U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Zuid-Holland 'bankiert'
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Zuid-Holland 'bankiert'

Nieuws

Achtergrond

Chronologie

Documenten

Links

'Leemhuis miskent eigen positie als commissaris'

Door onze redacteur GIJSBERT VAN ES
DEN HAAG, 16 JULI. De commissaris der koningin zit klem tussen de efficiëntie van de slagvaardige overheid en de provinciale democratie.

Een commissaris van de koningin ,,is geen stempelmachine'', zegt de Nijmeegse hoogleraar staats- en bestuursrecht H. Hennekens. De commissaris ,,is geen bestuurlijke dommekracht'', zegt oud-burgemeester E. van Thijn van Amsterdam. Wat is de commissaris wel?

Commissaris van de koningin Leemhuis-Stout voerde gisteren een krachtige verdediging over haar aandeel in het risicodragende kasbeheer en bankieren bij de provincie Zuid-Holland. De commissaris is benoemd en dus niet politiek verantwoordelijk, wierp Leemhuis als theoretisch argument in de strijd. En voor de praktijk gold dat zij zelf tegenstander was van het bankieren, maar dat zij zich had neer te leggen bij besluiten die zijn genomen door democratisch gekozen Statenleden en Gedeputeerden.

,,Mevrouw Leemhuis bedient zich van zeer merkwaardige redeneringen'', oordeelt de hoogleraar Hennekens, zelf oud-burgemeester van het Brabantse Cuijk. En hij zegt het sterker: ,,Leemhuis doet het voorkomen alsof benoemde bestuurders een zwakkere positie zouden hebben dan gekozen bestuurders. Terwijl in haar geval juist het omgekeerde het geval is.''

Hennekes verwijst naar artikel 266 lid 1 van de Provinciewet, waarin staat dat de commissaris van de koningin besluiten van Staten en College van GS voor schorsing of vernietiging kan voordragen bij de Kroon. ,,Dat verschaft de commissaris een sterkere positie dan bijvoorbeeld een Gedeputeerde'', stelt Hennekens. ,,Een Gedeputeerde heeft zich neer te leggen bij democratisch genomen besluiten. Een commissaris kan als het ware nog in beroep gaan.''

De Nijmeegse staatsrechtgeleerde vermoedt dat de Zuid-Hollandse commissaris het gewicht van de kwestie heeft onderschat en zich nu bedient van 'gelegenheidsargumentatie'. ,,Je kunt je bijvoorbeeld afvragen over welke democratisch genomen besluiten mevrouw Leemhuis eigenlijk spreekt. Zijn die besluiten wel zo democratisch verankerd? Mag een provincie eigenlijk wel actief geld lenen met het oogmerk hieraan te verdienen? Mijn antwoord zou zijn: nee, dat mag niet. En als dat al zou mogen, hebben de Gedeputeerden daarvoor dan expliciet een mandaat gekregen van Provinciale Staten? Dit zijn allemaal antwoorden waarop mevrouw Leemhuis het antwoord zou moeten weten. Mijn indruk is dat ze heel wat heeft uit te leggen aan de minister van Binnenlandse Zaken.''

Oud-burgemeester en oud-minister Van Thijn, die zich recentelijk veelvuldig heeft gemengd in de discussie over de sorry-democratie, wijst erop dat de gedeputeerde van Financiën in de Zuid-Hollandse kwestie de eerst verantwoordelijke is. ,,Maar de commissaris van de koningin heeft hier de handtekeningen gezet en dat impliceert toch op zijn minst een actief aandeel en medeverantwoordelijkheid in het collegiaal bestuur.''

Evenals Hennekens wijst Van Thijn erop dat het bij uitstek de taak is van benoemde bestuurders — zowel van burgemeesters als van commissarissen van de koningin — ,,erop toe te zien dat de besluitvorming volgens de regels verloopt''. Dat Leemhuis zich aan deze opdracht lijkt te willen onttrekken, noemt Van Thijn ,,nog niet eens een uiting van de sorry-democratie. Het is een miskenning van haar eigen positie. Ik vind deze opstelling echt een commissaris van de koningin onwaardig''.

Volgens de Leidse hoogleraar bestuurskunde Th. Toonen, deskundige in het provinciaal bestuur, is het creatieve boekhouden in Zuid-Holland symptomatisch voor de problemen die voortdurend aan de oppervlakte komen over de relatie tussen politici en ambtenaren.

Toonen: ,,Het is de keerzijde van de roep om een slagvaardige overheid. Politici hebben ambtenaren de opdracht gegeven efficiënter te werken, goedkoper te werken, met minder mensen te werken, zelfstandiger te werken — noem maar op. Die structurele verandering heeft zich de afgelopen jaren op alle niveaus in de bureaucratie voltrokken zonder dat daarbij de bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen ambtenaren en politici adequaat zijn gedefinieerd. Het ontbreekt aan checks and balances. En als het mis gaat, zeggen politici dat ze het allemaal niet wisten en dat ze dat ook niet kwalijk valt te nemen. Juist door die houding krijg je een chagrijnige sfeer tussen ambtenaren en politici. Dat is een zorgelijke kant aan de vernieuwing van de bureaucratie, hoe nuttig en nodig die overigens verder ook is.''

NRC Webpagina's
16 september 1999

Den Haag

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad