U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

De gedroomde opmars van de zaktelefoon

Door Michiel van Nieuwstadt
Hebben Nederlanders er behoefte aan mobiel te bellen? De vraag is niet bijzonder relevant volgens directeur J. de Wit van Libertel, met een marktaandeel van iets minder dan een kwart na PTT Telecom Nederlands tweede aanbieder van mobiele telefonie. ,,Had u 15 jaar geleden behoefte aan een cd-speler?'', vraagt hij. ,,Bestond er twee generaties terug behoefte aan televisie? Nee toch! We hebben te maken met een opvoedingsproces.'' De Wit verwacht dat ook Nederlanders die zich dat nu niet realiseren in de toekomst willen bellen zonder binding aan een vaste plek.

Het leger mobiele bellers in Nederland verdubbelde in het afgelopen jaar tot meer dan een miljoen. Libertel en PTT Telecom voorzien dat eind dit jaar een op de tien Nederlanders een mobiel toestel bij zich zal dragen. ,,We zitten nu op een penetratie van zeven tot acht procent,'', zegt P. van Doorn, directeur van de divisie 'Mobiele Netwerk Diensten' van PTT Telecom. ,,Dat is niets. Na deze zomer gaat de kurk van de fles.'' Tegen het einde van deze eeuw rekenen de aanbieders erop dat 20 tot 25 procent van de Nederlanders mobiel belt. De hooggespannen verwachtingen zijn vooral gebaseerd op de enorme groei die mobiele telefonie heeft doorgemaakt in Scandinavische landen. In Finland overtreft het aantal mobiele aansluitingen volgens cijfers van telefoonfabrikant Nokia sinds het afgelopen jaar het aantal vaste lijnen. Volgens Nokia zal in Denemarken, Zweden, Noorwegen en Finland rond de eeuwwisseling de helft of meer van de bevolking in bezit zijn van een mobiele telefoon.

Tot op heden kan het enthousiasme in Nederland niet tippen aan de stormloop in Scandinavië. Gezien de enorme afstanden die overbrugd moeten worden is mobiel telefoneren in Zweden, Finland of Noorwegen veelal de enig mogelijke manier van communiceren. ,,Gezien ons vaste netwerk is de noodzaak tot mobiel bellen in Nederland minder'', erkent Van Doorn. ,,Maar uiteindelijk krijgt iedereen een mobiele telefoon. Daar twijfel ik niet aan.''

Ter illustratie schetst hij een Scandinavisch tafereel: ,,Stel je voor. Als je in een Zweeds hotel 's ochtends aan de onbijttafel komt praten de mensen niet met elkaar. Iedereen zit mobiel te bellen.'' Libertel noch PTT Telecom vrezen dat de ergernis die mobiel bellen kan oproepen in restaurants, treinen, theaters of andere openbare gelegenheden de ontwikkeling van mobiele telefonie zal remmen.

De Wit ziet een gelijkenis tussen de mobiele telefoons en draagbare audio-apparatuur. Volgens hem zijn voor beide langzaam maar zeker gedragsregels gegroeid. ,,U herinnert zich nog wel dat mensen met luid spelende gettoblasters op hun schouders door de straten en over het strand liepen? Dat zie je nu toch nauwelijks meer.'' Volgens De Wit speelt ook jaloezie jegens bezitters van een mobiele telefoon een rol bij eventuele ergernissen.

Hoewel de aanbieders ervan uitgaan dat regels voor gebruik zich vanzelf ontwikkelen en dat Nederlanders elkaar zullen corrigeren bij storend gebruik hebben zowel Libertel als PTT Telecom gedragsregels opgesteld, die overigens niet kunnen worden afgedwongen. Libertel presenteert begin volgende maand een boekje waarin wordt aangegeven in hoeverre gebruik van een mobiele telefoon 'past' in diverse situaties. PTT Telecom wijst erop sinds 1995 een etiquette te hanteren waarin gebruikers onder meer wordt geadviseerd in openbare gelegenheden gebruik te maken van voicemail, een antwoorddienst die PTT Telecom ook vaste abonnees gratis wil gaan bieden. Ook short message service, een techniek die het verzenden en ontvangen van korte tekstboodschappen mogelijk maakt, biedt mogelijkheden tot minimalisering van ergernissen.

In winkelstraten schieten zaken waar mobiele telefoons en bijbehorende abonnementen worden verkocht als paddestoelen uit de grond. Aanbieders PTT Telecom en Libertel hebben elk eigen distributiekanalen, respectievelijk Primafoon en Liberfone. Andere zogenoemde 'service providers' opereren onder namen als Debitel, Intercity, Talkline, Phones 4U en Unique Air. Volgens een rapport in opdracht van de Nederlandse vereniging BTG van grote afnemers van telecommunicatie leverden de negen bestaande aanbieders begin dit jaar in totaal 70 abonnementsvormen.

