U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    S P O R T  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s



Dromen van maan en ster op de borst

Door Hans Klippus
Ze groeiden op in Nederland en spreken beter Nederlands dan Turks. Toch hebben alle Nederlandse voetbaltalenten van Turkse komaf een grote droom: spelen in het Turkse nationale elftal, spelen in het shirt met de maan en de ster op de borst. Daar verlangden ze als kind al naar. Salih Yildiz, een 18-jarige verdediger die bij Ajax is opgeleid, mocht onlangs in Ankara een week meetrainen met de selectie van Jong Turkije. Hij speelde ook in een oefenwedstrijd tegen een clubteam. ,,Ik heb dat shirt dus aan gehad'', klinkt het trots. ,,Ik was heel emotioneel, kreeg er kippenvel van. We verloren met 5-1, maar dat maakte me niets uit.''

Kenan Durmusoglu speelt bij AZ in Alkmaar. Hij is een van de drie Turken in de Nederlandse eredivisie. Hij droomt van een uitverkiezing in een vertegenwoordigend Turks elftal. ,,Ik denk dat ik helemaal gek zou worden als ik voor de nationale ploeg wordt uitgenodigd. Dat shirt, het volkslied, een vol stadion: wat zou ik trots zijn!''

Het lijkt zo mooi, een Turks talent dat zijn voetbalopleiding in Nederland krijgt en later furore maakt bij een Turkse topclub en de Turkse nationale ploeg. Meestal draait die droom echter uit op een nachtmerrie. Met trieste en soms verbijsterende verhalen keren de spelers terug naar Nederland. Ze kunnen niet wennen aan het type voetbal in Turkije. Bovendien worden ze vaak onheus bejegend door hun landgenoten. Turken die in het buitenland zijn opgegroeid, worden beschouwd als verraders. ,,Ik werd regelmatig uitgemaakt voor kaaskop. Mijn beste vriend noemde me eens een varkenskop'', vertelt de 26-jarige Ali Topsan, oud-speler van Eindhoven.

Topsan wil jonge landgenoten voor dezelfde ellende behoeden. Daarom heeft hij een stichting opgericht die sinds januari Turkse talenten begeleidt en adviseert. ,,Er is veel werk te doen. Bij elke grote club speelt wel een Turkse jongen in het hoogste jeugdelftal'', zegt Topsan, wiens eigen loopbaan door een chronische liesblessure is afgebroken. ,,Ik kan zelf niets meer bereiken, maar hoop anderen op weg te helpen. Ik heb zelf vroeger altijd een goede adviseur gemist.''

In zijn ontwikkeling als voetballer werd Topsan nadelig beïnvloed door zijn vader. In Turkse gezinnen is vaders wil nu eenmaal wet. Topsans vader was een fanatieke voetbalfan. Hij was in zijn geboortestad Bolu beheerder van het stadion en droomde van een succesvolle carrière voor Ali ,,Mijn zoon wordt voetballer, zei mijn vader altijd. Ik hoefde van hem ook niet naar school. Dat vond ik zo raar. Iedereen moest naar school, behalve ik.''

Het beoogde contract bij Boluspor, de club van zijn vader, bleek voor Topsan niet haalbaar. Hij kon wel aan de slag bij het kleinere Düzcespor, maar dat wilde zijn vader weer niet. Die beschouwde het als een afgang als zijn zoon daar zou gaan spelen. ,,Achteraf gezien had ik het wel moeten doen. Misschien had ik via Düzce wel de top kunnen bereiken.'' Toen later ook een overgang naar Galatasaray niet doorging, voelde de jonge Topsan zich ontredderd. Hij had geen toekomst meer en raakte bekneld tussen twee culturen. ,,Ik voelde me Turk, maar ik gedroeg me als een Nederlander. Nergens was ik thuis. Daar heb ik het heel moeilijk mee gehad.''

In tegenstelling tot Topsan hebben de meeste Turkse jongeren te maken met desinteresse van hun vaders. Die willen dat hun kinderen snel geld gaan verdienen om de familie te ondersteunen. Ze worden ook vaak vroegtijdig uitgehuwelijkt. Zo trouwde Kenan Durmusoglu van AZ op jonge leeftijd met een meisje uit Turkije. Na terugkeer in Nederland hield zijn huwelijk slechts zes weken stand.

