California dreaming
 
Door 
  MENNO TAMMINGA
Het handelshuis Ceteco is dit
jaar twee keer bankroet gegaan. Een keer  op de Zuid-Amerikaanse
consumentenmarkten en een keer in het Zuid-Hollandse  provinciehuis.
De topmanagers die verantwoordelijk waren voor de uitvoering van het
plan  ('Turbo 1994-2001') om van het Nederlandse, beursgenoteerde Ceteco
de grootste  aanbieder van wit- en bruingoed in Zuid-Amerika te maken,
zijn verdwenen toen  het financiële echec zich vorig jaar
aandiende. In 1998 zette het bedrijf nog  voor meer dan 1,2 miljard
gulden om, het was werkgever van bijna 9.000 mensen,  die op een stuk of
vijftien na allemaal in Zuid-Amerika werkten. Ceteco haalde  2001 niet,
maar vroeg in juli zelf uitstel van betaling aan.
Deze week verdween ook de politieke top van de provincie Zuid-Holland,
die  verantwoordelijk was voor de oprichting en groei van een geheime
bank met een  balanstotaal van 1,7 miljard gulden, waaronder twee
leningen van samen 47,5  miljoen gulden aan Ceteco. Mokkend en morrend.
Zij traden af na een  vernietigend rapport van de commissie-Van Dijk
over politiek en ambtelijk  wanbeleid rondom de geheime bank.
Ceteco is een bedrijf, Zuid-Holland ambieerde een bedrijfsmatige status.
In  1994 ging een delegatie van de provincie, na een eerder bezoek aan
de  Verenigde Staten, nog een keer in Californië rondkijken. Hoe
bracht de lokale  overheid daar de nieuwe mantra van reinventing
government in de praktijk?  Gefascineerd kwam de delegatie terug.
Een van de uitkomsten van de reis was  het idee om geld met geld te
verdienen. Een eigen financiële afdeling, een  heuse
treasury, net als in het bedrijfsleven. Niet alleen het geld van
de  provincie rendabel beheren, maar ook zelf geld aantrekken en dat
weer uitlenen.
Intensivering van het treasury-beleid heette dat, een eufemisme waar het 
bedrijfsleven trots op zou zijn geweest. Ceteco bijvoorbeeld. Wat zei de 
Ceteco-topman eerder dit jaar toen zijn financieel directeur moest
vertrekken?  Diens carrière had "in goed overleg een andere
wending" gekregen. Zouden de ambtenaren en politici van Zuid-Holland na
hun trip naar de  Amerikaanse westkust de kranten nog hebben
bijgehouden? Eind 1994 ging Orange  County, een van de rijkste
districten van Californië, op de fles nadat de  lokale treasurer
zich vergaloppeerd had met complexe miljardentransacties op  de
geldmarkt. Twee maanden later verdween de Britse elitebank Barings in
een  zwart gat dat een eenzame handelaar in Singapore had gegraven met 
ongeautoriseerde miljardentransacties. Niemand kan sindsdien meer zeggen
dat  hij niet wist wat de risico's waren als andere partijen zich, met
meer of  minder financiële traditie, in de wondere wereld van de
geldhandel begaven. Tussen het politieke bedrijf van Zuid-Holland en het
commerciële bedrijf van  Ceteco blijkt een opmerkelijke
overeenkomst te bestaan, hoe verschillend hun  'kernbedrijf' ook is: van
ondernemers verwachten aandeelhouders winstgevende  groei, van het
publieke bestuur verwachten burgers zorgvuldigheid en  democratische
verantwoording. Wat Ceteco en Zuid-Holland gemeen hebben is 
ongecontroleerde expansie en dezelfde externe accountant, Ernst & Young,
maar  dat zal toeval zijn. Over het bestuur en de controle bij Ceteco
deden de  bewindvoerders vorige week in hun eerste rapport geen
uitspraken. Op de  schuldvraag en eventuele verwijtbaarheid zullen zij
later nog een keer  terugkomen. Duidelijk is wel dat bij Ceteco de
bestuurlijke controle niet zo  werkte als de leerboeken denken.
Ceteco-grootaandeelhouder Hagemeyer, ook een handelshuis, maar dan
groter, kon  of durfde in weerwil van zijn sterke positie (66 procent
van de aandelen, twee  van de zes commissarissen) de zaken niet
bijsturen. Hagemeyer kon of durfde  kennelijk ook de guerillastrijd
tussen de verschillende groepen banken van  Ceteco niet te beslechten.
De ongebruikelijke uithaal, twee maanden geleden, van ING-
bestuursvoorzitter G.  van der Lugt naar de rol van Hagemeyer bij de
financiering van Ceteco maakte  duidelijk hoe ijskoud de relaties zijn.
Van der Lugt verweet Hagemeyer met  zoveel woorden aan ING een garantie
te hebben gegeven voor leningen aan Ceteco,  maar toen puntje bij
paaltje kwam was er slechts een suggestie van een  garantie.
Het rapport van de commissie-Van Dijk boekstaaft de administratieve
chaos en  de falende controle van statenleden en van de eigen en de
externe accountants.   Zelfs de marktkrachten faalden: twee jaar geleden
kwamen twee vertegenwoordigers van een hele grote (niet nader genoemde)
bank klagen over  de lage rentetarieven die Zuid-Holland vroeg voor
leningen aan twee bedrijven.  Ook toen rinkelden geen bellen.
Het is verleidelijk de controleloze treasury als een typisch gevolg van
een  ambtelijke cultuur af te schilderen. Zulke manco's komen echter ook
in het  bedrijfsleven voor. ABN Amro publiceerde een maand geleden zelf
een kritisch  rapport van KPMG over een fraude ter waarde van bijna 200
miljoen gulden bij  een groot kantoor in Amsterdam. Rode draad: falende
interne controle.  
