R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE Televisie
|
O O G I N O O G :
Praten tegen meerdere mensen tegelijk
FRITS ABRAHAMS
Zouden de thuisblijvers niet een leuk zomeromroepje kunnen beginnen? Niemand zendt uit, dus er is een keur aan onderwerpen. Eindelijk de handen vrij: geen concurrentie van Sonja, Karel en Paul, Buitenhof sluit de poorten en zelfs Netwerk gaat naar een lagere frequentie. Bolkestein, altijd iets media-alerter dan zijn collega's, heeft al zijn maatregelen genomen. Hij is vorige week een eenmansomroep begonnen die praktisch elke dag zendtijd heeft. Komt er een nieuw boek van hem uit? Moet Venlo worden veroverd met een pittige speech? Frits verschijnt stralend in beeld. Het medium is de boodschap, nietwaar. Gisteren nam Hanneke Groenteman met haar zondagmiddagprogramma De Plantage voorlopig afscheid van ons. Er zijn heel wat programma's die ik gemakkelijker kan missen, al blijf ik moeite houden met die warme deken van complimenten waaronder de gasten soms bijna worden doodgeknuffeld. Een beetje meer pit zou in De Plantage geen kwaad kunnen. Er zijn momenten waarop iedereen zo ontzettend tevreden met zichzelf dreigt te worden - Hanneke als complimentenuitdeler, de gast als willige ontvanger - dat het gesprek ontaardt in een duet voor spinnende poezen. Judith Herzberg was te gast in de laatste uitzending voor de zomervakantie. Ik zou háár niet graag met een spinnende poes willen vergelijken. Daarvoor is ze in zo'n interview-situatie te gereserveerd en sceptisch. Weinig schrijvers zijn zó moeilijk te interviewen. Ook Maartje van Weegen probeerde het onlangs tevergeefs in Buitenhof. Herzberg is zó beducht voor persoonlijke, psychologiserende vragen dat ze er misschien beter aan doet om - net als collega Frida Vogels - alle interviews te weigeren. Het moet voor haar een ware bezoeking zijn, al die intieme of quasi-intieme vragen. Tegen Ischa Meijer zei ze in 1984: ,,Vóór mijn huwelijk was ik een uitbundig meisje. Daarna ben ik verlegen geworden. Dat heeft lang geduurd, en nog ben ik tamelijk stil in grote gezelschappen; juist omdat ik zo goed weet, dat wat ik zeg, persoonlijk tot één mens gericht is. Ik vind het verschrikkelijk moeilijk om het tegen meerdere mensen tegelijk te hebben.'' Het gevolg is dat ze de meeste vragen steeds ontwijkt of terugkaatst. ,,Jouw biografie lijkt in jouw gedichten te zien'', probeerde Groenteman. ,,Ze gaan vaak over andere mensen'', zei Herzberg. ,,Ik heb gehoord dat je moeilijk kunt kiezen'', zei Groenteman. ,,Van wie heb je dat gehoord?'' vroeg Herzberg. ,,Heb je afscheid van je ouders genomen toen je ging onderduiken?'' vroeg Groenteman. Herzberg: ,,Dat is een pijnlijk onderwerp, daar heb ik geen zin in, ik vertel het je wel eens privé.'' Wat je noemt: een stroef gesprek. Groenteman hoeft zich dat niet te verwijten, want het is nooit anders geweest met Judith Herzberg. Gisteren kwam even Herman de Coninck ter sprake, de vorige week gestorven Vlaamse dichter. Herzberg deelde hem in bij dezelfde 'familie van smaak'. In een essaybundel uit 1983, Over de troost van pessimisme, schreef De Coninck: ,,Ik heb Judith Herzberg eens geïnterviewd voor een klein publiekje, en als ik niet uitkeek was zij mij binnen de kortste keren aan het ondervragen in plaats van omgekeerd, niet bij wijze van stunt, maar gewoon uit interesse voor wat ik vroeg.'' De oorlog waarover Herzberg niet meer wilde praten, dook later op de avond explicieter op in de documentaire Vredenhof van John Appel. Een iets te trage film met ontroerende momenten. Vier mensen vertelden uitvoerig waarom ze vrijwel dagelijks dit Jordanese kerkhof aan de Haarlemmerweg bezochten. Het ging over verdriet dat maar niet wilde slijten. De dood van de gestorven dierbare was een obsessie geworden. De een wil openlijk over zijn verdriet praten, de ander juist niet.
