U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    E C O N O M I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  


Falend beleid nekte kleine verzekeraar

Door onze financiële redactie
ROTTERDAM, 13 DEC. De levensverzekeraar Vie d'Or die in 1993 op de fles ging, werd gekenmerkt door falend directiebeleid, belangenverstrengeling, meewerking aan (pogingen tot) belastingontduiking, tekort schietende controle door commissarissen en een krakende administratie.

Deze waslijst van onregelmatigheden komt naar voren in een 150 pagina's tellend rapport van drie experts die op verzoek van de ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam de opkomst (in 1985) en ondergang van Vie d'Or hebben onderzocht. Het rapport is gisteren bij de Ondernemingskamer gedeponeerd, die binnen enkele maanden een oordeel zal vellen.

De uitkomsten van het rapport bieden nieuwe munitie voor de Stichting Vie d'Or die de belangen van de ongeveer 11.000 gedupeerde polishouders behartigt. Hun schade is door de Stichting op ongeveer 180 miljoen gulden becijferd. De Stichting bereidt schadeclaims voor tegen diverse partijen, waaronder grootaandeelhouder en directeur F. Maes, de externe accountant en de Verzekeringskamer, die toezicht uitoefende op Vie d'Or.

De onderzoekers mr. J. Rijkels, prof. drs. J. van Kollenburg en drs. J. Jansen schetsen het beeld van een explosief gegroeide verzekeraar, waar de administratie de groei niet kon bijbenen, terwijl de directie uitbundige contracten met tussenpersonen afsloot om de productie te verhogen. De toegekende provisies en ,,royalties'' waren in een aantal gevallen zo hoog dat zij een bedreiging vormden voor de solvabiliteit van Vie d'Or. Het meest extreme geval was een tussenpersoon die op deze manier ruim 20 miljoen gulden verdiende. Doordat sommige van deze betalingen via een Antilliaanse dochter werden gedaan, werkte Vie d'Or mee aan (pogingen tot) belastingontduiking door derden, aldus het rapport.

Door de snelle groei in 1989 en daarop volgende jaren had Vie d'Or regelmatig extra kapitaal nodig om te blijven voldoen aan de eisen die de Verzekeringskamer stelde, hetgeen alsmaar moeizamer ging. In de loop van 1993 werd de financiële toestand steeds penibeler, eind november kreeg Vie d'Or uitstel van betaling.

De problemen werden versterkt doordat oprichter, grootaandeelhouder en directeur Maes ,,zijn persoonlijke belangen regelmatig onvoldoende ondergeschikt heeft gemaakt aan zijn verantwoordelijkheid als directeur van Vie d'Or''. Zo noemen de onderzoekers het onaanvaardbaar dat Maes een poging om een kapitaalkrachtige partner te vinden begin 1993 torpedeerde omdat hij liever eerst zijn eigen aandelen in Vie d'Or wilde verkopen.

De onderzoekers maken verder melding van een lening van 675.406 gulden van Vie d'Or aan president-commissaris drs. B. van Dommelen. De voorwaarden van de lening werden niet vastgelegd. Na het bankroet bleek de toegzegde zekerheid voor terugbetaling van de lening niet aanwezig.

Volgens het rapport zijn de commissarissen ernstig tekortgeschoten bij de controle op Maes en op de andere directeuren. De Verzekeringskamer wordt in een geval, de ontbinding van een financieringscontract tijdens de surseance van Vie d'Or, onzorgvuldig gedrag verweten.

NRC Webpagina's
13 DECEMBER 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)