M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Catechismus via tv
Door FRITS GROENEVELD
Zo presenteert de KRO in opdracht van de RKK vijf maanden lang de serie 'Zo ken ik iemand', een tweewekelijks katecheseproject op woensdagavond (19.00-19.30 uur, Nederland 1). In het project staat de vraag centraal of het katholicisme nog wel om Christus draait. De vorm van de uitzendingen (een privé-detective, de 'man met de hoed' die in opdracht van bisschop Muskens van Breda op zoek gaat naar de zin van het katholicisme) is even origineel als fascinerend. De bisschop had een vraag voor hem. Of hij maar op zoek wilde gaan naar het antwoord. Wat voor vraag, vroeg de wat verzopen man. De vraag naar het verlangen, naar onschuld, naar troost in dit ellendige bestaan, had bisschop Muskens geantwoord. En de vagebond ging op zoek. En zocht antwoorden om te geloven, maar geloofde hij wel genoeg om het te kunnen begrijpen? Bijvoorbeeld de vraag of wel waar is wat de katholieke catechismus leert: dat het verlangen naar God gegrift is in het hart van ieder mens. De manier waarop over geloof wordt gepraat is vlot en populair, maar beslist niet goedkoop. Vaak vrij grof en soms enigszins schokkend, althans voor oudere kijkers. Meestal kijken vooral 65-plussers naar religieuze programma's van de KRO. Bij de eerste twee uitzendingen van 'Zo ken ik iemand' was dat ook het geval, maar daarna gaven de kijkcijfers een opmerkelijke verschuiving aan, vertelt John Gruter, hoofd van de afdeling godsdienst van de KRO. Bij de eerste aflevering keek bijna vijf procent van alle 65-plussers en niemand uit de leeftijdsgroep van 16-24 jaar. Latere cijfers gaven een ander beeld: nu kijkt nog maar de helft van de bejaarde kijkers en één anderhalf procent van alle 16-34 jarigen. Volgens eindredacteur Gruter is het voor een expliciet godsdienstig programma opmerkelijk dat de jonge doelgroep wordt bereikt en is het ook zeer verrassend dat bijna zeventig procent van diegenen die kijken ook blijven kijken zonder voortijdig weg te zappen. Hoewel het absolute kijkcijfer van 168.000 kijkers niet erg hoog is, vinden regisseur Dio van Maaren en eindredacteur Gruter de resultaten tot nu toe zeer moedgevend. Even bemoedigend vinden zij het dat de Nederlandse bisschoppen tot nu toe betrekkelijk positief op het televisie-katechese-experiment hebben gereageerd. De serie bestaat uit tien afleveringen. De laatste vier zijn nog te zien op 13 en 27 mei en op 3 en 17 juni. In bijna elke aflevering ontbijt en praat de 'man met de hoed' op een ongedwongen manier met de bisschop die volkomen zichzelf is en blijft, drinkt hij met een kroegmaat die hem over het geloof vertelt en gaat hij op zoek naar andere actieve katholieken. Met grote regelmaat pakt hij een flacon whisky uit zijn regenjas, roept 'proost' tegen het grote houten kruisbeeld dat hij mee naar zijn kamer heeft gezeuld en drinkt. Terwijl de regen tegen het raam slaat, het neonlicht buiten knippert en de radio volop aanstaat, loopt hij naar z'n bed, pakt een dik boek en begint te lezen: ,,Het verlangen naar God is gegrift in het hart van de mens, want de mens is door en voor God geschapen ...''. Hij leest het nog eens, herhaalt het hardop en mompelt: ,,het verlangen naar God''. Dan gaat hij de nacht weer in, door de regen naar zijn vaste kroeg op zoek naar zijn vriend Gerrie die dat verlangen kent en die het hem zal proberen uit te leggen. De zoeker blijft zoeken. De teksten uit catechismus aan de hand waarvan hij zijn vragen stelt, zijn vaak zo stellig dat ze meteen weer nieuwe vragen oproepen. Hij blijft zoeken en vragen en is allergisch voor de onvermijdelijke vaagheid die opduikt als het geheim van geloven ter sprake komt. 'Zo ken ik iemand' wil dat de religieuze vragen gesteld blijven worden, zowel in de huiskamer en in het café als ook in de kerk. Maar of er ook antwoorden op komen is de vraag. Want elk antwoord roept meteen weer nieuwe vragen op.
|
NRC Webpagina's
11 MEI 1998
|
Bovenkant pagina |