U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Productie en distributie van televisie bleef vergeleken met live entertainment wat achter

Endemol scoort met theater


Het kan verkeren. Endemol meldde amper een half jaar geleden vooral aandacht te willen besteden aan de productie en distributie van televisieprogramma's. Maar het was juist de sector live entertainment die de financiële show stal.

Door onze redacteur JACO ALBERTS

AMSTERDAM, 23 APRIL. Soms is het makkelijker een bedrijfsstrategie te ontwerpen dan haar in praktijk te brengen. Endemol maakte een half jaar geleden bekend meer aandacht te zullen besteden aan productie en distributie van televisieprogramma's. Wat blijkt na een half jaar? Juist de theateractiviteiten schragen de groei van de onderneming.

Tijdens de persconferentie gisteren in het Amsterdamse Hilton ter gelegenheid van de halfjaarcijfers van Endemol, inspireerde de situatie van zijn bedrijf bestuursvoorzitter John de Mol tot een tamelijk ongebruikelijke opening: ,,Dit zijn de cijfers. Op het eerste gezicht lijken ze niet erg positief, maar wacht u een half uurtje met het trekken van conclusies. Wij zien aanleiding optimistisch te zijn over de toekomst.''

De praktijk blijkt weerbarstiger dan de theorie. In de laatste maanden van vorig jaar besloot Endemol intern orde op zaken te stellen. De twee gefuseerde 'familiebedrijven' van Joop van den Ende en John de Mol stonden een jaar zonder veel succes op de beurs, en het bleek hard nodig het management te professionaliseren. De Mol - zo zou later blijken - was voorbestemd de enige bestuursvoorzitter te worden. Bovendien moest er duidelijker worden geformuleerd waar het met het bedrijf naar toe zou gaan. Helderheid en controleerbaarheid waren nodig, niet in de laatste plaats voor de beleggers aan het Damrak waarmee de relatie nog niet al te best was gezien het koersverloop. ,,We keken naar alles wat beschikbaar was, zonder duidelijke richting'', zo beschreef De Mol gisteren de oude situatie.

Televisie werd benoemd als core-business van het bedrijf. Daar moest de komende jaren de grote groei vandaan komen - verdubbeling van winst en omzet in een periode van vijf jaar - die beloofd was bij de beursgang. De divisie live entertainment werd min of meer op het tweede plan geplaatst, met de tegenvallers bij de aangekochte reizende ijsshows van Holiday on Ice in het achterhoofd. Geen dure buitenlandse theateravonturen meer, en aandacht gericht op de bekende Nederlandse markt. Televisie moest in het buitenland juist wel sterk groeien. Endemol wenst een top3-positie in de vijf belangrijkste Europese televisiemarkten: Duitsland, Spanje, Italië, Frankrijk en Groot- Brittannië. Na diverse acquisities is Endemol daar nu hard naar op weg. Alleen Frankrijk ligt nog vrijwel braak. Maar daar verwacht het bedrijf nog dit jaar een belangrijke overname te doen.

Met de cijfermatige groei wilde het de afgelopen periode echter nog niet zo lukken. De omzet in het maken en verkopen van televisieprogramma's is teruggelopen met 5,3 procent tot 314,3 miljoen gulden, terwijl het bedrijfsresultaat met 2,9 procent achteruitging tot een bedrag van 43,6 miljoen gulden. Vooral problemen op de Nederlandse markt hakken er met een teruggelopen omzet van 12 procent naar 167,3 miljoen gulden procent fors in. De cijfers worden nog steeds ,,ernstig getroffen'' door de ondergang van Sport7 in december 1996 waarvoor veel programma's werden geproduceerd.

Internationaal werd afgelopen periode wel groei geboekt op de televisiemarkten. De omzet in Duitsland steeg met 4,9 procent tot 82 miljoen en in de overige landen nam de omzet met 2,3 procent toe tot 65 miljoen. De Mol stelde gisteren dat de internationale groei cijfermatig geremd wordt omdat minderheidsdeelnemingen niet volledig mogen worden meegeconsolideerd. Bij veel van de buitenlandse overnames kiest Endemol voor een grote minderheidsparticipatie (zoals de 45 procent in producent Zeppelin in Spanje en Aran in Italië) met een optie voor meerderheid om de originele eigenaars niet meteen hun kind af te pakken, zoals De Mol dat uitdrukte. Zonder dit soort barrières rekent de bestuursvoorzitter in twee jaar op een jaaromzet uit televisie-activiteiten van een miljard gulden als alle deelnemingen volledig in de Endemol-cijfers zouden mogen worden meegenomen. De binnenlandse televisie-omzet die nu nog de helft van de omzet uitmaakt wordt in de visie van De Mol door de buitenlandse groei op termijn teruggedrongen tot 30 procent of minder.

Ondanks de ambitieuze internationale televisie-ambities was het de divisie live entertainment, in de nieuwe opzet nadrukkelijker geleid door De Mols compagnon Van den Ende, die met de eer ging strijken. De omzet van de divisie steeg met 18,6 procent tot 129,5 miljoen gulden, terwijl het bedrijfsresultaat meer dan verdubbelde tot 9 miljoen gulden. Twee musicals zorgden voor een flinke bijdrage: de Nederlandse versie van Miss Saigon die in het Scheveningse Circustheater draait en Tony-award winnaar Titanic die een van de best verkopende Broadway-musicals van het moment is. Volgens het Endemol-bestuur hebben de ingrepen in de reizende ijsshow Holiday on Ice inmiddels tot resultaatverbetering geleid. En in tegenstelling tot negatieve berichten over bezoekersaantallen zegt Endemol dat het uitgaanscomplex ShowBizCity in Aalsmeer aan de verwachtingen beantwoordt en dit boekjaar break-even zal draaien. Daarvoor zijn wel een aantal maatregelen nodig geweest: een avond voor particulieren vervangen door een avond voor zakelijke klanten en de uitbreiding van horeca-gelegenheden binnen de poorten van de amusementsstad.

Het succes van de theateractiviteiten heeft wel zo zijn minder prettige neveneffecten, zei financiële man Aat Schouwenaar gisteren: het bedrijfsresultaat van Endemol zal in de tweede helft van het boekjaar slechts ,,licht hoger'' uitkomen, onder meer omdat de marges (bedrijfsresultaat als percentage van de omzet) op groeier live entertainment van 6,9 procent ongeveer de helft is van die voor televisie (13,9 procent). Het te verwachten bedrijfsresultaat wordt verder ,,gedempt'' door de recente overname van het Britse productiebedrijf Broadcast, dat minder winstgevend is dan de gemiddelde televisie-activiteiten van Endemol.

NRC Webpagina's
23 APRIL 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)