V O O R P A G I N A
|
NIEUWSSELECTIE EU NAVO
|
Sancties VS om geweld in Kosovo
De leider van de Albanezen in Kosovo, Ibrahim Rugova, beschuldigde vandaag de Serviërs van 'etnische zuivering' van Centraal-Kosovo. Albanië bracht gisteren zijn legereenheden langs de grens met Kosovo in verhoogde staat van paraatheid. De Amerikaanse sancties tegen Belgrado zijn vooralsnog licht van aard, in afwachting van de resultaten van het spoedberaad over Kosovo van de Contactgroep, maandag in Londen. De Contactgroep, die het vredesproces in ex-Joegoslavië coördineert, bestaat uit vertegenwoordigers van de VS, Rusland, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië en Italië. Gisteren maakte Washington vier recente concessies aan het regime in Belgrado ongedaan. Die concessies waren in februari gedaan met het oog op het constructieve Bosnië-beleid van de regering in Belgrado. Het betreft landingsrechten voor de Joegoslavische luchtvaartmaatschappij in de VS, een uitbreiding van de Joegolavische missie bij de VN, de vestiging van een Joegoslavisch consulaat en deelname van Joegoslavië aan de Zuid-Europese samenwerkingsraad. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken liet weten dat Belgrado verdere ,,serieuze negatieve consequenties'' te wachten staan als resultaat van ,,de laatste schanddaad'' in Kosovo. Daarmee werd gedoeld op de actie van deServische politie tegen een aantal Albanese dorpen in Kosovo, waarbij gisteren twintig dorpelingen werden doodgeschoten. Dorpelingen die zich tegen de politie verzetten schoten twee politiemannen dood. Volgens de Albanezen werden de dorpen met artillerie beschoten voordat de Serviërs binnentrokken om de huizen te doorzoeken. In totaal zijn nu in Kosovo in één week bijna vijftig Albanezen gedood. Volgens de Serviërs gaat het om 'terroristen'. Bij de actie van gisteren zouden grote hoeveelheden wapens zijn gevonden. De Servische president Milutinovic zei dat Servië ,,wijs en met alle wettige middelen'' zal voortgaan met de bestrijding van 'terrorisme'. Hij prees de Servische politie in Kosovo om haar ,,professionalisme. vastbeslotenheid en moed'' bij haar optreden. De poging van de Britse minister van Buitenlandse Zaken en EU-voorzitter, Robin Cook, om de regering in Belgrado tot een dialoog met de Albanezen in Kosovo te bewegen zijn gisteren geheel mislukt. De Joegoslavische president Milosevic herhaalde het Servische standpunt dat de kwestie-Kosovo een binnenlands probleem is waarmee de internationale gemeenschap zich niet moet bemoeien. Milosevic zei tevens dat de Servische politie de taak heeft terrorisme te bestrijden. Cooks verzoek om de opening van een kantoor van de Europese Unie in Pristina, de hoofdstad van Kosovo, werd afgewezen. De Britse minister uitte zich na de gesprekken zeer teleurgesteld. ,,Ik moet zeggen dat ik ernstig bezorgd vertrek na wat ik hier heb gehoord'', zo zei hij. Vandaag komt de Griekse minister van Buitenlandse Zaken, Pangalos, naar Belgrado. Griekenland is een van de weinige bondgenoten van Joegoslavië; de Griekse regering is door de Albanese regering gevraagd zich in te spannen bij het vinden van een regeling. Het bloedvergieten van de afgelopen dagen heeft in de geheel van de buitenwereld afgesloten regio-Drenica - bolwerk van de Albanese guerrillabeweging Kosovar Bevrijdingsleger en belangrijkste doelwit van de Servische wraakacties - tot paniek geleid. Albanese vrouwen en kinderen zijn hun dorpen ontvlucht, met achterlating van de mannen, die hun woningen tegen de Servische politie verdedigen. Ook buiten de streek slaan veel Albanese inwoners van Kosovo benzine in om in geval van nood te kunnen vluchten. In Macedonië, buurland van Kosovo, hebben de ontwikkelingen van de laatste dagen geleid tot spanningen. De komst van vluchtelingen uit Kosovo kan de toch al gespannen relatie tussen de Albanese minderheid en de Macedonische meerderheid nog verder onder druk zetten. Zowel gisteren als vandaag gingen in Macedonië duizenden leden van de Albanese minderheid de straat op voor rumoerige protestbestogingen tegen de Serviërs in Kosovo. In het andere buurland, Albanië, heeft de spanning in Kosovo voor het eerst geleid tot een zekere toenadering tussen de fel rivaliserende regering en de oppositie: op het punt van Kosovo is men het geheel eens. Ex-president Sali Berisha, leider van de oppositie, maakte gisteren na ruim een half jaar een eind aan een boycot van het door de regerende socialisten beheerste parlement. Hij eiste in een toespraak een militaire interventie van de NAVO in Kosovo om te voorkomen dat het conflict daar de hele regio in brand zet. (Reuters, AP, AFP)
|
NRC Webpagina's
6 MAART 1998
Domicilie, |
Bovenkant pagina |