K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
In: 13 theaters Uma Thurman is veel te slim om een dom blondje te spelen
Door HANS BEEREKAMP
Het is de naam van een radiotalkshow in Santa Monica van een vrouwelijke dierenarts (Janeane Garofalo), die bellende luisteraars van adviezen voorziet. Maar de waarheid over 'katten en honden' houdt ook in dat er twee soorten mensentypen bestaan, althans vrouwen: dom en mooi of slim en... Het woord 'lelijk' krijgt een van de personages niet eens de mond uit, zo beladen met taboes is in de (Amerikaanse) samenleving kennelijk de notie dat iemand wel eens minder aantrekkelijk zou kunnen wezen. Wie de premisse van een direct zichtbare hiërarchie in schoonheid al bij voorbaat met enige scepsis beziet, zal moeilijk meegesleept kunnen worden door The Truth about Cats & Dogs. De door scenarioschrijfster en voormalig discjockey Audrey Wells zelf aangehaalde vergelijking met Cyrano de Bergerac, waarin een welbespraakte verschoppeling een adonis de woorden in de mond legt bij het hofmaken, gaat mank omdat Cyrano door de lengte van zijn neus eerder gehandicapt was dan lelijk. In de film van Lehmann moet Garofalo een onaantrekkelijk propje voorstellen, dat zich na een persoonsverwisseling laat representeren door haar bloedmooie buurvrouw Uma Thurman. Beiden zijn verliefd op een leuke fotograaf (Ben Chaplin), die spannende telefoongesprekken voert met Garofalo, maar uitgaat met de intellectueel minder begaafde Thurman, in de veronderstelling dat zij de dierenarts is. De casting werkt niet mee. Thurman is veel te slim om voor dom blondje door te gaan, terwijl er op het uiterlijk van Garofalo in mijn ogen weinig aan te merken valt. Dat komt er nu van als je bij de productie van een komedie over vooroordelen niet verder kijkt dan je neus lang is en je in feite dus door precies dezelfde vooringenomenheid laat leiden. Wat The Truth about Cats & Dogs behalve wijsheid, mensenkennis en generositeit vooral mist is flair. Zelfs de scènes met dieren, waaronder een Deense dog op rolschaatsen en een introverte schildpad, zijn te lang uitgesponnen, te zwaar aangezet en simpelweg niet grappig genoeg. Het is doodzonde, want zowel Garofalo als Thurman is een inspirerende, veelzijdige actrice, een betere film waardig. Had regisseur Lehmann het aangedurfd om een onerotische actrice in de zich daartoe lenende rol neer te zetten (het is realistisch dat sommige mensen zich gewoon niet bezig houden met relaties, niet omdat ze niet aantrekkelijk zijn, maar omdat de gelegenheid zich niet voordoet, en ze zich naar die modus gaan gedragen), dan was The Truth about Cats & Dogs misschien een veel leukere film geworden. De tot enkele minuten ingedikte telefonische conversatie van zeven uur, die Garofalo en Chaplin voeren, had genoeg potentie om uit te groeien tot een klassieke scène over aarzelend voorspel in de telecommunicatie. Maar ook in de afwikkeling van de telefoonseks betoont Lehmann zich een laf en behaagziek regisseur.
|
NRC Webpagina's
18 JUNI 1997
|
Bovenkant pagina |