T V V O O R A F : Humor van Carver verdwijnt op televisie
HENK VAN GELDER
Dat geldt ook voor De Witte Hal, de voorstelling van twee jaar geleden waarvan Wilbert Bank voor de NPS een tv-bewerking heeft gemaakt die vanavond wordt uitgezonden. We zien vier personages die hun best doen een witte tapijtenhal in te richten - en méér zien we niet, want van enige logica in hun handelen is nauwelijks sprake. Er wordt wat gezeuld met een rek, er wordt wat gesleept met tapijten, er worden wat strapatsen uitgehaald met een keukentrapje en er vindt een uitgesproken absurd gesprek plaats over de inhoud van een doos vol ,,dingen die je niet begrijpt'' en die blijkbaar tijdens de verhuizing boven water kwamen. De Witte Hal is, net als alle andere Carver-producties, bedacht door Beppie Melissen, die intussen bij tv-kijkers vooral bekend kan zijn door haar vrouwenrollen in de rake Derrick-persiflages van Jiskefet, en daarna uitgewerkt in hechte samenwerking met de drie andere vaste spelers (Leny Breederveld, René van 't Hof en Jim van der Woude). ,,In onze voorstellingen proberen wij een waarde toe te kennen aan het ogenschijnlijk waardeloze,'' zei Beppie Melissen begin deze maand in het Cultureel Supplement. Hier speelt ze, in een treffend gekozen blouse van goudlamé, de verkoopster die van de vier kennelijk de hoogste in rang is. Het lijkt er althans op, dat de andere drie dienen te doen wat zij zegt. Maar veel van hun handelingen zijn onduidelijk, en regelmatig ontspoort er iets. Ik kan me goed voorstellen dat er tijdens de voorstellingen heel wat is afgelachen om dit vruchteloze gedoe. De zeurderig uitgesproken zinnetjes (,,als we overal allemaal doekjes neerleggen, blijven we aan de gang'') en de zwijgend uitgevoerde slapstick moeten in het theater een aanstekelijk effect hebben gehad. In de tv-versie blijft dat effect, wat mij betreft, echter goeddeels achterwege. Misschien past de groteske uitvergroting van de vier figuren niet goed in het filmische realisme van een echte hal, waarin de verkoop straks ogenschijnlijk echt kan beginnen. Maar misschien komt het ook door de steken die Bank laat vallen als hij de droogkomische kunstenmakerij van de twee mannen in beeld moet brengen. Zo is de spastische klauterpartij van Jim van der Woude op een stapel tapijten destijds ongetwijfeld een hilarisch hoogtepunt geweest, terwijl daar nu - door de découpage - te weinig van overblijft. En de angstige manier waarop René van 't Hof een trappetje beklimt, is vanuit het hoge standpunt van de camera (van Peter Lataster) lang geen acrobatische topprestatie meer. Maar wat zich wellicht nog het meest wreekt, is het feit dat Carver in deze voorstelling geen geheim heeft verwerkt dat pas langzamerhand wordt ontvouwd. Zodra duidelijk begint te worden dat er geen sprake is van een intrige, valt de bodem eruit - en kost het mij, eerlijk gezegd, moeite om er met mijn aandacht bij te blijven. De figuren hebben geen geschiedenis en geen toekomst, ze dolen maar wat rond, en hun schaarse pogingen tot fysieke toenadering zijn te schamel om er iets ontroerends in te zien. Als de uitzending afgelopen is, is er in feite niets gebeurd. Het blijft lastig een theatervoorstelling aan te passen aan de televisie. Hier is dat in elk geval niet gelukt.
De Witte Hal, Ned.3, 20.30-21.29u. F I L M V O O R A F : Global Village
BAS BLOKKER
Vanochtend, in het programma Ontbijt-tv, legde filmer Johan van der Keuken uit dat zijn Amsterdam - Global Village ertussenin zit, tussen drama en documentaire. Het is te zien. De stad glijdt langs als een brede stroom en haar bewoners vertakken zich als zijrivieren. Soms roeit Van der Keuken er eentje op en volgt hem naar de bron - en daarbij heeft hij soms ingegrepen en gestileerd. De bronnen van degenen die Van der Keuken volgt, liggen altijd buiten de stad. Die is immers, getuige de titel, een dorp waar de wereld samenkomt. Zo komen we bijvoorbeeld in Bolivia terecht, in Tsjetsjenië en Zeeland. Het doet, in de vier uur die de film duurt, aan het verhaal over Amsterdam niet af. Iedereen die je hier op straat tegenkomt, draagt zijn eigen afkomst in zich. En toevallig ligt de afkomst van veel Amsterdammers wat verder weg dan die van Zwollenaars of Spakenburgers. Khalid, de brommerkoerier die voortdurend stoned door het verkeer raast, is met zijn Johan Cruijff-dictie niet minder Amsterdams dan de twee vrouwen die uit het raam hangend een luide dialoog voeren over de beste plekjes in Portugal. In een interview met deze krant heeft Van der Keuken gezegd: ,,Wat ik interessant vind aan documentaires is dat de personages een leven hebben buiten de film.'' Het stromende gevoel van Amsterdam - Global Village is daar de weerslag van. Amsterdam Global Village (1), Ned.3, 23.24-0.14u.
|
NRC Webpagina's
26 MEI 1997
|
Bovenkant pagina |