U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    A C H T E R P A G I N A  
NIEUWS   | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

De Saddam van Den Haag

H.J.A. HOFLAND
De rol die de Surinaamse adviseur van staat Desi Bouterse in de Nederlandse politiek speelt doet dikwijls denken aan wat Saddam Hussein voor de Amerikanen is, en soms ook doet. De mate van invloed die beide heren op de wereldpolitiek, de internationale vrede en veiligheid hebben, valt niet te vergelijken. Saddam is een dictator met een geheime politie die het volk onder de duim houdt. In zijn land worden op zijn gezag waarschijnlijk nog altijd gevaarlijke wapens gemaakt en verborgen. Met niet aflatende behendigheid weet hij zich te onttrekken aan de internationale inspectie die hem zou moeten ontmaskeren.

Met dit alles bewijst hij niet alleen dat hij aan de definitieve nederlaag in de Golfoorlog is ontsnapt, maar dat hij door deze krachtmeting niet is geïmponeerd. Ook in die delen van de Arabische wereld waar men hem het liefst zo vlug mogelijk kwijt wil, wekt hij louter door deze demonstratieve onverslaanbaarheid sympathie. Hij tart de grootste macht ter wereld. Die ontbreekt het, zoals de afgelopen maand weer is gebleken, aan politieke middelen om Saddam binnen het bereik van de militaire middelen te brengen. Daardoor is hij in de Amerikaanse politiek een onverdeeld gehaat man.

De betrokkenheid van Desi Bouters bij de decembermoorden van 1982 staat vast. Hij wordt verdacht van politieke machinaties en handel in cocaïne. Dat is allemaal al heel anders dan het fabriceren van bacteriologische wapens. De Nederlandse justitie is er al een poos van overtuigd, het bewijs tegen Bouterse als drugshandelaar rond te hebben. Op grond daarvan heeft de Nederlandse regering in augustus van dit jaar via Interpol een internationaal arrestatiebevel doen uitgaan. Het trof ongelukkig. Het werd bekend op de dag dat de Surinaamse president Wijdenbosch op doorreis in Nederland was aangekomen om hier met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven te praten. De verdachte was intussen door Wijdenbosch tot adviseur van staat benoemd. Dit luide signaal, vond het Nederlandse kabinet kennelijk, mocht niet van doorslaggevend belang zijn. Het recht moest zijn loop hebben.

In de verte, heel ver weg, maar toch deed het ook een beetje denken aan het Nederlandse voornemen om 'Soekarno te gaan halen'. De vraag bleef inmiddels niet of, maar hoe Bouterse moest worden gearresteerd. Dit leidde tot onenigheid of misverstanden tussen de ministers Sorgdrager en Van Mierlo. Laatstgenoemde bracht een bezoek aan Brazilië, buurland van Suriname, waar de arrestatie misschien zou kunnen plaatsvinden. Het bleek dat de Braziliaanse regering nog aan het idee moest wennen. Paramaribo had intussen intrekking van het arrestatiebevel geëist. Daar kon, moet men daar ook hebben geweten, geen sprake van zijn. Zo werd Bouterse steeds belangrijker als middelpunt tussen de twee partijen die zich verder in de betrokken uitzichtloze stellingen ingroeven. Hoe meer inspanningen van Nederlandse kant om de van drugssmokkel verdachte als zodanig te 'signaleren' en te laten arresteren, hoe steviger de positie van de adviseur van staat in zijn eigen land. Op die manier krijgt Desi Bouterse vooral in sommige Haagse kringen een Saddam-achtige status. En tegelijkertijd vervult binnen de gegeven proporties, Nederland in Paramaribo de rol die in Bagdad aan Amerika is toebedeeld.

Dit laatste blijkt uit de toespraak van president Wijdenbosch op de Surinaamse Dag van de Onafhankelijkheid. Den Haag, liet hij nauwelijks verhuld weten, respecteert de onafhankelijkheid niet. Met de Nederlandse vriendschap is Suriname in 22 jaar niet opgeschoten. Misschien werd het tijd om het Nederlands af te schaffen. Hoe het zonder de Nederlandse ontwikkelingshulp zou moeten weet niemand, maar dat is een economisch vraagstuk dat door het politieke kan worden overwoekerd als de omstandigheden meewerken - en in de verhouding tussen een voormalige kolonie en kolonisator zou dat niet de eerste keer zijn. Raadpleeg de jongste vaderlandse geschiedenis! Verborgen miskenning, wrok, gekoesterde verwijten over en weer zijn er genoeg om van een kwaadaardig vuurtje een verwoestende brand te maken. Dat kunnen beide landen zich om voor de hand liggende redenen niet veroorloven.

Eén vergelijking gaat niet op. De verhouding tussen Suriname en Nederland nu lijkt niet op die tussen Indonesië en Nederland veertig jaar geleden, al zijn er punten van herkenning. In Nederland wonen 200.000 Surinamers, om te beginnen. Lang niet allen zijn aanhangers van Bouterse of zijn politieke vrienden, maar heel veel zijn er die zich in de eerste plaats Surinaams voelen en zich daarna afvragen waar volgens de regels van het Nederlandse recht Desi Bouterse moet worden geplaatst. Het kan in Den Haag juridisch onbegrijpelijk worden gevonden, maar het is een politiek feit van belang. Dan is er de Nederlandse ontwikkelingshulp, die een vijfde van de Surinaamse begroting dekt. Wij in Den Haag, wij van het p.model, vinden dat er betere manieren zijn om het daar te gebruiken. Herinneren we ons de motieven waarom we dit niet geringe bedrag destijds beschikbaar hebben gesteld? We deden dat ook 'om de fouten uit het verleden te vermijden'. De grootste fout die nu in Den Haag kan worden gemaakt komt regelrecht uit het verleden. Die fout bestaat hierin dat we de Nederlandse verhouding tot Suriname tot een Bouterse-politiek laten worden. Dat is geen politiek, maar een krachtmeting waarmee beide landen niets opschieten, en die door de adviseur van staat wordt gewonnen.

NRC Webpagina's
3 DECEMBER 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)