K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
Burt Reynolds
Door HANS BEEREKAMP Je kon het zien aankomen, maar toch is het cadeautje waarmee Burt Reynolds vandaag zijn 62ste verjaardag viert tamelijk verrassend: een Oscarnominatie voor de beste mannelijke bijrol in Paul Thomas Andersons film Boogie Nights. Halverwege de jaren tachtig leek Reynolds' hegemonie als gemakzuchtige, van zelfspot vervulde macho-ster abrupt afgelopen. Burton Leon Reynolds jr. (Waycross, Georgia, 11 februari 1936), vele jaren de besnorde en atletische aanvoerder van de klassementen in de vakbladen van meest lucratieve ster, leek het aanvankelijk allemaal aan te zijn komen waaien. Hij speelde twee keer een indiaan in een televisieserie en debuteerde onopvallend in de oorlogsfilm Operation Amsterdam (1958); de doorbraak kwam in 1972 met de hoofdrol in John Boormans Cajun-avontuur Deliverance én een opvallend optreden als centerfold in Cosmopolitan. Hij schmierde zich vervolgens met bravoure een weg door even onbeduidende als succesvolle publieksfilms als Smokey and the Bandit (drie afleveringen), The Cannonball Run (twee afleveringen), The Best Little Whorehouse in Texas, Sharky's Machine en The Man Who Loved Cat Dancing, vaak als sheriff, gevangene of souteneur en regisseerde zelf vier kleine films, waaronder de van opmerkelijk slechte smaak getuigende zelfmoordklucht The End (1978). Van zijn titelrol in de Truffaut-remake The Man Who Loved Women (Blake Edwards, 1983) was alleen de titel adequaat. Het leek erop dat de tand des tijds Reynolds' fysieke kwaliteiten als appetijtelijk, maar intens onaardig mannetjesdier voorgoed buiten werking had gesteld. Zijn lange ervaring maakte echter dat hij als abjecte oudere sleazeball steeds beter ging acteren. In Striptease (Andrew Bergman, 1996) was Reynolds' rol van een aan de voeten van Demi Moore kwijlende politicus al het beste dat die film te bieden had. De gerechtigheid van een late eerste Oscarnominatie komt nu met de rol van een pornoregisseur en pater familias van de seksindustrie in Paul Thomas Andersons Boogie Nights. Het feit dat die film in de jaren zeventig is gesitueerd, de swingende hoogtij van Reynolds' sterstatus, doet het dubbeltje vallen. Bij het typische Reynolds-personage past immers eerder impliciete tragiek dan de komische brille, waarmee hij zichzelf placht te overschreeuwen. Hij zou de ideale Larry Flynt zijn geweest, die nu in de film van Milos Forman gespeeld werd door Reynolds' opvolger in het hersenloze hengstengenre, Woody Harrelson.
|
NRC Webpagina's
11 FEBRUARI 1998
|
Bovenkant pagina |