NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Door onze sportredactie
ROTTERDAM, 3 APRIL. Op de zwarte markt in Nederland gaat voor tenminste 200 miljoen gulden om in dopinggeduide middelen. Dat is een van de conclusies van een verkennend onderzoek dat het Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo) verzoek van minister Borst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), heeft gedaan.

De onderzoekers A. Koert en R. van Kleij, die naar aanleiding van Kamervragen aan minister Borst, de zwarte markt voor verboden spierversterkende en andere doping middelen in kaart brachten, noemen de uitslag schokkend en verontrustend.

Uit het onderzoek 'Handel in doping', dat werd gedaan op sportscholen en fitnesscentra, blijkt ook dat de gebruikers tegenwoordig eerder geneigd zijn gevaarlijkere en/of dubieuze preparaten te slikken of spuiten. Bovendien vergroten ze de doseringen lichtzinnig, waarbij medische controle dikwijls geheel ontbreekt.

De onderzoekers spraken met gebruikers, handelaren en sleutelfiguren uit de (bodybuilding)sport. Het gaat in dit circuit, maar ook steeds vaker daar buiten, meestal nog om de klassieke anabole steroïden, variërend van betrekkelijk mild tot betrekkelijk agressief. Zeker 35.000 van de in totaal één miljoen sportschoolbezoekers zijn geregelde consumenten van deze hormoonpreparaten.

Maar er is een tendens merkbaar naar groeihormoon (HGH), afslankmiddelen op amfetaminebasis en clenbuterol. De drempel voor gebruik van deze drugs is verlaagd, of, zoals de ondervraagden zelf opvallend vaak zeiden, de 'pilmentaliteit' neemt toe. Doping is geaccepteerd geraakt, er is gemakkelijk aan te komen en veel geld mee te verdienen.

De in Nederland opererende handelaaren kunnen in groepen worden onderverdeeld. Voor zover bekend zijn tien grote handelaren actief. De mensen die een organisatie hebben opgebouwd en de solisten. Zij zijn niet de enige contactpersonen. Er bestaat ook een groep tussenhandelaren die verkoopt via hun sportschool of opereert als 'huisdealer' in één of meer sportscholen. De kleine handelaar is in de eerste plaats zelf consument, die zijn overtollige middelen doorverkoopt. Het aantal tussenhandelaren wordt geschat op enkele tientallen. De omvang van de groep kleine handelaren is onbekend,Staatssecretaris Terpstra verklaarde geschrokken te zijn van de bevindingen in het rapoort. Die wil ze op korte termijn bespreken met alle betrokken instanties om in samenwerking met Justitie zonodig verdergaande wettelijke maatregelen te nemen tegen de illegale handel in doping.

Het NeCeDo vindt het huidige opsporingsbeleid ontoereikend en pleit voor een verhoging van de strafmaat en een actievere opsporing en vervolging van de handelaren, die hun waar tegenwoordig ook op grote schaal via Internet aanbieden. De instelling van een Task force dopingzaken en een landelijk (politie)informatiesysteem verdient volgens de onderzoekers aanbeveling.