U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Zuid-Holland 'bankiert'
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Zuid-Holland 'bankiert'

Nieuws

Achtergrond

Chronologie

Documenten

Links

Chronologie

Reconstructie van 'bankierspraktijken' bij de provincie Zuid-Holland, met citaten uit het rapport van de commissie-Van Dijk:

11 oktober 1999
Ir. D. Luteijn (56), oud-senator van de VVD, wordt waarnemend commissaris van de koningin in Zuid-Holland.

6 oktober 1999
Commissaris van de koningin Leemhuis-Stout en gedeputeerde Heijkoop (CDA) maken hun aftreden bekend. Leemhuis zegt dit besluit al drie weken geleden te hebben genomen en daarvan op 4 oktober minister Peper (Binnenlandse Zaken) op de hoogte te hebben gesteld.

4 oktober 1999
Gedeputeerde Wolf (PvdA) maakt zijn aftreden bekend. Hij wil hiermee voorkomen dat het aanstaande debat over het rapport-Van Dijk slechts ,,over poppetjes'' zou gaan. Wolf noemt het ,,onfatsoenlijk en onzorgvuldig'' dat hij niet is gehoord door de commissie-Van Dijk.

1 oktober 1999
De commissie-Van Dijk publiceert haar bevindingen.

20 september 1999
Baarspul wordt ondersteund door tweehonderd collega's die een stille mars houden.

15 september 1999
De Jongs opvolger Huizer laat weten de strop in één keer te willen afschrijven door de reserves van de provincie aan te spreken.

10 september 1999
Ambtenaar Baarspul wordt geschorst door GS.

8 september 1999
Minister Peper verbiedt het bankieren formeel op aandrang van de Tweede Kamer.

27 juli 1999
Oud-minister Van Dijk (CDA), econoom van huis uit, gaat het grote onderzoek leiden.

26 juli 1999
Oud-wethouder Huizer (PvdA) volgt De Jong op.

23 juli 1999
Schimmelpenninck laat in een Statenvergadering weten dat er naast de 1,7 miljard ook nog eens voor 630 miljoen gulden aan 'nieuwe toezeggingen' is gedaan. Hij wijst er ook op dat de provincie flagrant in strijd heeft gehandeld met interne afspraken die in '91 zijn gemaakt en niet meer ruimte geven dan 25 miljoen per lening. De Jong kondigt 'zuur' zijn aftreden aan en meent dat het 'onterecht' is.

22 juli 1999
Voormalig president mr. H. Koning van de Algemene Rekenkamer wordt gevraagd het onderzoek te gaan leiden, maar onmiddellijk wordt zijn onpartijdigheid in twijfel getrokken, omdat hij en Leemhuis beiden lid zijn van de VVD. Koning ziet ervan af het onderzoek te leiden.

19 juli 1999
Bekend wordt dat de provincie ook voor de eigen huisvesting heeft gebankierd door 90 miljoen gulden te lenen aan GCI, de Duitse eigenaar van het nieuwe gebouw. De provincie verdient op die manier enkele miljoenen als tussenhandelaar en GCI is goedkoper uit dan op de echte kapitaalmarkt.

16 juli 1999
Provinciale Staten beleggen een spoedvergadering, waarbij wordt besloten mr. R.J. Schimmelpenninck een snelle inventarisatie van de bankierspraktijken te laten maken. Bovendien moet een speciale commissie de zaak diepgaand onderzoeken.

15 juli 1999
Leemhuis blijkt alle leningen persoonlijk te hebben ondertekend, maar zegt daar geen verantwoordelijkheid voor te kunnen dragen.

14 juli 1999
Leemhuis en De Jong maken bekend dat de provincie niet voor 500 miljoen, maar voor 1,7 miljard aan leningen heeft uitstaan. Leemhuis: ,,Ik viel bijna van m'n stoel.'' De provincie stopt per onmiddellijk met bankieren.

13 juli 1999
Het geheime besluit van 24 oktober 1995 komt naar buiten, plus een bedrag van 500 miljoen waarmee Zuid-Holland zou hebben 'gebankierd'.

