U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    K U N S T  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

T I T E L : Conte d'Eté
R E G I E : Eric Rohmer
M E T : Melvil Poupaud, Amanda Langlet, Gwenaëlle Simon, Aurélia Nolin

In: Rialto, Amsterdam; 't Hoogt, Utrecht, Chassé, Breda; Filmhuis, Leeuwarden.

Stoelendans voor zomerharten

Door BIANCA STIGTER
Het is maar goed dat Conte d'Eté van Eric Rohmer nu in de bioscoop draait, en niet in de winter. Dan zou de Bretonse zomer, die Rohmer zo hartstochtelijk helder in beeld brengt, nog meer iets zijn om naar te verlangen. Maar misschien is een roulement in de lente eigenlijk nog pijnlijker; als het weer bijna net zo mooi is als in de film, lijkt het verhaal waarin Gaspard verzeilt raakt niet meer iets waarvoor je alleen maar op de zomer hoeft te wachten om het mee te maken. Je moet er ook jong voor zijn. Heel jong.

Gaspard (Melvil Poupaud) gaat met zijn gitaar naar Dinard en hij kent er niemand. Hij slentert, hij koopt een ijsje, hij zwemt, hij eet een crêpe en hij leest erbij, en dat ellendige gevoel van dagenlang niet praten welt en welt tot hij op het strand wordt aangesproken door Margot, het meisje van de crêperie (en van Pauline à la plage, beiden gespeeld door Amanda Langlet). Dan begint een stoelendans voor harten. Want Margot heeft een vriend en Gaspard wacht op een vriendin, nu ja, een vriendin, hij is verliefd op haar, en misschien komt deze Léna ook naar Dinard. Misschien.

Margots vriend is in het buitenland en zij neemt Gaspard op sleeptouw. In de disco kijkt Solène naar hem. Gaspard ziet het niet, maar Margot wel, en zij drijft hem in haar armen. Maar dan komt Léna toch aanzetten. Met wie moet Gaspard nu naar het eilandje Ouessant?

Conte d'Eté is de 21ste speelfilm van de inmiddels 77-jarige Rohmer, en de derde film in zijn seizoenenserie, het doorzichtigste alibi, om na de series 'Contes moreaux' en 'Comediés et proverbes' trouw te blijven aan zijn naar de liefde lonkende adolescenten. En die liefde is zo anders dan die van Romeo en Juliet: niets staat de jongens en meisjes in de weg om geliefden te worden, behalve zijzelf.

Rohmer koos lang geleden een pad waar weinig kunstenaars voor kiezen. Hij pept het leven niet op met buitenissige omstandigheden, hij maakt milde moraliteiten van alledaags narcisme. Een reisje naar Ouessant voelt belangrijker dan de oorlog en ellende van anderen. Wie die waarheid niet verdragen kan, heeft het moeilijk bij Rohmer. Het lijkt alsof de regisseur zich daar ook van bewust is, alsof hij er onderhuids steeds naar verwijst. Pesterig.

Rohmers jongeren, pas afgestudeerde wiskundigen en antropologen, hebben zelfs geen oog voor de schoonheid van het landschap waar Rohmer ze met wijde blik in plaatst, voor het zand, voor de zee, ze lopen erop, ze zwemmen erin, maar ze zien het niet. Wij wel.

Bijna nooit komen de meisjes tegelijkertijd in beeld, het is Gaspard en Léna, en Gaspard en Solène en dan weer Gaspard en Margot. En onvermijdelijk kiezen we partij. Léna (Aurélia Nolin) heeft de langste benen en het blondste haar, maar ze zegt domme dingen als 'soms zou ik dom en lelijk willen zijn'. Solène (Gwenaëlle Simon) is wulps, maar ze gaat nooit tijdens het eerste afspraakje met een jongen naar bed. Solène heeft een heleboel principes. Rohmer dirigeert Gaspard, die zegt te geloven in 'de gewoonte van het toeval' naar Margot, kleine, slimme, domme, zomersproetige Margot. Ze praat maar door over Léna en Solène, en ze is boos als Gaspard voor de ene kiest en nog bozer als hij de ander prefereert. En al gunnen we Margot best een leukere jongen dan de slome Gaspard, háár moet hij willen. En haar wil hij, hij buigt zich voorover voor een kus, de zee is kalm en blauw, hij komt nog iets dichterbij, het gras is hoog en groen, hij doet zijn ogen dicht. Maar Margot begint weer te kletsen.

Ze zullen later vast nog wel eens terugdenken aan die zomermiddag, Gaspard en Margot, ook al zijn ze al lang gelukkig met Michelle en Edouard, of hoe hun toekomstige gelieven ook mogen heten. Wij ook. Ze bestaan echt, en op de een of andere magische manier zal hun herinnering ook de onze worden. Romeo en Juliet blijven altijd anderen.

Het Nederlands Filmmuseum in Amsterdam wijdt vanaf 5 juni een groot retrospectief aan Rohmer.

NRC Webpagina's
21 MEI 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)