M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Toestand gijzelaars is sereen, maar iedereen wil naar huis
Door onze correspondent MARJON VAN ROYEN
De gijzelingscrisis in Lima duurt vandaag op de kop af een maand. Even leek het erop of er een doorbraak zou komen, toen de gijzelhouders van de guerrillagroep Túpac Amaru woensdag instemden met de vorming van een 'garantiecommissie' om over een vreedzame oplossing te onderhandelen. In het voorstel van de regering zou de commissie bestaan uit een vertegenwoordiger van het Rode Kruis, het Vaticaan, de Peruaanse regering, en een lid van Tupac Amaru. 'Commandant' Serpa Cartolini stemde daarmee in. Maar de guerrillaleider wilde de groep tevens uitbreiden met een regeringsvertegenwoordiger uit Guatemala en eentje uit Europa. ,,Om het geheel meer gewicht te geven'', verklaarde hij in een toegevoegde radioboodschap. Met spanning werd uitgekeken naar het antwoord van de regering gisteren. Maar toen de officiële regeringsvertegenwoordiger, minister van onderwijs Domingo Palermo voor de microfoons in het regeringspaleis verscheen, veegde hij alle hoop in een keer van tafel. Een vertegenwoordiger uit Guatemala is voor de regering ,,absoluut niet acceptabel''. Als provocatie bijna voegde hij eraan toe dat, zolang de gijzeling duurt, de gevangenen van Túpac Amaru geen familiebezoek mogen ontvangen. De reactie van Serpa Cartolini liet gisteren dan ook niet lang op zich wachten: dialoog afgebroken. De belangrijkste eis van de gijzelnemers is immers de vrijlating van 440 van hun gevangen kameraden, en verbetering van de omstandigheden in de Peruaanse gevangenissen. Daarbij komt dat ergens halverwege de gijzeling Serpa Cartolini niet doof leek voor de mogelijkheid van vredesonderhandelingen met de regering, in ruil voor het neerleggen van de wapens. In Guatemala werd op 29 december jongstleden, na meer dan dertig jaar oorlog zo'n vredesakkoord met de guerrillabeweging getekend. Het was dan ook van symbolische waarde dat Serpa Cartolini nu vroeg om uitbreiding van de commissie met een Guatemalteeks regeringslid. Sinds het begin van de gijzeling hebben de Peruaanse mininster van Buitenlandse Zaken, Francisco Tudela, en andere Peruaanse hoogwaardigheidsbekleders die in de ambassade vastzitten, bij Cartolini aangedrongen op zo'n vredesonderhandeling. Tot nu toe had president Fujimori laten blijken er niet veel voor te voelen. ,, Wij maken het vredesproces door toepassing van de wet'', was zijn opvatting. Als een gecodeerde boodschap aan Fujimori bijna, kwam woensdag de gegijzelde Peruaanse minister van Buitenlandse Zaken, Tudela, voor de radio. Voor het eerst sinds het begin van de actie was er direct contact met één van de gegijzelden. In een kort gesprek met het Peruaanse televisiestation 'America' vertelde Tudela over de toestand van de gijzelaars. ,,Sereen, maar iedereen wil naar huis.'' Indirect spoorde hij de regering aan op het voorstel van Serpa Cartolini in te gaan: ,,onder de gijzelaars is veel solidariteit en vaste overtuiging dat de regering weet welke rol zij nu in een dialoog moet spelen'', zei Tudela. Tenslotte maakte hij ook een grap over de manier waarop de regering van Fujimori het voorstel van de Peruaanse gijzelaars om tot vredesonderhandelingen te komen had afgewezen. ,,Natuurlijk ben ik in contact met de regering'', antwoordde hij op een vraag van de verslaggever. ,,met al diegenen die hier samen met mij worden vastgehouden.'' Fujimori lijkt nu de deur definitief dicht te hebben gegooid. ,,Guatemala is iets heel anders dan Peru'', zei zijn officiële onderhandelaar gisteren. Wat nu? ,,Het lijkt erop of de druk van het leger groeit om toch nog tot een gewelddadige oplossing te komen'', zei een van Peru's politieke analysten gisteravond laat.
|
NRC Webpagina's
17 JANUARI 1997
|
Bovenkant pagina |