O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
Tweedeling
De toenmalige partijleider zei tijdens de verkiezingscampagne van 1992: ,,Golkar moet een normale, moderne partij worden. Ik hoop dat de campagne-activisten deze keer niet overdrijven.'' Die opvatting kostte Golkar vijf procent van de stemmen. EEN NORMALE partij die niet overdrijft, krijgt geen driekwart van de stemmen, meende Harmoko, en hij haalde de zweep erover. Sinds hij voorzitter werd, leek het altijd campagne. Jarenlang trok hij in regeringstijd met zijn in geel gehulde karavaan van ministers en populaire artiesten van regentschap naar regentschap, terwijl de twee niet-regerende partijen, de nationalistische PDI en de semi-islamitische PPP, het nakijken hadden. Wie durfde vragen of de Golkar-campagne niet wat erg lang duurde, kreeg als antwoord: ,,Dit zijn werkbezoeken aan de afdelingen om het kader te motiveren.'' Harmoko's collega van Binnenlandse Zaken, luitenant-generaal b.d. Yogie S. Memet, hielp de concurrentie te bedwingen. Samen met de legertop belegde Yogie voor de steeds meer naar oppositie neigende PDI een congres, waar de populaire voorzitster Megawati Soekarnoputri, een dochter van 's lands eerste president, werd afgezet. Een meesterzet, zo blijkt nu. Volgens de voorlopige tellingen is de PDI geslonken van 15 naar iets meer dan 2 procent. RUIM ZESTIG procent van de Indonesiërs woont op het platteland, waar partijafdelingen al sinds het begin van Soeharto's Nieuwe Orde verboden zijn. Dit om het electoraat ,,niet in verwarring te brengen en de natie niet onnodig te verdelen''. De desa stemt dan ook gemeenlijk Golkar, aangemoedigd door het dorpshoofd, dat zijn kudde pleegt voor te houden dat niet-regerende partijen geen wegen aanleggen en evenmin voor de stroomtoevoer zorgen. De verkiezingsstrijd speelt zich af in de steden. Daar ging het deze keer aanzienlijk harder toe dan voorheen. De neutralisering van de vooral op Java succesvolle PDI heeft een politieke tweedeling geforceerd. Megawati en haar supporters wekten de kiezers op om hun stem uit te brengen op het enige nog voorhanden zijnde alternatief: de islamitisch georiënteerde PPP. Het stedelijke electoraat van Indonesië bestaat uit arbeiders, kleine scharrelaars en handwerkslieden, die nauwelijks meegenieten van de economische groei. Die bundeling van sociale en politieke onvrede deed het percentage van de PPP donderdag groeien van 17 naar 24 procent. OF DIT EINDRESULTAAT een getrouwe afspiegeling is van het feitelijke stemgedrag, blijft een open vraag. Diplomaten en andere officiële waarnemers durven de Indonesische regering niet openlijk te betichten van knoeierij met de verkiezingsresultaten. De telling van de stemmen in de wijken is weliswaar openbaar, maar de centrale computerverwerking is even transparant als een pausverkiezing. En in de beslotenheid van dat conclaaf is het verleidelijk om in het nationale belang een beetje te overdrijven.
|
NRC Webpagina's
31 MEI 1997
|
Bovenkant pagina |