U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Hossende ministers juichen te vroeg


Vier ministers zijn zó verbolgen over een advertentie met hun gemanipuleerde foto's, dat zij naar de rechter stappen. Bas Kist betwijfelt of hun beroep op het portretrecht kans maakt.

De ministers Kok, Van Mierlo, Zalm en Borst spannen een kort geding aan tegen Amstellease. De leasemaatschappij, die op Prinsjesdag in verschillende kranten een advertentie liet plaatsen met een gemanipuleerde foto van de vier ministers in een hossende pose, weigert deze plaat te rectificeren en de onrechtmatigheid van de advertentie te erkennen. De Rijksvoorlichtingsdienst ( RVD ) lijkt er niet aan te twijfelen dat de ministers door de rechter in het gelijk gesteld zullen worden ,,zodat dit soort praktijken tot het verleden behoren'', aldus J. van der Ploeg van de RVD afgelopen dinsdag in NRC Handelsblad.

Maar is het nu echt een 'gewonnen zaak' voor de bewindslieden? Ik waag het te betwijfelen. In het kort geding zullen de ministers zich beroepen op hun portretrecht. Het portretrecht regelt onder andere de rechten van degene van wie, zonder opdracht, een portret is gemaakt. Volgens de wet kan de geportretteerde zich verzetten tegen publicatie van het portret, voorzover een redelijk belang van de geportretteerde zich tegen deze openbaarmaking verzet.

Het zal duidelijk zijn dat de kern van het portretrecht zit in het criterium redelijk belang. Want wat is een redelijk belang? Uit de literatuur en rechtspraak blijkt dat twee soorten belangen kunnen bestaan: een commercieel belang en een privacy-belang. Het commerciële, of financiële belang speelt vooral een rol als het portret van een populaire artiest of een beroemde atleet door derden zonder toestemming wordt gebruikt voor promotionele doeleinden. Zo maakte de bekende Nederlandse bokser Arnold Vanderlijde enige jaren geleden met succes bezwaar tegen publicatie van zijn portret in Panorama. Het weekblad had zonder toestemming in het hart van het blad een als poster uitneembare foto van de bokser geplaatst. Omdat Vanderlijde volgens de rechter een verzilverbare populariteit bezit, moest Panorama de bokser een vergoeding betalen van 30.000 gulden.

Behalve een commercieel belang kan ook een privacy-belang van de geportretteerde zich verzetten tegen publicatie van een portret. Uit de krantenberichten lijkt het dat de ministers zich op dit belang willen beroepen. Maar maakt deze foto nu inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer? In de juridische literatuur wordt aangenomen dat politici en andere figuren uit het 'openbare' leven zich niet al te gemakkelijk achter een privacy-belang kunnen verschuilen. Door de publieke arena te betreden geven politici een belangrijk deel van hun privacy op.

Maar wellicht put de RVD ook moed uit een recent arrest van de Hoge Raad (2 mei 1997) over gebruik van portretten in reclame. Een discodanser die had opgetreden in de Amsterdamse discotheek iT maakte bezwaar tegen ongevraagde publicatie van zijn foto in een advertentie van de iT in de GAY-krant.

De Hoge Raad overweegt dat de geportretteerde in beginsel steeds een redelijk belang heeft zich te verzetten tegen gebruik van zijn portret als ondersteuning van een commerciële reclame-uiting. Dus ook de discodanser en, zo zou je zeggen, ook een politicus.

Echter, de Hoge Raad geeft in het arrest ook aan waarop dit redelijke belang van de geportretteerde is gebaseerd. Opname van een portret in een reclame, zo vervolgt de Hoge Raad, heeft tot gevolg dat de geportretteerde door het publiek geassocieerd zal worden met het product of de dienst waarvoor geadverteerd wordt. Het publiek zal er in het algemeen vanuit gaan dat het gebruik van het portret is geschied met toestemming van de geportretteerde. Opname van het portret zal worden beschouwd als een blijk van publieke ondersteuning van het produkt of de dienst door de geportretteerde, aldus de Hoge Raad.

Maar zal het publiek nu denken dat de vier ministers nota bene op Prinsjesdag meewerken aan de campagne van een leasemaatschappij? Dat gelooft toch niemand. Zal het publiek menen dat de heren Kok, Van Mierlo en Zalm en mevrouw Borst hiermee hun steun betuigen aan Amstellease? Iedereen zal begrijpen dat het hier om een getructe foto gaat, waaraan de ministers niet hebben meegewerkt. Het feit dat plaatsing juist op Prinsjesdag plaatsvindt zal dit gevoel alleen nog maar versterken. Daarmee lijkt de grondslag van het 'redelijke belang' van de bewindslieden hier te ontbreken. De hossende ministers moeten niet te vroeg juichen.

Bas Kist is als juridisch adviseur verbonden aan een merkenbureau in Amsterdam.

NRC Webpagina's
26 SEPTEMBER 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)