Net als Durmusoglu heeft Fuat Usta, speler van Fortuna Sittard, het aardig getroffen met zijn vader. ,,Ik mocht zelf kiezen wat ik wilde gaan doen'', vertelt Usta. Durmusoglu is zijn vader dankbaar voor het zetje dat hij kreeg toen hij nog in de jeugd van Heracles speelde. ,,Ik was in die tijd een beetje gemakzuchtig. Toen heeft mijn vader me een keer op zaterdag meegenomen naar zijn werk, een textielweverij. Daar moest ik schoonmaken, acht uur lang. Nou, nou, dat was zwaar. Wat wil je, vroeg mijn vader daarna: hier werken of voetballen? Toen wist ik het wel.''

Topsan adviseert jonge voetballers een goede schoolopleiding te volgen. ,,Ik heb genoegen genomen met LTS. Dat is niks.'' Topsan en zijn collega's praten niet alleen met de spelers zelf, ook met hun ouders. De stichting begeleidt momenteel onder anderen Salih Yildiz. Hij speelde vierenhalf jaar in de jeugd bij Ajax en was zelfs aanvoerder van het A1-elftal. Onlangs werd hij echter geroyeerd door de Amsterdamse club, omdat hij zijn studie had verwaarloosd. ,,Ik kreeg een brief van Ajax van vijf regels, dat was het. Mijn ploeggenoten wisten het toen al twee weken, die hadden het van de trainer in de kleedkamer gehoord.''

Topsan heeft Yildiz proberen op te vangen. ,,Salih dacht er zelfs aan helemaal met voetbal te stoppen. Om hem er weer een beetje bovenop te helpen, hebben we geregeld dat hij met Jong Turkije mocht meetrainen.'' Na een weekje Ankara is Yildiz weer vol goede moed. Deze week tekende hij een contract bij Vitesse. De geboren en getogen Amsterdammer had ook in Turkije kunnen gaan voetballen, maar daar voelde hij zelf niets voor. Yildiz schrok zich rot in het trainingskamp van de Turkse nationale jeugdselectie. ,,Qua speelstijl lopen ze daar heel ver achter. Individueel zijn het stuk voor stuk fantastische voetballers, beter nog dan hier. Tactisch was het een rotzooi.''

Yildiz maakte ook buiten het veld rare dingen mee. ,,Mijn medespelers negeerden me, ze konden me blijkbaar niet uitstaan. Ze waren jaloers. Ik kom uit Europa, ik had Ajax achter mijn naam staan. Zoiets steekt. Zelfs mijn schoenen werden gestolen door een ploeggenoot. Een paar uur later kwam hij me dat zelf vertellen. Ik heb hem die schoenen toen maar geschonken.'' Op het veld merkte Yildiz dat sommige spelers hem bewust niet aanspeelden. Hagenaar Ahmet Keloglu, die elf jaar lang in de Turkse competitie voetbalde: ,Ik weet niet of ze dat expres doen. Ik dacht dat eerst ook. Maar het gaat Turkse spelers alleen om het passeren van tegenstanders. Ze lopen allemaal te pingelen. Pas op het laatste moment, als ze dreigen de bal te verliezen, geven ze 'm een keer af. Ik denk dat Turken in het algemeen niet zo geschikt zijn voor teamsporten. Ze zijn eigenwijs, volgen hun hart en zijn moeilijk te sturen.''

