K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
Uitgebracht op video door Warner Home Video. Italiaanse remake griezelklassieker
Door DANA LINSSEN
En geheel volgens de regels is het een onbekommerde mix van B-filmcitaten geworden. Smerige splatter-effecten worden afgewisseld met subtiele suspense, een beetje horror, een vleugje sadomasochisme, een snufje voodoo en de kitscherig uitgelichte rondingen van een dame van dubieuze zeden in een kostuumfilm. De film had niet misstaan in het verder wat magere 'Italian Exploitation'-retrospectief dat tijdens het komende International Film Festival Rotterdam wordt vertoond. Niet alleen is Wax Mask een van de meest recente oplevingen van de giallo-film, ook is het de laatste filmproductie waar de in 1996 overleden genrespecialist Lucio Fulci bij betrokken was; hij tekende voor het scenario en zou de film aanvankelijk regisseren. Hedendaags boegbeeld van de Italiaanse horrorfilm Dario Argento initieerde het project en nam de productie op zich. En de regie werd na de dood van Fulci overgenomen door Sergio Stivaletti, die eerder naam maakte met de special effects en grime van onder meer Argento's La sindrome di Stendhal (1996) en de culthit Dellamorte Dellamore (1994) van Michele Soavi. Wax Mask is gebaseerd op André de Toths horrorklassieker House of Wax (1953), zelf ook weer een herverfilming van het lange tijd verloren gewaande Mystery of the Wax Museum (1933) van Michael Curtiz. Fulci cum suis behielden de hoofdpersoon, een rancuneuze kunstenaar die in zijn wassenbeeldenmuseum griezelig realistisch afgebeelde moordtaferelen heeft verzameld, waar van alles mee aan de hand blijkt te zijn. Ze verplaatsten de setting naar het Rome van 1912 en rommelden wat met de verdere uitwerking van de plot. Was Vincent Price in 1953 nog een venijnige schurk met artistieke aspiraties, Robert Hossein geeft gestalte aan een ontspoorde alchemist, een perverse Dr. Frankenstein. En gooide Price zijn slachtoffers nog gewoon in de kolkende was, Hossein brengt ze in een staat van 'levende dode'. Wax Mask is ode, pastische en parodie tegelijkertijd. Hoe ontrouwer de film aan z'n voorgangers wordt, hoe ranziger en amusanter. Met name het zombie-element dat aan de film is toegevoegd (Fulci deed eerder zombieklassiekers over) is zowel griezelig als grappig. En ook de ongebreidelde orgie van special effects waar Stivaletti zich tegen het einde van de film in uitleeft staat garant voor veel plezier. Het volgende project waaraan Argento en Stivaletti zullen samenwerken is waarschijnlijk de remake van een ander hoogtepunt van het griezelgenre: The Mummy (Karl Freund, 1932). Het moet voor make-up artist Stivaletti beslist een uitdaging zijn om in minder dan de acht uur tijd die Boris Karloff naar verluidt nodig had om zich tot Egyptische mummie te transformeren, met iets minstens even spectaculairs te komen.
|
NRC Webpagina's
21 JANUARI 1998
|
Bovenkant pagina |