U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

De bronnen van het alledaagse leven


Geschiedenis is nog al te vaak een zaak van ,,bekende mensen en grote daden'', vindt Ineke Strouken, voorzitter van de Stichting 'Brieven aan de Toekomst'. Daarom heeft de stichting Nederlanders opgeroepen om op 15 mei te beschrijven wat ze die dag doen. Hun brieven zullen worden gearchiveerd.

Door onze redacteur JEROEN VAN DER KRIS

UTRECHT, 13 MEI. Als er over honderd jaar een historicus op het idee komt een dissertatie te schrijven over de teddybeer aan het einde van de twintigste eeuw dan treft hij het. Er zal een schat aan te onderzoeken bronnen op hem liggen te wachten in het archief 'Brieven aan de Toekomst'. Daar worden de brieven bewaard van iedereen die gehoor geeft aan de oproep op te schrijven wat hij komende vrijdag, vijftien mei, doet. Een vereniging van verzamelaars van teddyberen heeft al haar leden op het hart gedrukt mee te doen. Om de plek van de teddybeer in de geschiedenis veilig te stellen.

Geschiedenis is nog al te vaak een zaak van ,,bekende mensen en grote daden'', vindt Ineke Strouken (46), directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur in Utrecht en voorzitter van de Stichting 'Brieven aan de Toekomst'. Historici die zich bezig houden met gewone mensen en hun alledaagse bezigheden - zoals het gebruik van toilet-papier, dat Strouken zelf onderzocht - zijn veel minder bedeeld met bronnen dan hun collega's die zich verdiepen politieke kwesties. Strouken: ,,Iedereen poept op z'n minst één keer per dag. Maar over alledaagse dingen, wassen, koken, wordt in archieven weinig bewaard, omdat men ten onrechte denkt: zoals het nu is, is het altijd geweest.''

Om historici van de toekomst behulpzaam te zijn, hebben het Nederlands Centrum voor Volkscultuur, het Meertens Instituut en het Nederlands Openluchtmuseum de stichting Brieven aan de Toekomst opgericht. Doel: zoveel mogelijk Nederlanders aanzetten tot het schrijven van een brief waarin zij vertellen wat zij op één dag denken en doen. Die dag is komende vrijdag, vijftien mei.

Deelname garandeert een plekje in het archief, en dus een kans dat de inzender in een toekomstig geschiedenisboek terecht komt. Die gedacht blijkt voor veel mensen aantrekkelijk. Dagelijks komt er bij het Nederlands Centrum voor Volkscultuur al een stapeltje brieven binnen van mensen die niet tot vrijdag konden wachten. Van een burgemeester bijvoorbeeld, die op 1 mei zijn functie neerlegde maar eerder schreef omdat hij graag in de hoedanigheid van eerste burger gearchiveerd wilde worden. Iemand anders stuurde een brief met het verzoek of de inzendtermijn van twee weken wat kon worden opgerekt; hij was namelijk bang dat hij daar niet voldoende aan zou hebben om dat wat hij het nageslacht te vertellen heeft op schrift te stellen. ,,Mensen hopen deel uit te gaan maken van de vaderlandse geschiedenis'', zegt Strouken. ,,Ze willen een beetje onsterfelijk worden.''

Over de keuze van vrijdag 15 mei is goed nagedacht. Het moest een 'gewone' dag worden, zegt Strouken: ,,Zonder verkiezingen, en zonder voetbal.'' Het werd een vrijdag omdat dat een dag is waarop mensen zowel werken als vrij hebben; vrijdag is immers een populaire atv-dag. En op vrijdag wordt er veel getrouwd.

Alles mag, maar niets hoeft. Wie dat wil kan een foto meesturen. Of een tekening. De eerste gedichten zijn ook al binnen gekomen. En zelfs de keuze van de taal staat vrij. Het Fries Letterkundig Museum heeft de folders van de stichting daarom voorzien van het zinnetje dat de brieven ook in het Fries mogen worden geschreven.

,,We hebben geen gedetailleerde richtlijnen gemaakt'', zegt Strouken, ,,omdat het voor historici later juist interessant kan zijn om te zien over welke onderwerpen mensen wel schreven en over welke niet.'' Inzenders wordt alleen gevraagd hun geslacht, geboortedatum, -plaats, burgerlijke staat, woonplaats en beroep te vermelden.

