Van Dijk velt hard oordeel
Bankieren was 'ontoelaatbaar'
Door onze redacteuren
DEN HAAG, 1 OKT.Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland hebben in 1995 een "ondeugdelijk en extreem
riskant" besluit genomen om te gaan bankieren. Het besluit is
"democratisch ontoelaatbaar omdat het Provinciale Staten buiten spel
zette". Dat concludeert de commissie-Van Dijk in het vanmorgen
gepubliceerde rapport 'Een doorboorde buidel'.
Het is aan Provinciale Staten om een politiek oordeel te vellen,
onderstreepte Van Dijk. Hij vindt zelf dat er geen mensen hoeven op te
stappen. "Mouwen opstropen en aan de slag", zei hij in een toelichting.
Commissaris van de koningin Leemhuis-Stout wilde vanmiddag nog niet
ingaan op eventuele persoonlijke gevolgen. "Het rapport lezend en de
daarbij behorende ongezouten kritiek heeft onze bange vermoedens sinds
6 juli bewaarheid. In de vergadering van de Staten zal ik mij op
woensdag verantwoorden. Daar vindt het democratisch proces plaats", zei
zij.
Op verzoek van de provincie heeft oud-minister Van Dijk (CDA) onderzoek
gedaan naar de Ceteco-affaire. Afgelopen zomer werd duidelijk dat Zuid-
Holland op grote schaal bankiert. Dat kwam aan het licht nadat de
beursgenoteerde onderneming Ceteco in surseance van betaling was
geraakt, door problemen op de Latijns-Amerikaanse markt. Zuid-Holland
leende dit bedrijf 47,5 miljoen gulden. In totaal heeft de provincie
voor 1,7 miljard gulden uitstaan aan leningen, voornamelijk bij
binnenlandse financiële instellingen.
Overigens maakten de bewindvoerders van Ceteco vanmorgen bekend dat de
schuldeisers, waaronder dus de provincie Zuid-Holland, kunnen rekenen op
een " substantiële uitkering". De commissie-Van Dijk stelt dat
Gedeputeerde Staten, het dagelijks bestuur van de provincie, in zijn
geheel verantwoordelijk is, maar dat een bijzondere
verantwoordelijkheid ligt bij de portefeuillehouder Financiën en de
ambtelijke top. "Hij, de commissaris van de koningin en de griffier die
in dit opzicht een bijzondere verantwoordelijkheid hadden, hebben de
rechten van de Provinciale Staten niet beschermd."
Zij gaven in 1995 hun toestemming aan het geheimgehouden besluit om te
gaan bankieren. Commissaris van de koningin Leemhuis-Stout (VVD) was
een tegenstander van deze activiteiten, maar is 'overruled' door de
gedeputeerden onder leiding van G. Brouwer (Financiën, PvdA).
Leemhuis-Stout heeft nog wel onderzocht of ze het besluit moest
voordragen voor vernietiging bij de kroon. Volgens haar adviseurs waren
de gronden voor vernietiging niet aanwezig, volgens de commissie-Van
Dijk waren die er wel. Leemhuis-Stout had haar tegenstem "een scherper
profiel" moeten geven, vindt Van Dijk.
Brouwer heeft de politiek verlaten. Vlak voor de Provinciale-
Statenverkiezingen van dit jaar vertrok hij naar het adviesbureau KPMG.
Van het vorige college zitten thans nog in het college: Leemhuis-Stout
en de gedeputeerden J. Heijkoop (CDA) en J. Wolf (PvdA).
Volgens de commissie-Van Dijk had het besluit om te gaan bankieren
moeten worden gemeld aan Provinciale Staten en het ministerie van
Binnenlandse Zaken. Ook had Binnenlandse Zaken "iets kritischer" de
boekhouding van de provincie moeten controleren. Dat geldt ook voor de
rol van Provinciale Staten. "Maar die waren dik tevreden, zo blij, dat
men niet heeft doorgevraagd." De verantwoordelijk ambtenaar, K.
Baarspul, schat dat hij de afgelopen jaren dertig miljoen gulden voor
de provincie heeft verdiend.
Baarspul: geen fraude
Ambtenaar Baarspul is drie weken geleden geschorst. Formeel omdat hij
voor de commissie-Van Dijk twee leningen zou hebben verzwegen. Tegen
hem loopt een strafrechtelijk onderzoek omdat er "mogelijk
substantiële onregelmatigheden bij de betaling van provisies door
de provincie aan een van de makelaars is gedaan", aldus het rapport.
Baarspul laat via zijn advocaat mr. J. Koets weten dat hij het gevoel
heeft dat hij de zwarte piet toegespeeld krijgt. "Baarspul heeft
gehandeld binnen de bevoegdheden die Gedeputeerde Staten hem hebben
gegeven." Dat hij op eigen houtje zou opereren, zoals
commissievoorzitter Van Dijk vanochtend zei, is " onzin" volgens Koets.
Beschuldigingen van fraude ontkent hij.
De commissie-Van Dijk kon een bedrag van 400 miljoen gulden niet
verantwoorden. Het is het verschil tussen de administratie van Baarspul
en de financiële administratie van de provincie. De commissie
constateert ook dat in strijd met de archiefwet stukken zijn
vernietigd. Ook de externe controle op de uitvoering is ontoereikend
geweest. "De accountant is ernstig in zijn controletaak tekort
geschoten."
De commissie adviseert onder meer om het besluit van 1995 in te trekken.
Leemhuis-Stout verklaarde dat het college de aanbevelingen met grote
spoed ter hand zal nemen. Volgende week woensdag debatteert Provinciale
Staten over het rapport.