Fuat Usta, vorig najaar teruggekeerd bij Fortuna Sittard, stuitte in Turkije op andere problemen. Bij Besiktas, een van de grote drie clubs in Istanbul, werd hij binnengehaald door de Duitse trainer Christoph Daum maar die verdween vrij snel van het toneel. Daarom kwam Usta in anderhalf jaar niet verder dan twee volledige wedstrijden en vier invalbeurten. ,,In Nederland sta je in het elftal als je goed voetbalt, in Turkije als je een vriend in het bestuur hebt.'' Volgens Ali Topsan is alleen Mustafa Yucedag (30) als Nederlandse Turk in zijn vaderland werkelijk geslaagd. De voormalige Ajacied speelde in een tijdsbestek van zeven jaar voor vier Turkse clubs, waaronder Fenerbahce en Galatasaray. Hij kwam vijftien keer uit voor de nationale ploeg. Topsan: ,,Ik ben laatst met Mustafa in Turkije geweest en heb gezien hoe populair hij daar is. Ongelooflijk. Een koning is hij! Overal wordt hij herkend.'' Zelfs Yucedag heeft gemengde gevoelens over Turkije en het Turke voetbal. Zelfs een sterspeler werd niet door iedereen geaccepteerd. ,,De meeste Turken hebben een droombeeld van Nederland'', vertelde hij twee jaar geleden bij terugkeer in Nederland. ,,Ze denken dat het geld hier aan de bomen hangt. Dat wekt jaloezie op.'' Ahmet Keloglu, oud-speler van FC Den Haag, speelde in 1985 zijn enige interland voor Turkije. Hij verloor met 8-0 van Engeland. Vervolgens werd de bondscoach ontslagen en werd Keloglu niet meer uitgenodigd voor het nationale elftal. Toch hield de Hagenaar het elf jaar vol in Turkije, vooral om financiële redenen. ,,Ik wilde al na drie maanden weg, maar ik had een contract getekend. En wat ik daar kreeg, kon ik nooit in Nederland verdienen. Ik dacht aan mijn toekomst.''

Keloglu vindt het onverstandig wanneer Turkse voetbaltalenten meteen op een aanbieding van een Turkse club ingaan. ,,Laten ze eerst proberen in Nederland het hoogste niveau te bereiken'', zegt de oud-prof. ,,Als dat echt niet lukt, kunnen ze het alsnog in Turkije proberen. Je moet daar aan alles wennen, niet alleen aan het voetbal. Als je niet bij een topclub speelt, moet je soms twintig uur in de bus zitten voor een uitwedstrijd. En mooie velden zijn er niet. We trainden bij Galatasaray op een zandveld. Het leek net schuurpapier.''

Ali Topsan heeft ook zijn bedenkingen over een snelle carrière in Turkije, maar zal een talent nooit de weg naar zijn vaderland versperren. ,,Iedereen is vrij om te doen wat hij wil. Maar we waarschuwen spelers voor wat ze kunnen verwachten. Natuurlijk zou het mooi zijn als iemand het daar wel een keer zou redden.''

Topsan wil bewijzen hoe goed de in Nederland spelende Turken zijn. Hij probeert van hen een elftal te formeren. Een wedstrijd tegen Nederlandse Surinamers lijkt hem een aardig idee. De Turkse voetbalbond heeft zijn medewerking al toegezegd. Alleen een sponsor ontbreekt nog. ,,Het zou jammer zijn als we niet kunnen bewijzen hoe goed we zijn'', zegt Topsan. ,,Ik durf met dat elftal zelfs de strijd aan met Besiktas of Galatasaray.'' De negatieve verhalen en adviezen kunnen de Nederlandse Turken niet afschrikken. Het blijft hun grote wens in het vaderland carrière te maken. ,,Ik moet het gewoon redden'', zegt Durmusoglu vastberaden. Zelfs Usta hoopt op een tweede kans in Turkije. ,,Alleen als je daar speelt, heb je een goede kans op het nationale elftal. Verder dan de Turkse topclubs kijkt de bondscoach niet. Zelfs Murat Yakin van Grasshoppers (doelpuntenmaker tegen Ajax in de Champions League, red) kreeg geen kans.''

Ook Salih Yildiz, die voor zes jaar bij Vitesse heeft getekend, verwacht nog eens in Turkije te voetballen. ,,Nu zeg ik nee, maar ik weet zeker dat die drang later toch naar boven komt.'' De voormalige Ajacied heeft het shirt waarin hij de oefenwedstrijd met Jong Turkije speelde, weer moeten inleveren. ,,Ik heb niet gevraagd of ik het mee naar huis mocht nemen. Dat durfde ik niet. Maar nu heb ik er spijt van.''

NRC Webpagina's
29 MAART 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)