9 juli 1999
GS beleggen een persconferentie en tonen zich verbijsterd. Gedeputeerde De Jong zegt van niets te hebben geweten. Hij verwijt accountantskantoor Ernst & Young dat niemand hem op de gevaren heeft gewezen.

7 juli 1999
Het Algemeen Dagblad meldt dat Zuid-Holland wordt meegezogen in het echec van Ceteco. Binnenlandse Zaken is hiervan niet op de hoogte.

Begin juli 1999
Ceteco laat weten geen rente meer te kunnen betalen. De provincie heeft twee leningen aan Ceteco uitstaan, samen goed voor 47,5 miljoen.

15 juni 1999
Baarspul lijkt de gaten creatief te willen gaan dichten. Hij legt Leemhuis een plan voor om de Waterschapsbank 'een toekomstlening met vooraf overeengekomen rente' in het vooruitzicht te stellen. Leemhuis weet er niet goed raad mee en houdt het plan een paar weken in beraad, tot ze de zaak schriftelijk voorlegt aan Brouwers opvolger De Jong. Die reageert nog dezelfde dag - 2 juli - met de opmerking: ,,Zo dol heb ik het nog nooit meegemaakt.''

14 mei 1999
De looptijd van Ceteco's eerste lening is verstreken, maar de provincie nog niets ontvangen.

April 1999
Bij Binnenlandse Zaken komt een tip binnen dat Zuid-Holland geld verstrekt aan particuliere bedrijven. De zaak wordt gemeld aan minister Peper. De ambtenaren op Binnenlandse Zaken weten op grond van eerdere gesprekken tot dan toe niet beter dan dat Zuid-Holland - conform de geldende afspraken - 'risicoloos' handelde. Peper neemt contact op met griffier Korff (VVD), de hoogste ambtenaar van de provincie. Ruim twee weken later laat Korff aan Peper weten dat hij de zaak zal natrekken.

11 februari 1999
Ceteco laat Baarspul weten dat het niet meer aan de verplichtingen kan voldoen. Enkele dagen later vertrekt gedeputeerde Brouwer, die op de hoogte moet zijn geweest van het fiasco, naar accountantskantoor KPMG in Den Haag.

29 december 1998
Het gaat slecht met Ceteco. Baarspul voorziet problemen en voert overleg met zijn chef Bloemendaal, hetgeen leidt tot het vorderen van dertig miljoen gulden. Ceteco kan daaraan niet voldoen. Enkele dagen later doet de onderneming het aanbod de schuld te vereffenen door de provincie aandelen aan te bieden. Baarspul accepteert dat niet en schrijft: ,,U dient te begrijpen dat dit voorstel onaanvaardbaar is. De provincie is geen geld- c.q. kapitaalverschaffer van bedrijven. Een bedrijf komt enkel als partij voor de provincie aan de orde indien de provincie uit haar normale geldstroom tijdelijk gelden over of tekort heeft. Alleen op grond van de wet is het verstrekken van gelden aan bedrijven met een ander doel dan een alternatief voor een tijdelijk bankdeposito strikt verboden.''

9 juli 1998
De zogenoemde 'samba-crisis' in Latijns Amerika grijpt om zich heen en treft Ceteco voluit. Ceteco geeft een zogeheten winstwaarschuwing af voor de aandeelhouders. Zuid-Holland vreest niet, want Ceteco betaalt netjes de rente.

2 juli 1998
Opnieuw zetten Baarspul en Ceteco een handtekening onder een lening. Ditmaal krijgt het bedrijf 35 miljoen gulden, die op 19 oktober 1999 moet zijn terugbetaald.

23 december 1997
Baarspul verschaft voor de vijfde maal een lening aan handelshuis Ceteco, van 12,5 miljoen gulden, die op 14 mei 1999 moet zijn terugbetaald. dient te zijn. De eerste lening kreeg Ceteco in 1995.

April en juni 1997
Binnenlandse Zaken wil nadere uitleg van Zuid-Holland. In overleg tussen ambtenaren van Binnenlandse Zaken en Zuid-Holland wordt meermalen de verzekering gegeven dat er bij het in- en uitlenen absoluut geen sprake is van risico's.

