O P I N I E
|
|
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
Massagewerk
Want hoewel de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen afgelopen woensdag overduidelijk wees op een prolongatie van het paarse kabinet, hebben de daarvoor benodigde coalitiepartners het niet aangedurfd direct tot zaken te komen. Er is gekozen voor de weg van de geleidelijkheid waarbij een informateur eerst gaat onderzoeken over welke onderwerpen PvdA, VVD en D66 overeenstemming op hoofdlijnen noodzakelijk achten en voorts bekijkt wat de voorwaarden zijn waaronder deze partijen bereid zijn onderhandelingen daarover te beginnen. Net als in 1994 wordt dus begonnen met een pre-informatie. Toen ging het er om de onderhandelingspartners voor een nieuw kabinet uit te zoeken, nu is de vraag onder welke condities de reeds bekende partijen met elkaar wensen te praten. Want de kiezer mag dan wel een heldere uitspraak hebben gedaan, hij heeft tevens een gecompliceerd speelveld geschapen. DIT GELDT IN de eerste plaats voor D66. Met veertien zetels in de Tweede Kamer verkeren de Democraten in een 'te groot voor servet en te klein voor tafellaken' positie. De afstraffing door de kiezer was uiteindelijk niet zo groot dat D66 direct van regeren kon afzien. Maar van een vanzelfsprekendheid van regeringsdeelname is - althans volgens de normen van de Democraten zelf - evenmin sprake. Dat laatste is overigens zeer de vraag. In de eindfase van de verkiezingscampagne heeft D66 de kiezers een scherpe keuze voorgehouden: bij twaalf zetels of minder zou de partij zonder meer voor de oppositie kiezen, enkele zetels meer betekende de schemerzone. De waarschuwing is ter harte genomen, want de partij heeft ten opzichte van de desastreuze peilingen bij de uiteindelijke uitslag enig herstel te zien gegeven. Wat dat betreft is D66 de trouwe en op het laatste moment toegesnelde kiezers dus wel wat verplicht. D66 zit echter met een ander probleem. Het is de wippositie die de partij in de vorige coalitie nog bezat kwijt. Toen hadden PvdA en VVD de Democraten nodig voor de noodzakelijke meerderheid. Nu deze twee partijen samen zelf over 83 zetels beschikken is D66 niet meer strikt noodzakelijk. Voor een partij die zoals haar oud-leidsman Van Mierlo ooit zei, ,,een wat minder animaal karakter vertoont als het om de ruif van de macht gaat'', kan dit een strategische reden zijn om het regeren dan maar aan PvdA en VVD over te laten. Maar dat is dan tevens een uitdrukking van weinig geloof in eigen kunnen. Uit de analyses die D66 heeft gemaakt, blijkt dat vooral de onzichtbaarheid in de paarse coalitie de partij parten heeft gespeeld. Puur getalsmatig gesproken zal het gedecimeerde D66 in een nieuw kabinet hoe dan ook minder zichtbaar worden. Maar om die reden voor de oppositie kiezen is een forse stap. De nog relatief jonge geschiedenis van D66 heeft geleerd dat de Democraten zichtbaar worden als anderen falen. Die 'spiegelrol' kan D66 echter ook in het kabinet vertolken. DE VVD ZIT sinds verkiezingsuitslag met een andersoortig probleem. In tegenstelling tot de afgelopen regeerperiode is er voor deze partij niets meer buiten het kabinet om te regelen in het parlement, nu 'links' over 75 zetels beschikt. De VVD is dus gebaat bij gedetailleerde afspraken in het regeerakkoord. Partijleider Bolkestein heeft alvast een aantal onderwerpen genoemd waarop dergelijke afspraken zullen moeten worden gemaakt: op het sociaal-economische vlak, op het terrein van de infrastructuur en op onderwijsgebied. Het is een billijk streven van elke politicus om via het regeerakkoord zoveel mogelijk van de eigen verlangens te realiseren. Alleen is wel de vraag hoe het met de dualistische principes van VVD-leider Bolkestein staat. Vier jaar geleden stelde hij na de verkiezingen in zijn advies aan de koningin nog expliciet dat een nieuw kabinet meer dan de jaren daarvoor het geval was geweest rekening moest houden met de wil van de volksvertegenwoordiging. Nu de VVD in het parlement, zoals Bolkestein het zelf noemde, in een wat eenzame positie is komen te verkeren wordt het leerstuk van het dualisme met even groot gemak weer overboord gezet. Iets meer consistentie zou toch wel gewenst zijn. DRIE DAGEN NA de verkiezingen is het duidelijk dat alvorens de echte formatiebesprekingen kunnen beginnen de nu aangestelde 'verkenner' De Vries veel massagewerk zal hebben te verrichten. Het moet weer paars worden zei de kiezer. De partijen die hiervoor zorg moeten dragen, hebben de kiezer niet tegengesproken. Maar hiermee is dan ook alles gezegd. De stap van Paars I naar Paars II blijft vooralsnog een even logische als ingewikkelde.
|
NRC Webpagina's
9 MEI 1998
|
Bovenkant pagina |