De voorbereiding van 'Brieven aan de toekomst', geïnspireerd op vergelijkbare projecten die enkele jaren geleden in Denemarken en Zweden werden georganiseerd, heeft ongeveer een jaar in beslag genomen. Er is veel werk van gemaakt om de Nederlandse bevolking in haar volle breedte te bereiken: van bestuurders (ruim 260 burgemeesters hebben hun medewerking toegezegd) tot gedetineerden. Daarom werden alle gevangenissen van Nederland afzonderlijk aangeschreven, net als alle kloosters en een groot aantal ziekenhuizen en verpleegtehuizen.

Bij het Nederlands Centrum voor Volkscultuur zijn ook al brieven binnengekomen van mensen die beloven hun hele straat of afdeling enthousiast te zullen maken voor het project. Strouken: ,,Bij bedrijven zijn het meestal de secretaresses die dat doen.'' Ook meldden zich grootmoeders die de hele familie aan het schrijven willen zetten. ,,Heel leuk natuurlijk'', zegt Strouken, ,,al maakt dit soort initiatieven het archiveren iets lastiger, want als een hele familie meedoet dan moet die natuurlijk als zodanig in het archief terug te vinden zijn.''

Het archief 'Brieven aan de toekomst' zal worden ondergebracht bij het Meertens Instituut in Amsterdam, dat door J.J. Voskuils succesvolle romancyclus Het Bureau de afgelopen jaren grote bekendheid kreeg. Dankzij sponsoring van de PTT - het project kost miljoenen - konden extra mensen worden aangetrokken voor de archivering. De organisatie hoopt op tenminste 50.000 brieven, en dat lijkt bescheiden want in Denemarken (5,5 miljoen inwoners) werd dat aantal met betrekkelijk weinig voorbereiding al gehaald.

De eerste resultaten van het project zullen over een jaar te zien zijn. Dan verschijnt een boekje met honderd brieven (of fragmenten daaruit) en wordt in het Openluchtmuseum in Arnhem een expositie geopend. Die zal ondermeer bestaan uit voorwerpen die in de brieven worden genoemd, voorwerpen die vervolgens ook bewaard zullen worden. ,,Dit wordt hèt archief van Nederland'', denkt Strouken.

Niet iedereen zal overigens zomaar het archief in mogen, om redenen van privacy. Strouken: ,,Er is me de laatste tijd vaak gevraagd wat we zullen doen als we een brief krijgen van iemand die een moord aankondigt. Ik ben daar niet zo bang voor, al was het alleen al omdat het waarschijnlijk jaren zal duren voordat iemand die brief leest. Maar ik kan me wel voorstellen dat een blad als Story nieuwsgierig is of er brieven van bekende Nederlanders bij zijn. Een jurist is nu bezig uit te zoeken wat voor contractjes we kunnen sluiten met geïnteresseerden, zodat we een tekst te lezen krijgen voordat die gepubliceerd wordt.''

Wie zeker wil zijn dat zijn brief niet gelezen wordt door ogen waarvoor hij niet bestemd is, kan op de envelop het getal '50' of '100' zetten. De brief mag dan pas over 50 of 100 jaar worden geopend. Strouken hoopt dat die mogelijkheid mensen zal aanmoedigen te schrijven over die onderwerpen waarover in 'gewone' bronnen weinig bewaard wordt: emoties en taboes. Zelf is ze dat in ieder geval van plan. ,,Ik ga heel gedetailleerd het gebruik van het dagelijkse toilet, omdat ik bang ben dat anderen dat niet zullen doen. En ik ga schrijven over mijn stiefzoon, toch ook een beetje een taboe. Omdat ik bang ben dat ik dingen vergeet, ben ik tegen de regels in ook al een beetje begonnen met schrijven. Vrijdag wordt voor mij juist een heel ongewone dag, omdat ik het druk zal hebben met de organisatie. Ik zal helemaal geen tijd hebben om te koken of seks te hebben.''

De brieven kunnen tot twee weken ná 15 mei worden opgestuurd naar Brieven aan de Toekomst, postbus 15 5 98, 3503 AZ Utrecht, brieven@openluchtmuseum.nl..

NRC Webpagina's
13 MEI 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)