Oktober 1996
Routineus onderzoek van het ministerie van Financiën leidt tot argwaan op dit departement. Financiën waarschuwt Binnenlandse Zaken dat Zuid-Holland opmerkelijk veel leent en uitleent.

24 oktober 1995
Refererend aan de in 1988 mogelijk geworden 'leencultuur' lanceert ambtenaar Karel Baarspul 'vertrouwelijk' het idee om als provincie te gaan bankieren. Baarspul is sinds eind jaren tachtig belast met het beheer van het kasgeld, waarmee af en toe leningen aan instellingen worden verstrekt. Het plan dat Baarspul voorlegt aan GS behelst dat de provincie ook geld gaat lenen om dat vervolgens tegen hogere rente weer uit te lenen. Hij verwacht dat de provincie op die manier een bescheiden winst kan maken, van circa een half miljoen gulden op jaarbasis. Commissaris van de koningin Leemhuis-Stout is tegen deze constructie, maar wordt 'overruled' door de gedeputeerden. De 'bankiers-notitie' van de gedeputeerden eindigt met de slotzinnen: ,,Risicoloos, winstgevend voor alle betrokken partijen, voorziet in een behoefte, doet niemand oneigenlijke concurrentie aan en is ethisch verantwoord. En de provincie is echt niet de enige overheid die zo optreedt.'' Het besluit wordt niet naar het ministerie gezonden, terwijl dat volgens artikel 192 van de Provinciewet had moeten gebeuren. Met Leemhuis' instemming wordt besloten de bankiersactiviteiten vertrouwelijk te houden, waardoor Provinciale Staten feitelijk niet meer in staat zijn controle uit te oefenen. De daarop volgende drie jaar bankiert Baarspul voortreffelijk. De winst loopt op tot een verwacht resultaat van negen miljoen dit jaar. De commissie-Van Dijk gekenschetst het besluit van GS als 'uitmuntend door beknoptheid en ondoorgrondelijkheid'.

Augustus 1994
Zuid-Holland buigt zich over het eigen 'Projectplan Reinventing Government'. Toenmalig griffier B.B.M. van der Hart: ,,Deze vrucht van een studiereis die gedeputeerde Brouwer naar de VS had gemaakt, zoemde een jaar lang rond op het provinciehuis. (..) De tent heeft in die tijd op zijn kop gestaan. Weg met dat suffe gedoe, klonk het. Iedereen werd uitgedaagd om met creatieve ideeën te komen. Het voorstel om te gaan bankieren was daar één van.'' Principes uit het projectplan waren: ,,Laat je leiden door doelen, niet door regels en procedures.'' En: ,,Richt je ook op het verdienen van geld, niet op het louter uitgeven ervan.''

Augustus 1993
Gedeputeerde Brouwer (Financiën, PvdA) maakt op een studiereis in de VS kennis met de bestseller van Ted Gaebler en David Osborne, 'Reinventing the Government'. Brouwer en het hoofd van de afdeling Financiën gaan daarna nog eens terug naar Californië om ter plaatse te zien hoe aan dit ideaal vorm wordt gegeven.

22 maart 1991
Gedeputeerde Staten stellen het besluit 'Selectiecriteria geldmarktpartijen' vast, waarin nauw wordt gedefinieerd welke - degelijke - partijen voor leningen in aanmerking komen.

15 september 1988
Provinciale Staten van Zuid-Holland verklaren Gedeputeerde Staten bevoegd om 'gelden kortlopend aan te trekken of uit te zetten'. De begrenzing in tijd is twee jaar, in omvang 200 miljoen gulden. De achterliggende gedachte is dat de provincie op die manier dure leningen kan afkopen en oversluiten naar leningen met een lagere rente.

Augustus 1988
Staatssecretaris De Graaff-Nauta en minister Van Dijk (Binnenlandse Zaken) geven de provincies toestemming 'overschotten aan kasmiddelen kortlopend uit te zetten'.

NRC Webpagina's
11 oktober 1999

Den Haag

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad