997 schreef in een advies aan de Tweede Kamer, deze zijn veelal dusdanig verschillend van elkaar dat algemeen geldende uitspraken over aansprakelijkheid niet mogelijk zijn. Per geval moet straks worden bekeken wie gaat betalen. Mr. G.J.H. Houtzagers, compagnon op het kantoor van de landsadvocaat, beaamt dat de discussie over aansprakelijkheid moeilijk is. ,,Daarbij komt dat niet alleen het contract van belang is. Zijn er bijvoorbeeld gesprekken of brieven geweest waarin over het millenniumprobleem is gesproken?''De animo om complexe vragen omtrent aansprakelijkheid nu al op te lossen, is niet bijzonder groot. Premier Kok riep afgelopen november al dat het millenniumprobleem niet voor juristen maar voor technici is. Ook het Millennium Platform en de landsadvocaat onderstrepen dat er voor juridische vragen geen tijd is. De vuistregel lijkt: eerst zorgen dat alles op orde is en niet (nu al) in een juridische loopgravenoorlog terechtkomen. Daarbij ontbreekt simpelweg de tijd voor proefprocedures. Een eenduidige uitspraak van de Hoge Raad valt daarom voor 2000 niet meer te verwachten. De IT -branche en verzekeraars willen of kunnen die datum niet afwachten. Niemand wil straks een onverwacht hoge rekening op zijn bord krijgen. De advocatuur houdt zich dan ook al druk bezig met het millenniumprobleem. De consensus onder advocaten is vooralsnog gelijk aan het advies van de landsadvocaat: de materie is in veruit de meeste gevallen te complex om tot algemeen geldende uitspaken te komen. Belangrijke factor is het gebrek aan jurisprudentie. De zogenoemde 'bewustzijnsdatum' is wel van belang: wanneer had je het moeten weten. In verscheidene landen wordt getracht een vaste datum te prikken om straks een hoop extra juridisch werk te voorkomen. Dit is in Nederland eerder gebeurd bij de rechtspraak over bodemverontreiniging. Toen werd de eerste januari 1975 genomen als omslagpunt. Bij de millenniumproblematiek ligt een dergelijke vaste datum moeilijker. Verschillende landen komen al met diverse jaren (Frankrijk 1990, Duitsland 1995 of 1997). Daarbij lijken voor verschillende jaren argumenten te vinden. Professor Th.J. Mulder, voorzitter van de juridische werkgroep van het Millennium Platform, heeft de bewustzijnsdatum voor automatiseerders op 1 janauri 1995 gesteld: is een product aangeschaft voor deze dag en blijkt dit niet millennium-bestendig, dan moet de afnemer bewijzen dat de schuld hiervan bij de leverancier ligt. Na 1 januari 1995 ligt de bewijslast omgekeerd. Dan is ook nog de te verwachten gebruiksduur van het product van belang. De bewustzijnsdatum is overigens slechts een advies. De rechter zal straks moeten bepalen of dit een redelijke datum is om aan te voeren dat iemand het voor deze dag 'niet heeft kunnen weten'. De rechter heeft echter ook andere data voorhanden. Hoewel al in 1969 de eerste tekenen zich voordeden bij computerbestanden met hypotheken met looptijden van 30 jaar, lijken 1988 en 1993 meer voor de hand te liggen als bewustzijnspunt. In 1988 kwam het - overigens niet dwingende - advies in de automatiseringsbranche vier datumvelden te gebruiken (ISO 8601). In 1993 schreef de Canadees Peter de Jager het in de IT -branche overbekende artikel Doomsday 2000 in het tijdschrift Computerworld. Mr. H. Struik, advocaat en eveneens lid van de juridische werkgroep van het Millennium Platform, meent dat een vaste bewustzijnsdatum straks voor de rechter ook niet echt van belang is. ,,Een heilige datum is niet zo zinnig. Per product kan bijvoorbeeld beter naar de beoogde gebruiksduur worden gekeken. En zo zijn er nog meer factoren.'' Mr. W.F.R. Rinzema, advocaat en voorzitter van de Vereniging van Informaticarecht Advocaten ( VIRA ), sluit zich hierbij aan. Hij verwacht dat daarbij bekendheid met het probleem, het contract en de ondernomen stappen om het probleem op te lossen voor de rechter van belang zullen zijn. ,,Daarbij is ook de juridische relatie van belang. Gaat het om een relatie tussen softwareleverancier en klant, of om een relatie tussen leverancier van andere goederen of diensten en klant. Tot slot moet je ook nog kijken naar het soort schade: is het vermogensschade of zaak- en letselschade en hoe groot is deze?'' In het geval van letselschade meent Rinzema dat de aansprakelijkheid al gauw bij de leverancier zal komen te liggen. ,,Neem een auto of vliegtuig uit 1960. Het is mogelijk dat daarmee wat fout gaat dat leidt tot letselschade. Zelfs al was het probleem in het bouwjaar onbekend, dan zal de rechter snel oordelen dat de aansprakelijkheid bij de fabrikant ligt.'' Maar ook bij vermogensschade zal al snel in de richting van de leverancier worden gekeken. ,,Het hangt er natuurlijk van af wat voor een bedrijf het is. Je mag van Microsoft eerder verwachten dat ze de problemen hebben aangepakt dan van een kleine computerwinkel. Maar het is sowieso van belang allereerst te proberen de schade binnen de perken te houden.'' Rinzema pleit daarom voor een pro-actief beleid: niet alleen het millenniumprobleem aanpakken maar ook juridische zekerheid zoeken - eventueel klanten of leveranciers waarschuwen en, in het uiterste geval, producten van de markt halen. Bijkomende complicatie is de mogelijke ketenreactie: een fout in één computer kan vaak tot complicaties in andere computers leiden. Dergelijke kettingreacties zijn moeilijk te overzien en maken de aansprakelijkheidskwestie alleen maar moeilijker. Hetzelfde geldt voor de embedded (verborgen) software. Het is goed mogelijk dat niet alleen de software verborgen blijft, maar ook de fabrikant daarvan moeilijk te achterhalen valt. Aansprakelijkheid beperkt zich niet tot de software-industrie maar reikt veel verder. Iedereen die goederen of diensten levert met behulp van de computer kan na 2000 mogelijk schade berokkenen aan derden door de millenniumbug: of het nu een niet uitgeschreven vliegticket is, een te laat uitbetaalde uitkering of een falend hartbewakingssysteem. Mr. J.G.C. Kamphuisen, advocaat en partner bij Houthoff Advocaten en Notarissen, stelde op een studiemiddag van de NVA dat al deze leveranciers er na 2000 op kunnen rekenen aansprakelijk te worden gesteld. Iedereen die schade heeft geleden, zou een goede kans hebben op een succesvolle claim. De aansprakelijkheid neemt af naarmate een bedrijf er meer aan doet het millenniumprobleem nu al op te lossen, zo meende Kamphuisen. Met nadruk beval hij aan deze acties ook schriftelijk vast te leggen. In de hele maalstroom van juridische mitsen en maren spint de advocatuur het meeste garen bij de millennniumproblematiek. Het wordt straks nog druk bij de rechter. Een 'run op de rechter' na 2000 verwacht advocaat Struik echter niet. ,,Ik denk dat het wel meevalt. Na de eerste rechtszaken zal de toon al gezet zijn. Zeker als de Hoge Raad eenmaal een uitspraak doet, zal veel buiten de rechter om afgehandeld kunnen worden.'' De kennis van het millenniumprobleem in de rechterlijke macht baart zijn collega Rinzema nog wel de nodige zorgen. ,,Rechters moeten zich goed bewust zijn van de complexe materie. Want het kan makkelijk leiden tot verkeerde uitspraken. Als alleen de leveranciers aansprakelijk worden gesteld, zou dat verregaande gevolgen hebben. Ik zie dan ook meer in een millenniumgeschillencommissie als het druk bij de rechter wordt. Dan heb je binnen een korte tijd een gefundeerd advies, al dan niet bindend.'' Mr. G.J.H. Houtzagers van het kantoor van de landsadvocaat deelt de mening van Rinzema niet. ,,Natuurlijk is de hele IT -materie ingewikkeld. Maar de vraag zal veelal toch blijven of er contractueel al of niet een wanprestatie is geleverd. En een onafhankelijke rechter is bij uitstek geschikt om dat te beoordelen. Dat is bijna zijn dagelijks werk. En als de rechtbank behoefte heeft aan deskundigheid, dan is deze wel te vinden.''
|
NRC Webpagina's
28 MEI 1998
|
Bovenkant pagina |