O P I N I E
|
NIEUWSSELECTIE
|
H O O F D A R T I K E L :
De CDA-familie
Een zo nadrukkelijk uitgedragen keuze voor het gezin, doet vermoeden dat er ook een aanzienlijke politieke beweging tegen het gezin is. Maar de bewijsvoering daarvoor is van CDA-zijde nogal mager. In het rapport wordt gesproken over ,,beeldvorming'' waaruit naar voren komt dat Nederland niet meer is geïnteresseerd in gezinsvorming. ,,Beleid gericht op de emancipatie van de vrouw lijkt de plaats ingenomen te hebben van beleid gericht op gezinnen'', aldus de notitie. Twee alinea's verder wordt echter gesteld dat ,,de emancipatie van de vrouw een onomkeerbaar proces is''. Maar dat betekent dat de emancipatie niet zozeer het gevolg is van bewust beleid. Het heeft er dan ook meer de schijn van dat het CDA omwille van het eigen politieke profiel een kunstmatige tegenstelling creëert. Iets dat overigens een goed gebruik is in de politiek. ,,DE VERZWEGEN KEUZE van Nederland'' heet het rapport van dit wetenschappelijk instituut. Deze titel is nogal grotesk tegen de achtergrond van de constatering in hetzelfde rapport dat de Nederlandse bevolking nog steeds in overgrote meerderheid voor het gezin kiest. Die keuze wordt ook helemaal niet verzwegen zoals iedereen dagelijks kan zien. Dat is dan ook de worsteling van het CDA: de partij afficheert zich als gezinspartij, terwijl Nederland in meerderheid voor het gezin kiest. Wel zijn de interne verhoudingen binnen het gezin anders dan vroeger: het model waarbij vader buitenshuis werkt en moeder thuis voor de kinderen zorgt, raakt steeds meer verouderd. Tussen 1975 en 1994 is de arbeidsdeelname van gehuwde vrouwen verdrievoudigd. Dit is een ontwikkeling die het CDA ten volle ondersteunt. De partij spreekt niet voor niets over een ,,modern gezinsbeleid'' en koppelt daaraan de vraag hoe de functie van het gezin kan worden ondersteund zonder dat ,,het erfgoed van de emancipatie'' teniet wordt gedaan. In de uitwerking van een dergelijk beleid, kan een partij als het CDA, die verantwoordelijkheid in eigen kring als leidend beginsel hanteert, eigenlijk niet veel meer dan enkele financiële randvoorwaarden stellen. Dat zijn dan ook de tastbare elementen in het rapport. Het CDA kiest voor de invoering van zorgloon, hogere kinderbijslag voor gezinnen op minimumniveau en enkele fiscale maatregelen. Zo stelt de commissie die het rapport heeft opgesteld voor om het huurwaardeforfait te laten dalen naarmate er meer kinderen in een gezin zijn. Ook bij de hoogte van het arbeidskostenforfait zou rekening moeten worden gehouden met het aantal kinderen. Daarmee onderscheidt de partij zich van de huidige trend die gericht is op verdere individualisering van zowel het fiscale als het sociale zekerheidsstelsel. Aan de andere kant heeft ook het kabinet-Kok, bijvoorbeeld in het 'armoededebat', duidelijk gemaakt een speciaal oog te hebben voor gezinnen op minimumniveau met kinderen. Zo wordt het debat over het gezinsbeleid al weer snel een debat over de maatvoering en de instrumenten en niet zozeer over het principe. IN NAAM VERTOONT het gezinsbeleid dat het CDA nu in het vaandel voert overeenkomsten met de 'family-value'-beweging die zeer actief is in de Verenigde Staten. Maar de praktische uitwerking is van een geheel andere orde. Waar de Amerikaanse beweging op dit punt een moreel oordeel van de overheid verlangt, zegt het CDA juist een gezinsbeleid te willen voeren zonder moralisering en zonder overheidsdwang. De partij zou die keuze niet eens kunnen maken. Het CDA is daarvoor onder invloed van het eigen 'Vrouwenberaad' te verlicht geworden. Het CDA kiest voor het gezin; het moderne gezin wel te verstaan. Maar zolang de andere partijen niet echt tégen het gezin kiezen, is de keuze die het CDA nu biedt zeer betrekkelijk.
|
NRC Webpagina's
17 JANUARI 1997
|
Bovenkant pagina |