K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
In: City Amsterdam, Pathé, Scheveningen. Jackie Chan is een lieve held
Door BIANCA STIGTER
First Strike lijkt op het eerste gezicht inderdaad op een James Bondfilm, met geheime diensten die elkaar voor de voeten lopen op zoek naar boeven die een kernwapen stelen en daarmee gevechten in de sneeuw van de Oekraïne en een aquarium in Australië noodzakelijk maken. Maar de toon is anders: de humor in First Strike is niet ironisch maar kinderlijk, het geweld niet spannend maar grappig, en ondanks de nadruk op dure, exotische locaties oogt First Strike veel goedkoper dan een James Bond. Ook de slechte Engelse nasynchronistie geeft de film iets provinciaals, ze hadden in Nederland misschien beter het Kantonese origineel kunnen vertonen. En Chan is geen James Bond, geen Sean Connery of zelfs Timothy Dalton, hij is Jackie Chan, lief, naïef, eerlijk, ontwapenend en inmiddels de populairste filmster van Azië, die met de 'kung fu comedy' zijn eigen filmgenre heeft uitgevonden. Ook in het Westen slaan zijn actiefilms aan, misschien omdat ze minder vermoeid ogen dan de Amerikaanse soortgenoten van de laatste jaren. Chan gaat zijn vijanden nog met levenslust te lijf, en onvolkomenheden in plot en decoratie zijn hem dan vergeven. Als Chan, die in februari te gast was op het Filmfestival van Rotterdam en ereburger van die stad was geworden als die titel had bestaan (op het laatste moment bleek dat niet zo te zijn), vergeleken moet worden met een andere filmheld, dan is het eerder Fred Astaire dan James Bond. Zoals Fred Astaire van elk voorwerp een danspartner kon maken, verandert Chan alles in een wapen. Daarom zijn de gevechten met sneeuwscooters, helikopters en haaien eigenlijk minder spectaculair dan die met ladders en stelten. Met die eenvoudige voorwerpen kan Chan, die altijd zijn eigen gevechten choreografeert, het beste laten zien hoe virtuoos hij is.
|
NRC Webpagina's
4 JUNI 1997
|
Bovenkant pagina |