U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Zuid-Holland 'bankiert'
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Zuid-Holland 'bankiert'

Nieuws

Achtergrond

Chronologie

Documenten

Links

Leningen? Van de provincie? Ceteco?


Handelshuis Ceteco ging in surseance, en de provincie Zuid-Holland was 47,5 miljoen gulden kwijt. Het blijkt een detail. De provincie is grootschalig aan het bankieren geweest.

Door onze redacteuren
JANNETJE KOELEWIJN en TOM-JAN MEEUS

DEN HAAG, 15 JULI. Het was een college dat stond. Eind jaren tachtig werd de kern van Gedeputeerde Staten in Zuid-Holland gevormd door een nieuwe lichting PvdA-bestuurders. Ze hadden sobere financiële mores, een laag ideologisch profiel en een sterk karakter. De slimste jongetjes van de klas, allemaal ijverig op de eerste rij. Nederland zou nog van ze horen.

Schelto Patijn (commissaris van de koningin) verwierf het burgemeesterschap van Amsterdam. Hans van der Vlist (gedeputeerde milieu) werd PvdA-bestuurder, dijkgraaf en bemiddelaar in het Schiphol- conflict. Peter van Heemst (portefeuille volkshuisvesting) werd Tweede- Kamerlid en mocht voorzitter van de commissie Justitie worden. En Jan Hein Boone, gedeputeerde financiën, bracht het tot burgemeester van Gouda.

Boone vertrok in 1989 en liet een provinciale reserve van 45 47 miljoen gulden achter. "Tevreden, ja", was hij ermee. Hij had de portefeuille financiën vanaf 1974 beheerd. Zijn oud-collega Van Heemst weet nog hoe ingewikkeld het was bij Boone een paar centen voor goede bedoelingen los te peuteren. "Hij wilde geen financiële avonturen."

Toch werd onder Boone - en zijn toenmalige collega's zaten erbij - de basis gelegd voor de wonderlijke ontdekking die vorige week donderdag op het provinciehuis werd gedaan. Het nakende faillissement van handelshuis Ceteco, gevallen door de valutacrisis in Zuid-Amerika en de orkaan Mitch, bleek Zuid-Holland 47,5 miljoen gulden te kosten. Dat geld, vijf procent van de provinciale jaarinkomsten, had Zuid-Holland aan Ceteco geleend.

Het provinciehuis stond op zijn kop: de Staten kwamen 's anderendaags in spoedzitting bijeen. Nog geen half jaar eerder had een nieuw college van GS plannen gepresenteerd (nieuwe tunnels, meer milieu-investeringen, steun aan regionale tv) die 70 miljoen gingen kosten. Dat geld was dus zowat op. En de net aangetreden gedeputeerde van financiën, A. de Jong (PvdA), had aanvankelijk geen idee hoe hij het kwijt was geraakt. Leningen? Van de provincie? Aan Ceteco? Hij vroeg tekst en uitleg bij zijn ambtenaren - en wist niet wat hij hoorde, zei hij.

Centrale figuur in de kwestie bleek Karel Baarspul te zijn, baas van de 'treasury' (kasgeldbeheer) bij de provincie. Baarspul vervult die baan sinds 1987. Opvallen deed hij zelden, een wildebras was hij allerminst, eerder voldeed hij aan het beeld van de saaie Piet. "Een loyale, nauwgezette ambtenaar", zegt het hoofd financiën die hem destijds in dienst nam, P.G. Rutte, die nog weet dat hij van provinciale waterstaat kwam. "Beslist geen gokker." Niemand wilde gokken. Maar, vertelt toenmalig gedeputeerde Boone, de provincie wenste wel aan 'actief kasgeldbeheer' te doen. Kasgeld zonder onmiddellijke bestemming werd voor korte periodes, maximaal twee jaar, tegen een mooie rente uitgeleend. En de behoefte om aan dat spel deel te nemen groeide eind jaren tachtig. Net toen Baarspul was gekomen. Zuid-Holland kreeg steeds meer geparkeerd geld in kas. Boone zag de provinciale inkomsten in zijn periode stijgen van 500 miljoen naar circa 1 miljard. Dat was vooral toeval. Het rijk decentraliseerde de bejaardenoorden en verzorgingshuizen, de provincies namen het beheer over. De fondsen werden door het ministerie in één keer gestort. Honderden miljoenen. "Dan zat je ineens met enorme bedragen", zegt Boone.

Provinciebestuur dol op bankieren

Verder was er de regeling voor de aanleg van wegen: het geld dat gemeenten daarvoor kregen werd door Verkeer en Waterstaat eerst aan de provincie overgemaakt. Ex-gedeputeerde Boone: "Ook dat kon aardig aantikken."

