M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Oostenrijkse 'tijdgetuigen' verliezen het van Internet
Door onze correspondent KARIN JUSEK
WENEN, 9 APRIL. ,,Vertelt u mij niet dat in Nederland alles in orde is, u bagatelliseert de nare kanten van onze samenleving!'', roept een toehoorster boos nadat Hans Blom, directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (Riod), zijn lezing heeft beëindigd over de drie grote Nederlandse stakingen in de bezettingstijd. De lezing wordt gehouden in de tweede van een serie ontmoetingen tussen Nederlandse en Oostenrijkse verzetsstrijders, getuigen van hun tijd. Een eerste bijeenkomst had op initiatief van de toenmalige Oostenrijkse ambassadeur, Otto Maschke, in 1995 in Haarlem plaats. Soms lopen tijdens de discussies de emoties hoog op. Niet tussen de Nederlanders en de Oostenrijkers, maar juist binnen beide groepen. Binnen de Nederlandse delegatie bestaat er een kloof tussen de getuigen, de verzetsstrijders aan de ene kant, en de afstandelijke historicus van het Riod aan de andere kant. Simon Minco, voorzitter van de Nederlandse Federatie van verzetsstrijders: ,,Blom is te genuanceerd, te voorzichtig, dat verwijt ik hem soms''. Minco begint zijn persoonlijke verslag over zijn gevangenschap in de concentratiekampen Mauthausen, Auschwitz en Dachau met de vaststelling dat Nederland nog steeds niet is begonnen zijn verleden op een ,,eerlijke manier'' te verwerken. ,,Het beeld dat wij allemaal in het verzet waren, is een vervalsing en toch is het heel hardnekkig. Het wordt tijd voor een eerlijk verhaal over ons gedrag tijdens de bezetting. Pas als onze kinderen van ons horen dat wij ook niet beter waren dan de rest zullen ze ophouden op Duitsers en Oostenrijkers neer te kijken.'' De Oostenrijkse inleider vertelt dat Oostenrijks aanzien duidelijk is verbeterd, nu het land zich niet meer achter het slachtofferschap verschuilt. Maar is deze hardnekkige mythe werkelijk achterhaald? Alexander Christiani, de Oostenrijkse ambassadeur in Nederland, twijfelt er niet aan. ,,Het officiële Oostenrijk heeft definitief afstand van deze houding genomen. Wat onder de bevolking leeft, is natuurlijk een andere zaak. Het is ook ingewikkeld. De staat Oostenrijk was geannexeerd door Duitsland, maar wij waren niet onschuldig. Wij hebben onze bijdrage geleverd en geen intelligent mens kan dat ontkennen.'' Het is de aard en de omvang van deze bijdrage die de verzetsstrijders bezighoudt. Als een deelnemer het referendum waarbij destijds 99 procent van de Oostenrijkers instemde met de reeds voltrokken 'aansluiting' bij Duitsland ter sprake brengt, springt een broze, oude heer op: ,,Jij weet best dat dit doorgestoken kaart was!''. Hij heeft het kamp Auschwitz overleefd en wordt nu regelmatig tijdens lezingen die hij zelf als getuige van zijn tijd geeft, door neonazi's bedreigd. De lezing van Brigitte Bailer-Galanda over rechts-extremisme op het Internet maakt duidelijk dat deze getuigen van de Tweede Wereldoorlog terrein aan het verliezen zijn ten opzichte van de neonazistische propaganda die via cyberspace wordt verspreid. Ze vertelt haar gehoor van kampoverlevenden, die allen veel tijd steken in het voorlichten van schooljeugd over de gevaren van het fascisme, hoe snel en doeltreffend rechts-extremisten de nieuwe elektronische media weten te gebruiken. De ontkenning van de holocaust, de Duitse poging tot massale vernietiging van de joden, heeft daarbij de hoogste prioriteit. Alle Oostenrijkse Internet-providers hebben de thuispagina geweigerd van Ostara, de Oostenrijkse nazi-centrale. Maar Amerikaanse collega's schoten meteen te hulp. Als scholieren nu onder het trefwoord 'holocaust' naar informatie op Internet zoeken, krijgen ze een stortvloed van nazi-propaganda over zich heen. Welke conclusies zullen ze hieruit trekken? Bailer-Galanda: ,,Wij hebben hier geen antwoord op.''
|
NRC Webpagina's
9 APRIL 1998
|
Bovenkant pagina |