De kosten voor de consument bestaan uit de aanschaf van een zaktelefoon en aansluitingskosten plus de maandelijkse bedragen voor het abonnement en gesprekken. Uit de combinatie daarvan is een ondoorzichtig woud van aanbiedingen ontstaan. De voordeligste kan alleen worden berekend als de beller vantevoren weet hoeveel hij gaat bellen, op welk tijdstip (overdag of 's avonds en in het weekeinde) en waarheen (binnen of buiten de regio). Tegenover kortingen bij werving van een klant stellen service providers veelal langdurige contracten van één tot enkele jaren om de 'investering' in de klant terug te verdienen.

,,Toen wij in oktober 1995 begonnen had nog maar twee procent van de Nederlanders een mobiele telefoon'', zegt De Wit. ,,Een toestel kostte acht- tot negenhonderd gulden. Wij zijn begonnen toestellen te subsidiëren. De situatie is nu doorgeschoten. Klanten worden binnengehaald met een gratis telefoontoestel plùs een gratis aansluiting en ook nog een paar maanden lang een gratis abonnement.'' Advocaten plaatsten onlangs in deze krant vraagtekens bij de houdbaarheid van dergelijke langdurige contracten. De Wit sluit zich daarbij aan. ,,Contracten die de consument voor langer dan een jaar binden zijn juridisch moeilijk te verdedigen'', zegt hij. PTT Telecom is minder stellig. ,,Consumenten kiezen zelf voor dit soort verplichtingen'', zegt Van Doorn. De wildgroei in abonnementen heeft vooralsnog niet geleid tot afbraakprijzen. Aanbieders Libertel en PTT Telecom lijken ,,qua produkt en tariefstelling als twee druppels water op elkaar'', concludeert de BTG. Volgens de belangenvereniging zijn prijzen tussen oktober 1996 en januari jongstleden nauwelijks gedaald. ,,Op de consumentenmarkt was sprake van kortingenacties en niet zozeer van structurele prijsdalingen'', erkent De Wit. Van Doorn is ervan overtuigd dat de prijsdalingen doorgaan. ,,Over geheel 1996 zijn de abonnements- en gesprekskosten gedaald met 25 tot 30 procent'', zegt hij. ,,Dit jaar voorzie ik een vergelijkbare daling.''

Vanwege de onstuimige groei hebben PTT Telecom en Libertel eerder de vrees uitgesproken dat zij snel tegen de capaciteitsgrenzen van hun gsm-net zullen oplopen. Directeur De Wit verwacht minister Jorritsma (Verkeer en Waterstaat) al deze zomer te kunnen aantonen dat de ruimte in de ether die zijn bedrijf toegewezen heeft gekregen onvoldoende is.

Van Doorn van PTT Telecom is minder uitgesproken over de 'grenzen aan de groei' van het huidige gsm-net. ,,'Vol' is onjuist geformuleerd'', zegt hij. ,,Boven een bepaald aantal abonnees krijg je problemen op bepaalde hotspots, waar veel wordt gebeld. De vraag is wat je daarmee doet.'' Volgens Van Doorn kan met nieuwe technieken efficiënter gebruik worden gemaakt van bestaande ruimte.

,,Ik vergelijk het met een snelweg'', zegt hij. ,,Daar kun je ruimte creëren door nieuwe rijbanen aan te leggen. Op het ministerie wordt in dat verband geproken over 'asfalt bijkwasten'. Wij denken dat het anders kan. Dankzij nieuwe technieken kunnen auto's dichter bij elkaar rijden.''

De nuance van Van Doorn lijkt verklaarbaar. Volgens het ministerie van Verkeer en Waterstaat is afgesproken dat ruimte in de ether die PTT Telecom nu gebruikt voor analoge telefoonabonnementen - waaronder een goedkope abonnementsvorm als 'Hi' - ter beschikking wordt gesteld voor gsm-telefonie als aanbieders aantonen dat ze met de huidige capaciteit niet uit de voeten kunnen. Volgens Libertel is dat dus al deze zomer. Maar Van Doorn bestrijdt dat capaciteit kan worden weggesnoept van PTT Telecom. ,,Dat gaat niet door'', zegt hij. ,,Wij hebben op ons analoge net honderduizenden tevreden klanten die gekozen hebben voor een goedkope oplossing. Moeten wij naar hen toe stappen en uitleggen dat ze moeten overstappen naar een duurdere techniek? Dat is niet betamelijk.''