Wie geld tegen prettige rente wil uitlenen, moet snel handelen. Dus namen Provinciale Staten op 30 augustus 1988 een cruciaal besluit, ondertekend door Schelto Patijn, dat onder nummer 0349T/FD de archieven inging. Voortaan hoefden GS geen toestemming aan PS te vragen bij het kortlopend uitzetten van geld. De grens werd gelegd bij 200 miljoen gulden per transactie. "Ik herinner me dat niet", zegt toenmalig gedeputeerde Boone. "Maar van de omvang schrik ik niet. Dit was het type bedragen dat we in kas hadden." Boone benadrukt dat hij maande tot voorzichtigheid. "Mijn lijn was: geen risico's. Zet het weg bij de Bank Nederlandse Gemeenten, zei ik. Stop het in obligaties, leen het aan andere overheden. Veiligheid voorop." Zijn oud-collega's Van der Vlist en Van Heemst hebben gelijke herinneringen (Patijn is wegens ziekte onbereikbaar). Maar toen de nieuwe gedeputeerde De Jong vorige week de dossiers van treasurer Baarspul onder ogen kreeg, bleek iets anders: de provincie verstrekte al sinds 1987 leningen aan Ceteco. Er was sindsdien zeker 500 miljoen op en neer gegaan.

Hoe dat kon? Dat had in de eerste plaats te maken met de ruimte die Zuid-Hollandse bestuurders hun ambtenaren eind jaren tachtig gaven. Boone ("ik heb nooit vernomen van leningen aan Ceteco") zegt: ik mandateerde P.G. Rutte, het diensthoofd financiën. Rutte ("van een relatie met Ceteco weet ik niets") zegt: ik mandateerde aan de treasurer, Karel Baarspul. Karel Baarspul de enige van de toenmalige betrokkenen die nog bij de provincie werkt - wil niets zeggen.

Maar de vraag is of hij buiten zijn boekje ging. Baarspul zette het provinciegeld uit bij tussenpersonen op de geldmarkt, moneybrokers, en informeerde Rutte daarover plichtsgetrouw. "Een treasurer heeft zijn specifieke contacten", zegt Rutte. "Als ik iets wilde weten, vertelde Baarspul alles." Zo herinnert hij zich vaag, het is lang geleden, de naam van de belangrijkste broker met wie Baarspul destijds werkte: Wallich & Martens. (Nu Prebon, onderdeel van het internationale beursbedrijf Van der Moo len.Prebon wil niet bevestigen dat Wallich & Martens voor Zuid-Holland zaken deed. "We zijn ons aan het beraden.")In de markt wordt opgemerkt dat de provincie, nu men vanaf eind jaren tachtig wist dat met brokers werd gewerkt, zich met Ceteco zelf heeft opgeknoopt. Wie met brokers in zee gaat, weet per definitie niet precies bij welke partij zijn geld terechtkomt. Zo werkt die wereld. Een broker biedt aan, een andere broker schrijft in, en pas nadat de deal is gesloten wordt bekend naar wie de lening gaat. Brokers kijken er niet van op dat de provincie op 2 juli 1998 Ceteco nog 35 miljoen leende en dat het bedrijf vlak daarna een winstwaarschuwing moest doen. Een broker van een concurrent van Prebon: "Op je scherm is het: partij A tegen partij B. Punt." Maar, zegt hij, de provincie had moeten zeggen: we zijn in het ootje genomen.

Tot afgelopen week voerde Baarspul zijn werk in stilte uit. Er viel zelden een openbaar woord over. In 1997, hij deed zijn werk al tien jaar, werd in een commissie van de staten ineens opgemerkt dat de resultaten opvallend goed waren. Jaarlijks werden winsten van 3 tot 5, soms 8 miljoen geboekt. Statenlid Hieltjes (VVD) weet nog dat werd gezegd: "Stel je voor dat onze man onder tram komt. Moeten we geen tweede kasbeheerder aanstellen?"

De steeds grotere rendementen en de crash die er vorige week op volgde - waren aan twee factoren te danken. Na 1989 had de PvdA zijn dominantie in Zuid-Holland verloren, de VVD werd de leidende partij. De VVD wilde besturen op hoofdlijnen, geen debatten over details, meer vrijheid voor ambtenaren werken als een bedrijf. De ambtelijke mandaten werden nóg verder vergroot. " De cultuur van ambtelijke autonomie is bewust gecreëerd", zegt SGP-statenlid en ABN-bankier Freeke. Oud-gedeputeerde Van der Vlist (PvdA) zag het met weerzin aan. "Als je alleen hoofdlijnen wil, en de details over het hoofd ziet, geef je het bestuur aan ambtenaren." Toch ging zijn partij mee met de VVD. Van 1991 tot vorig jaar was de Rotterdamse PvdA'er George Brouwer gedeputeerde financiën. Onder hem werden de grote passen gezet die gisteren leidden tot de mededeling dat de kwestie-Ceteco klein bier is vergeleken met het ware probleem: de provincie is gaan bankieren en heeft 1,7 miljard gulden leningen uitstaan.

