U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S e l e c t i e


Televisie

Radio

T V   V O O R A F :
De Baby en de Bakfiets

HANS BEEREKAMP
Langzaam wordt duidelijk hoe belangrijk de functie van de VPRO- Lolamoviola-reeks de afgelopen vier jaar geweest is als springplank voor jong filmtalent.

De serie low-budget-televisiefilms diende niet alleen als tussenstation voor inmiddels tot de bioscoop doorgedrongen talenten als Paula van der Oest en Karim Traïdia, ook Lolamoviola-producenten Jeroen Beker en Frans van Gestel initieerden en produceerden vier tijdens het laatste Rotterdamse festival gelanceerde speelfilms onder de verzameltitel Route 2000.

Aan de rij memorabele Lolamoviola-producties kan toegevoegd worden De Baby en de Bakfiets van Lodewijk Crijns. Na zijn veelbesproken eindexamenfilm Lap rouge (1996), het schoolvoorbeeld van een fake-documentaire, was het de vraag of Crijns meer in zijn mars zou hebben dan de virtuoze toepassing van een stijltruc. Het antwoord luidt, nog voor de première van zijn eerste bioscoopfilm Jezus is een Palestijn (met Hans Teeuwen en Kim van Kooten), al bevestigend: in een losse, quasi-vanzelfsprekende stijl schudt Crijns een juweeltje uit z'n mouw. Dialogen en speelstijl van een mengeling van professionele en niet-professionele acteurs zijn zo realistisch dat je bijna vergeet dat Crijns de quasi-documentaire aanpak opgegeven heeft. Dat De Baby en de Bakfiets wel degelijk een speelfilm is, blijkt uit de cameravoering van Menno Westendorp, die zich juist van anti-realistische middelen bedient. Het verhaaltje is simpel en verrukkelijk, met een geraffineerde ontknoping en een deus ex machina. Een bij zijn bejaarde moeder in een woonwagenkamp residerende volwassen man vindt bij een van zijn strooptochten een zuigeling tussen het grofvuil. De vondeling wordt liefdevol geadopteerd, maar jaloerse buren roepen de kinderbescherming erbij, die constateert dat het kind als vermist is opgegeven. Het raadsel hoe de baby in een kartonnen doos terechtkwam, wordt pas in de allerlaatste scène opgelost.

De confrontatie tussen 'asocialen' en 'nette mensen', onder begeleiding van al te blijmoedige welzijnswerkers, roept automatisch de vergelijking op met Flodder. Crijns' film laat het verschil zien tussen leuk zijn en leuk doen; ook in de categorie vedergewicht blijkt er een nieuwe en positieve wind te waaien door de Nederlandse filmwereld.

De Baby en de Bakfiets, (NL., L. Crijns, 1997), Ned.3, 20.55-21.33u.

NRC Webpagina's
3 APRIL 1998


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)