R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE
S e l e c t i e
Televisie
|
O O G I N O O G :
Waar was Jaap?
Frits Abrahams
In die volgorde waren ze voor mij over de meet gekomen, met de aantekening overigens dat het verschil tussen Bolkestein en Kok en tussen Borst en Rosenmöller slechts een banddikte was. Alleen De Hoop Scheffer bengelde er een beetje achteraan, hij was duidelijk het meest uitgeput, de vele kilometers op het strand van Scheveningen hadden hun tol geëist. Een verrassende uitslag, want tevoren had ik de volgende volgorde opgesteld: 1. Kok. 2. Rosenmöller. 3. Bolkestein. 4. De Hoop Scheffer. 5. Borst. Dat leek me op grond van alle voorgaande debatten geen onvoorzichtige voorspelling. Maar had ik gelijk met mijn slotklassement? Commentator Jan Tromp, adjunct-hoofdredacteur van de Volkskrant, vond van niet. Over Borst zei hij na afloop: ,,Ze mist toch poids (gewicht), ze was bedeesd en werd op menig moment weggespeeld.'' Zijn winnaar was Rosenmöller: ,,Hij stal de show, Kok stond met de rug tegen de muur in het debat met hem.'' Ik zat verbaasd naar Tromp te luisteren. Zo betrekkelijk was het dus allemaal: twee niet al te vooringenomen - mag ik aannemen - journalisten kijken naar dezelfde gebeurtenis en komen tot tegengestelde waarnemingen en conclusies. In mijn ogen was Els Borst nu eindelijk eens wél goed op dreef, en viel Rosenmöller voor het eerst tegen. Borst was rustig, op het laconieke af, plaatste op het juiste moment enkele goede one liners en kreeg ook nog de lachers op haar hand met de overigens onbedoeld komische uitspraak: ,,Overal waar politici de kleine p laten zien...'' (na deze opmerking en die over de ideologische vérplassers begint de Freud in mij nu toch aan enige penisnijd bij mevrouw Borst te denken). Gelukkig rolden later in Nova de uitslagen van de enquêtes binnen en kon ik even mijn kleine p laten zien aan de adjunct-hoofdredacteur van de concurrerende Volkskrant. De uitslag van een eerste telefonisch onderzoek was: 1. Kok (7,6). 2. Bolkestein (6,9). 3. Rosenmöller (6,4). 4. Borst (6,3). 5. De Hoop Scheffer (5,9). Deze uitslag komt sterk overeen met het onderzoeksresultaat van het NIPO dat de Volkskrant vanmorgen publiceerde: 1. Kok (7,4). 2. Bolkestein (6,6). 3. Borst (6,3). 4. Rosenmöller (6,1). 5. De Hoop Scheffer (5,7). Nota bene: Borst eindigt hier voor Rosenmöller. Kortom, de uitslag van het debat was verrassender dan de inhoud. Borst viel mee, Rosenmöller stelde wat teleur, De Hoop Scheffer was de grote verliezer. Degenen bij het CDA die gehoopt hadden dat het leidersprobleem eindelijk opgelost was, zullen zich opnieuw zorgen moeten maken. Om nog even in wielrennerstermen te blijven: De Hoop Scheffer opereerde onopvallend en afwachtend, als een renner die nooit de kop durft te nemen. Waar was Jaap? Iets van wrevel daarover proefde ik al bij CDA'er Hans Hillen die meteen na afloop zei: ,,Er waren geen winnaars, dit debat was te vriendelijk.'' Een verwijt dat eerder de vertegenwoordigers van de oppositiepartijen dan die van de regeringspartijen moet treffen. Het debat had inderdaad grimmiger gekund, uit de jaren van Den Uyl, Wiegel en Van Agt herinner ik me heel wat meer verbetenheid. Het was nu meer een onderhoudend steekspel op niveau. De twee besten, Kok en Bolkestein, wilden elkaar niet te diep treffen, en de zwakkeren hadden de handen vol aan zichzelf. Toch was het aardige televisie. Vergeleken met de stomvervelende presidentsdebatten in de Verenigde Staten, hebben onze politici - plus de presentatoren Witteman en Mingelen - het er niet slecht vanaf gebracht. Het debat werd niet gesmoord in afgepaste spreekbeurtjes, er waren genoeg mogelijkheden voor rechtstreekse discussie en interventie. Nu wij, kiezers!
|
NRC Webpagina's
6 MEI 1998
|
Bovenkant pagina |