Dat gebeurde als volgt. Met het oog op de prettige rendementen van de trausury, en gezien de tevredenheid over de bedrijfsmatige cultuur, kwam medio jaren negentig een gesprek op gang tussen gedeputeerde Brouwer, zijn diensthoofd financiën en, natuurlijk, Karel Baarspul. Kon het kasgeldbeheer niet nog moderner, nog bedrijfsmatiger? Dat kon, zei Baarspul. Hij schreef in 1995 een notitie voor zijn baas. Wat er precies in staat, wil Zuid-Holland niet zeggen: Provinciale Staten hebben het nooit ontvangen. Maar volgens gedeputeerde D. Dekker (CDA), de laatste dagen door vakanties belast met financiën, vermeldt de notitie behalve de bestaande praktijk (besluit 0349T/FD) nog twee manieren om het kasbeheer te moderniseren. De eerste: broker voor andere overheden worden, hun overtollige geld werven en in de markt wegzetten. De tweede: als provincie actief op de geldmarkt lenen en dat daarna, nog steeds kortlopend, aan derden doorlenen. Bankieren dus. (Maar zonder toezicht van De Nederlandsche Bank. Die controleert, wettelijk, alleen bedrijven die kredietverlening als hoofdactiviteit hebben.)GS-lid Brouwer bood de notitie in 1995 aan GS aan, waarop het college besloot in te stemmen met een verdere "activering" van het kasbeheer. "Een vraag is", zegt huidig financieel gedeputeerde De Jong, "of met dat besluit ook de onderliggende notitie formeel beleid is geworden. Als dát zo is..." Zijn collega Dekker: "Dan is de vraag of er een illegaal besluit is genomen. Ik geloof niet dat het college zoiets buiten Provinciale Staten om mag bepalen. Hoe bedrijfsmatig men ook is."

Helder is inmiddels hoe Karel Baarspul de beslissingen uit 1995 heeft geïnterpreteerd. Hij maakte van de provincie na 1995 een bank, en de bank werd steeds groter, en toen hij over 1998 8 miljoen rendement haalde voelde dat goed, en iedereen in het bedrijf was er content over. Karel Baarspul was dan een droge ambtenaar, hij kreeg ook zaken voor mekaar, en dus hij ging door: per 1-1-1999 had hij ruim 600 miljoen in de markt geleend en weer uitgezet, en de groei kon groter. Zijn eigen business unit had begin deze maand 1,7 miljard aan schulden en tegoeden uitstaan. ("Wat doet zo'n man bij de overheid", zegt een broker. "Bij een bank had hij tonnen kunnen verdienen.") En totdat Ceteco ineenzeeg was er niemand die ernaar keek. Maar toen ineens wilde gedeputeerde De Jong informatie, en daarna mevrouw Leemhuis, de commissaris van de koningin - mensen die hij zelden zag. Er verschenen stukken in kranten, statenleden stelden vragen, minister Peper (Binnenlandse Zaken) was gealarmeerd, vergelijkingen met Nick Leeson werden gemaakt, enfin toen was het ineens voorbij. Zijn mandaten waren eergisteren, dinsdag, terstond ingetrokken, meldde de commissaris van de koningin woensdag. De uitstaande leningen zouden zo spoedig mogelijk worden afgebouwd, zei ze erbij. Maar of Karel Baarspul de schuldige was? Als je rechtlijnig redeneerde kon je zeggen: in 1988 viel onder gedeputeerde Boone (PvdA) besluit 0349T/FD, daarmee werd iedere transactie tot 200 miljoen zonder politieke tussenkomst mogelijk. Daarna volgde de verruiming van zijn ambtelijke mandaat, de wens om bedrijfsmatig te werken kwam er bovenop, en vervolgens spoorde gedeputeerde Brouwer (PvdA) hem aan de markt nog actiever te bewerken. De huidige gedeputeerde, De Jong (PvdA): "De provincie beleeft grote ellende. Maar mij hoor je nu niet zeggen: de ambtenaar heeft het gedaan."

NRC Webpagina's
15 juli 1999

Den Haag

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad