NIEUWSSELECTIE
KORTE
BERICHTEN
RADIO & TELEVISIE
MEDIA
|
Pontier legt commissariaat van AEX neer
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 6 NOV. Algemeen directeur J.H. Pontier van effectenbank Bank
Bangert Pontier is vanmorgen tijdelijk teruggetreden als lid van de raad
van commissarissen van de Amsterdam Exchanges, de combinatie van de
Amsterdamse effecten- en optiebeurs.
In het onderzoek naar de beursfraudezaak rond effectenkantoor Leemhuis &
Van Loon heeft justitie bij Bank Bangert Pontier rekeningen aangetroffen
van E.J. Swaab, tot zeer recent directeur van Financial Trading &
Consultancy (FTC).
Anderhalve week geleden deed justitie huiszoekingen bij het appartement
van Swaab in Amsterdam en bij zijn kantoor in Londen. Daarbij werd een
grote hoeveelheid contant geld aangetroffen dat afkomstig was van
rekeningen bij Bank Bangert Pontier. De rekeningen van Swaab bij de bank
zijn inmiddels opgeheven. Swaab ontkent alle betrokkenheid bij de
beursfraudezaak.
Pontier wil elke associatie tussen de beursfraude-affaire en de raad van
commissarissen van de AEX vermijden. ,,De heer Pontier is tot dit
besluit gekomen in verband met recente publicaties over de mogelijke
betrokkenheid van een cliënt van Bank Bangert Pontier bij
transacties die aanleiding zouden kunnen vormen voor een justitieel
onderzoek'', aldus een verklaring van de bank. Pontier trekt zich terug
,,totdat nadere duidelijkheid over deze zaak is verkregen''. Pontier is
een van de twaalf leden van de raad van commissarissen van de AEX.
De beurs wil niet reageren op de melding van het openbaar ministerie dat
enkele - nog onbekende - topfunctionarissen uit het bedrijfsleven zijn
gearresteerd. Volgens een zegsman is het de verantwoordelijkheid van een
beursfonds zelf om melding te maken van een eventuele arrestatie. ,,Zij
moeten de afweging maken of iets koersgevoelig is.''
De Vereniging voor de Effectenhandel (VvdE), die tot 1 januari van dit
jaar het bestuur voerde over de Amsterdamse Beurs, heeft verontwaardigd
gereageerd op de suggestie dat de Vereniging het toezicht op de
beurshandel heeft verwaarloosd. Het was juist justitie dat niet
voldoende was uitgerust om op de naleving van de regels toe te zien,
schrijft voorzitter B.F. baron van Ittersum in een brief aan minister
Zalm van Financiën. De Vereniging onderkende de afgelopen tien jaar
de noodzaak van strengere regels en een actievere controle, schijft Van
Ittersum. Daar heeft de VvdE ook bij de overheid op aangedrongen en aan
meegewerkt. De Vereniging deed jaarlijks onderzoek naar twintig tot
dertig dossiers. Daarvan werden jaarlijks ongeveer tien, voornamelijk
met betrekking tot vermoedens misbruik van voorwetenschap, aan justitie
gemeld.
,,De Vereniging was naar haar aard beperkt tot controle en correctie van
de eigen regels voor de leden. Toen begin jaren negentig, met name
wegens de wetgeving van 1989 inzake misbruik voorwetenschap en
vermoedens van wetsovertreding een versterkt beroep gedaan moest worden
op justitie, bleek deze hiervoor op dat moment niet te zijn toegerust.
De Vereniging was niet bevoegd om dit gat te vullen'', aldus de brief
van de VvdE.
De Vereniging wijst er op dat de privacy-wetgeving de mogelijkheden voor
het Controlebureau om kennis te nemen van cliëntengegevens
beperkte; middelen als het onder ede horen of het verrichten van
huiszoeking stonden niet ter beschikking. ,,In feite beschikte het
Controlebureau over een grote hoeveelheid van in hoofdzaak anonieme
transactiegegevens.''
|
NRC Webpagina's
6 NOVEMBER 1997
|