U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

De politiek als drama: Brinkman revisited


Politiek drama is in Nederland een zeldzaam genre. Morgen begint de VPRO een serie over Haagse politiek. Het koningsdrama Lubbers/Brinkman in vier afleveringen verklaard.

KEES VAN DER MALEN

Soms is de realiteit spannender dan de fantasie.

Neem Elco Brinkman. Hij mist het premierschap dat hij vier jaar geleden zo grandioos misliep in het geheel niet. Hij gunt het Wim Kok zeer en voelt zich zelfs bevrijd, zo liet hij vorige week in een interview weten.

Dat is ook toevallig. Morgen begint de VPRO een vierdelige televisieserie, Het Jaar van de Opvolging, waarin de figuur Elco Brinkman een centrale rol speelt. De hoofdpersoon heet uiteraard geen Brinkman (maar Van Dorp), is geen CDA'er (maar lijsttrekker van de Partij van de Vrijheid) en het verhaal speelt zich niet af in de jaren negentig, maar in 2010. Verder is de overeenkomst treffend.

De serie - script Jan Blokker, regie Frans Weisz - omspant het moment dat de zittende premier Willem Rahusen (zie er Frits Bolkestein in) zijn opvolger, de jonge politicus Gijs van Dorp, aanwijst tot het moment dat diezelfde Van Dorp zich na een zware verkiezingsnederlaag (min 23 zetels) terugtrekt uit de politiek. Tussen begin en slot zit veel drama, suspense en politieke geschiedenis. Veel Binnenhof uiteraard, maar ook een knipoog naar Chappaquiddick, die onheilsplek waar senator Jack Kennedy zijn eer en zijn uitzicht op het presidentschap verloor.

De imitatie van Brinkman, een medicus en hockey-coryfee (Rik Launspach), is bright en good-looking; diens echtgenote (René Soutendijk) aquellereert niet, maar leidt een modellenbureau. De premier (Coen Flink) heeft het land jarenlang gezagvol geleid en ontwikkelt gaandeweg bezwaren tegen de eigenzinnige aanpak van zijn opvolger. En de opvolger ontdekt rijkelijk laat dat zijn voorganger eigenlijk helemaal niet weg wilde.

Dramatiseren van politiek is een hachelijke zaak. Het drama zit in de personen - de momenten die het drama maken, zijn meestal onzichtbaar. Waar liet Lubbers Brinkman precies vallen, waar maakte Bolkestein Nijpels onschadelijk en waar ontdeed het CDA zich van Enneus Heerma? Het proces is vaak helder, de momenten zijn moeilijker te fixeren. De Opvolging worstelt ook met dit fenomeen. Je ziet in de eerste aflevering rivalen van kandidaat-lijsttrekker Gijs van Dorp in een fractievergadering ageren tegen zijn kandidatuur. Het gaat er heel heftig en ook heel direct aan toe. Die gang van zaken is niet realistisch. Echte gebeurtenissen ontwikkelen zich in de Nederlandse politiek meestal buiten de fractiekamer; grote ruzies worden zelden in grote woorden verpakt: het gaat doorgaans indirecter, vileiner ook. Maar Het Jaar van de Opvolging bevat overwegend prachtig drama, zoals de oplopende spanning in de relatie tussen opvolger en voorganger. Neem de scène dat de opvolger (joggend met hond op het strand en bijgestaan door adviseur in terreinauto) wordt overmand door twijfel en hij zijn voorganger (vanuit een telefooncel) om raad vraagt. De premier zit in Zwitserland, bevindt zich in een liftcabine en legt zijn echtgenote uit waarom hij de opvolger laat moddderen: de leraar moet niet dalen, de leerling moet klimmen, zo citeert hij Bordewijk.

Het politieke debat in de serie oogt niet altijd levensecht; het decor doet dat wel. Met het Binnenhof is dat geen probleem - dat ligt er gewoon, al stuitte Frans Weisz op de nodige beperkingen. Zo mocht de filmploeg niet eens een limousine voor het Torentje van Kok parkeren. Maar ja, het Binnenhof is nu eenmaal heilige grond en geen Hollywood-studio.

In de Tweede Kamer mocht voor de serie helemaal niet worden gefilmd, dus is de zittingszaal gedeeltelijk nagebouwd. Van een nadeel maakte regisseur Frans Weisz zo een voordeel. Hij verbond de werkkamer van politiek leider Van Dorp met de zittingszaal. Dat levert mooie beelden op: de jonge leider die zich op de eerste dag achter zijn bureau installeert en de luxaflex ontspannen opendraait: voor zijn oog ontvouwt zich de zittingszaal; hij kijkt er niet alleen overheen maar er ook op neer. Treffender kan een machtspositie niet worden uitgebeeld.

De film speelt in de toekomst, maar de entourage is soms ouderwets. Verkiezingsbijeenkomsten hebben eerder de sfeer van de jaren zestig, dan die van de hedendaagse politiek: spreekgestoeltes waarachter varenplanten zichtbaar zijn en politici die nog getooid zijn met rozetten. Die keuze is bewust gemaakt om de vervreemding voor de kijker niet te groot te maken. Science fiction is al een moeilijk genre, politieke science fiction kennelijk een onmogelijke opgave.

Het doet weldadig aan dat het verhaal is gevat in beelden die iedereen kan herkennen; beelden die als het ware deel zijn geworden van het nationale politieke geheugen. Zo roept de campagnebus, waarmee Gijs van Dorp door Nederland toert onmiskenbaar associaties op met de flitsende campagne van Elco Brinkman. En soms is de associatie totaal: Van Dorp, languit liggend op een bank in de bus, is Elco Brinkman in de campagne van '94. Een gefixeerd beeld, een foto van Roel Rozenburg uit diens boek 'Elco op campagne', is film geworden.

Politiek drama is een zeldzaam genre in Nederland. Een film over KVP-adviseur Ben Korsten (De Mannetjesmaker van Hans Hylkema uit '83) en een toneelstuk over de Nacht van Schmelzer (De Nacht van Schelzer van Martin van Amerongen uit '91) waren de afgelopen vijftien jaar de enige pogingen. Politiek in Nederland is, anders dan de beeldvorming wil, allerminst saai. Voor wie er oog voor heeft, valt er veel drama te beleven. En wie de afgelopen jaren niet heeft opgelet, krijgt met Het Jaar van de Opvolging een prachtige herkansing.

Het Jaar van de Opvolging, zondag, en de drie daaropvolgende weken, Ned.3, 20.25-21.23u.

NRC Webpagina's
4 APRIL 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)