Blokkade treft fusieplannen stroomsector
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 13 SEPT. De aandeelhouders van de UNA,
elektriciteitsproducent voor Utrecht en Noord-Holland, gaan niet akkoord
met de voorstellen voor een fusie met de drie andere
electriciteitsproducenten. Daarmee blokkeren zij de vorming van
eén landelijk grootschalig productiebedrijf (GPB).
Volgens de fusievoorstellen zouden de vier Nederlandse stroomproducenten
(UNA, EPON, EZH en EPZ) per 31 maart volgend jaar moeten opgaan in het
GPB, het Grootschalig Productiebedrijf. Volgens de huidige voorstellen
moeten de distributiebedrijven de eigenaren worden van die nieuwe
landelijke bedrijf. De provincie Noord-Holland, die eenderde van de
aandelen van UNA in handen heeft, maakte gisteren echter bekend dat zij
er niets voor voelt haar aandelen over te doen aan de
distributiebedrijven.
In een brief aan de directie van UNA noemt de provincie deze eis
'onacceptabel'. Ook een aantal financiële kwesties is volgens de
provincie onbevredigend geregeld.
Ook het Utrechts college van burgemeester en wethouders (samen met de
provincie Utrecht voor een derde deel aandeelhouder van UNA, net als de
provincie Noord-Holland) verklaarde gisteren niets te zien in het
fusievoorstel. De gemeente Utrecht heeft bezwaren tegen overdracht van
haar aandelen, met name omdat het stadsbestuur in dat geval geen invloed
meer zou kunnen uitoefenen op de hoogte van de energietarieven. Ook ziet
het college vele haken en ogen in het businessplan voor het GPB.
Ook Amsterdam, de derde aandeelhouder, heeft zich tegen de vorming van
het GPB uitgesproken. Een woordvoerder van UNA zei gisteren dat de
directie van hetbedrijf teleurgesteld is over de opstelling van de
aandeelhouders.
Minister Wijers van Economische Zaken heeft er bij de vier grote
Nederlandse elektriciteitsproducenten op aangedrongen zich te buigen
over een fusie. De Europese energiemarkt wordt geliberaliseerd - een
nieuwe elektriciteitswet gaat binnenkort naar de Tweede Kamer - waardoor
de relatief kleine Nederlandse producenten te maken krijgen met grote
buitenlandse concurrenten.
Minister Wijers reageerde gisteren lauw op de uitlatingen van de
UNA-aandeelhouders. ,,Het is een zaak van de sector zelf om zich te
reorganiseren. Ik hoop dat bedrijven zich realiseren wat de consequentie
is als ze niet meedoen.''
Ook bij de Samenwerkende Elektriciteits Productiebedrijven (SEP), een
overkoepelende organisatie, heerst nog geen verontrusting. ,,We zijn
bezig met een consultatieronde'', zegt een woordvoerdster. ,,Alle
partijen krijgen nu de kans te reageren op fusievoorstellen die in juli
zijn opgesteld. Wij gaan er ook zeker niet vanuit dat de andere drie
partijen nu maar met zijn drieën verder moeten.'' De SEP houdt vast
aan de datum van 31 maart 1998 als oprichtingsdatum van het GPB.
In de onderhandelingen over de vorm van het GPB heeft UNA zich ook begin
dit jaar al in een uitzonderingspositie geplaatst. Op de achtergrond
speelt een discussie over de toekomstige inkomsten. In de huidige
situatie, zonder internationale concurrentie, komt de winst grotendeels
ten goede aan de huidige aandeelhouders. In de toekomst zullen de marges
mogelijk onder druk komen te staan, waardoor er minder geld binnen zal
komen bij provincie en gemeente.
De stroomproductiebedrijven Epon (Noord- en Oost-Nederland) en EPZ
(Zuid-Nederland) zijn al in handen van de distributiebedrijven. Van het
produktiebedrijf EZH in Zuid-Holland zijn, evenals bij UNA, lokale en
regionale overheden aandeelhouders (Zuid-Holland, Leiden, Delft, Den
Haag). De vier regionale productiebedrijven hebben samen een jaaromzet
van 6 miljard gulden en 5300 werknemers. Ze dragen zorg voor driekwart
van de Nederlandse stroomlevering.
|