Als voorbeeld van de mogelijkheden die een nieuwe techniek kan bieden noemt Van Doorn het gsm-net op autobanen in en rond Amsterdam. ,,De omgeving rond het congrescentrum RAI is een nachtmerrie voor de conventionele techniek'', zegt hij. ,,Als iedereen 's avonds vanuit de file naar huis gaat bellen - 'ik kom wat later' - dan krijg je problemen. Het net is berekend op automobilisten die voorbijracen, niet op 25 tot 30 bellers ineens. Daar komt bij dat mobiel verkeer in het zakelijk centrum in de buurt verstoord worden.''

PTT Telecom wil het probleem oplossen door meer ontvangstcellen te plaatsen (Van Doorn spreekt van microcellen). Die kunnen worden bevestigd aan verkeersportalen, waaraan ook de richtingwijzers boven de snelweg zijn vastgemaakt. In Amsterdam zal PTT Telecom in deze techniek 60 miljoen gulden investeren. Voor andere grootstedelijke gebieden zoals Utrecht en Rotterdam komen vergelijkbare oplossingen.

Na deze zomer zullen twee nieuwe aanbieders een licentie verwerven voor mobiele telefonie. Als de Tweede Kamer instemt met de plannen van Jorritsma worden twee vergunningen geveild voor een combinatie van de bestaande gsm-techniek en dcs 1800, de opvolger daarvan. Die combinatie is mogelijk omdat Nederland een deel van de ether, de zogenoemde extended gsm, gaat gebruiken voor gsm-telefonie dat tot op heden was bestemd voor militair gebruik.

Dcs 1800 biedt een grotere capaciteit dan gsm, dat op zijn beurt een grotere reikwijdte heeft en dus minder zendmasten vergt. Voor dun bevolkte gebieden kan gebruik worden gemaakt van de gsm-frequenties terwijl bijvoorbeeld in de randstad dcs 1800 kan worden toegepast.

Libertel en PTT Telecom, zelf onder protest uitgesloten van de licenties die deze zomer bij opbod verkocht worden, hebben vraagtekens geplaatst bij de combinatie van extended gsm en dcs 1800. Van Doorn van PTT Telecom voorziet problemen bij de toepassing van de nieuwe techniek in grensgebieden. ,,In Duitsland is extended gsm nog in gebruik voor militaire toepassingen'', zegt hij. ,,Ik ben benieuwd hoe daar wordt gereageerd als een nieuwe aanbieder de communicatie van het Duitse leger verstoort.'' Van Doorn wijst er verder op dat nieuwe aanbieders te maken krijgen met een techniek die nog niet is uitgekristalliseerd. Hij betwijfelt of aanbieders als Philips, Ericsson, Motorola en Nokia met telefoons en zendmasten op de markt zullen komen zolang onduidelijk is in hoeveel landen de nieuwe technologie, waarmee Nederland vooralsnog voorop loopt, wordt omarmd.

E. Groenendijk, project manager van Enertel, een alliantie van Nederlandse energie- en kabelbedrijven is er daarentegen van overtuigd dat de zendmasten en toestellen voor de nieuwe technologie op tijd beschikbaar zullen zijn. Enertel dingt in een consortium met ABN Amro en de mobiele telefoniebedrijven T-Mobil (dochter van Deutsche Telekom) en Orange (Groot-Brittannië) naar een van de licenties. Groenendijk wijst erop dat 22 landen ruimte in de ether voor de nieuwe technologie hebben opgeofferd zodat er draagvlak is voor de nieuwe technologie.

Als het consortium dit najaar een licentie verwerft verwacht Groenendijk dat in het najaar van 1998 een landelijk dekkend netwerk kan worden geboden. De bouw van een mobiel netwerk is onmisbaar onderdeel van de strategie van Enertel. Dat geldt ook voor Telfort, een gezamenlijke onderneming van de Nederlandse Spoorwegen en British Telecom en evenals Enertel een gegadigde voor een licentie.

Vooralsnog hebben geen andere bedrijven hun belangstelling voor de mobiele vergunningen erkend. Maar ook de namen van Rabobank, TeleDanmark en het Amerikaanse Airtouch worden genoemd in verschillende samenwerkingsverbanden. Of een onverwachte nieuwe partij de Nederlandse mobiele telecommarkt deze zomer zal opschrikken blijft voorlopig koffiedik kijken. De licentie wordt verstrekt aan de hoogste bieder en niet, zoals de Libertel-vergunning, in een 'beauty contest' aan de meest geschikte partij in de ogen van de overheid. Daarom voelen niet alle kandidaten nu al de behoefte zich te profileren.

NRC Webpagina's
21 MEI 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)