U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    K U N S T  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

De Sterren

Michael Douglas

Door HANS BEEREKAMP
In een reeks korte profielen van gezichtsbepalende filmsterren deze week acteur en producent Michael Douglas, die nu een jager speelt in 'The Ghost and the Darkness'.

De roem van Michael Douglas (New Brunswick, New Jersey, 25 september 1944) berust niet op uiterlijke kenmerken, zoals het van zijn vader, de ster Kirk Douglas, geërfde kuiltje in de kin of een stem vol imposant craquelé. Ook al is Douglas jr. nog steeds een van de meest appetijtelijke Hollywoodsterren van zijn generatie, het is vooral de schrandere aanwending van zijn invloed in de filmindustrie, ook in de keuze van zijn rollen, die hem tot een unieke figuur maakt.

De acteercarrière van Douglas, die lang vooral bekend was van de tv-serie The Streets of San Francisco, stond lang in de schaduw van zijn succes als producent. De eerste speelfilm waarbij Douglas als uitvoerend producent optrad, One Flew over the Cuckoo's Nest (Milos Forman, 1975) bezorgde hem meteen een Oscar voor de beste film. Als overtuigde 'liberal' entameerde hij de voor een breed publiek bestemde film over de gevaren van kernenergie The China Syndrome (James Bridges, 1979), waarin hij zelf de hoofdrol speelde tegenover Jane Fonda.

Zijn doorbraak als ster kwam tot stand door een andere eigen productie, Romancing the Stone (Robert Zemeckis, 1984), een ironisch-feministisch antwoord op de Indiana Jones-serie.

De meeste van Douglas' personages zijn verwikkeld in een machtsstrijd. Het meest extreme voorbeeld is de met een Oscar onderscheiden rol van de effectenhandelaar zonder scrupules Gordon Gekko in Wall Street (Oliver Stone, 1987). Heel vaak delft Douglas het onderspit tegenover op macht beluste vrouwen: in Fatal Attraction (Adrian Lyne, 1987) tracht versmade minnares Glenn Close Douglas' gezin te vernietigen, in Basic Instinct (Paul Verhoeven, 1992) is Sharon Stone hem te slim af, in Disclosure (Barry Levinson, 1994) wordt hij het object van ongewenste intimiteiten van de kant van chef Demi Moore en in The American President (Rob Reiner, 1995) brengt hij zijn herverkiezing in gevaar door een affaire met milieulobbyiste Annette Bening. Toch nemen we Douglas haast nooit waar als willoos slachtoffer; de negatieve consequenties van het gebrek aan verzet van zijn personages tegen al die vrouwelijke dadendrang lijken eerder een ingecalculeerd risico.

Douglas' typische personage is het embleem van de moderne onzekerheid over (seksuele) identiteit. Michael Douglas staat in de frontlinie van de emancipatie, waar het niet per se onaangenaam toeven is. Het is logisch dat veel van zijn films (Basic Instinct, Fatal Attraction, Falling Down) ook maatschappelijk protest oproepen. Een ander gevolg is dat de casting van Douglas als onvervalste mannetjesputter, zoals de leeuwenjager in The Ghost and the Darkness, alleen nog maar als ironie uitgelegd kan worden.

NRC Webpagina's
11 JUNI 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)