W A T E R P R I J S V R A A G
|
|
Sponsmatten, waterkelders, paalwoningen, opblaasdijken, groene rivieren
Uitslag van de NRC-prijsvraag: Zó houden we het droog!
Toen onlangs het water over de velden en door de woonkamers stroomde vroegen we aan lezers van deze krant: ‘Hoe houden we het droog?' Vernuftige, utopische, technocratische en ludieke oplossingen voor ‘het waterprobleem' waren welkom. Ruim 150 lezers hebben zich in de vraag verdiept en zich op de oplossing uitgeleefd.
Voor de jurering nodigden we vier deskundigen uit: landschapsarchitect Lodewijk van Nieuwenhuijze van het bureau H+N+S, dijkgraaf Uitwaterende Sluizen van Noord-Holland Hans van der Vlist, bijzonder hoogleraar waterstaatsgeschiedenis Gerard van de Ven en ecoloog bij het Wereld Natuur Fonds Leen de Jong. De krant werd vertegenwoordigd door Tracy Metz, chef van het Zaterdags Bijvoegsel.
Wat ís het waterprobleem nu precies? Het komt erop neer, aldus de jury, dat we in Nederland het water uit het landschap hebben weggehaald. In de vorige eeuw was het normaal dat het platteland geregeld onderliep, maar dat accepteren we niet meer. De gebieden die vroeger af en toe nat mochten worden, hebben we volgezet met allerlei economisch hoogwaardige functies, waarmee de flexibiliteit is verdwenen. Rivieren zijn versmald, uiterwaarden zijn volgebouwd, bollen zijn geplant, een steeds groter oppervlak is bebouwd, geasfalteerd of bestraat. Zelfs de landbouwgrond wordt steeds compacter en neemt minder water op. Dit intensieve grondgebruik is goed voor de economie, maar juist daardoor zijn we kwetsbaarder voor wateroverlast.
En die momenten zullen zich vaker voordoen. De zeespiegel stijgt, de bodem daalt en het klimaat verandert, waardoor er meer regen zal vallen - véél meer, waarschuwen deskundigen. Toch is er in een warme zomer nog altijd een tekort aan water. Hoe krijgen we overschot en tekort in evenwicht? Dat is vooral een kwestie van opslag, constateren de juryleden unaniem.
Bij het selecteren van de winnende inzendingen heeft de jury dus vooral gezocht naar oplossingen die de flexibiliteit van onze omgang met het water bevorderen, in plaats van de kunstmatigheid verhogen. Het natuurbeleid kent dergelijke oplossingen al: verbreden van de rivieren met natuurgebieden, een ‘zachte' kustverdediging in plaats van een harde. Daarbinnen was inspiratie echter een belangrijker criterium dan volledigheid of praktische haalbaarheid. Het viel de juryleden op dat de oplossingen van de vakwereld en van het (leken)publiek niet veel van elkaar verschillen. Wel bleken weinig leken te beseffen om welke ontzaglijke hoeveelheden water het gaat. Zo kwam het, vermoedt de jury, dat er nogal wat inzendingen waren die voor één probleem verlichting brachten, maar andere weer verergerden.
Opmerkelijk is dat niemand zich bezighoudt met het risico van een stormvloed, een gevaar dat zich maar eens in de tig jaren voordoet maar wel een onafzienbare ramp tot gevolg zou hebben. Verder belopen de inzendingen een breed scala aan mogelijkheden. Eén uiterste was: we laten de boel de natte boel en emigreren met z'n allen. Een andere, in de Nederlandse traditie van maak- en beheersbaarheid, was: plamuur het land van Alkmaar tot Zeist helemaal vlak. Daartussen komt van alles aan bod: Nederland ophogen en/of uitdiepen en/of gedeeltelijk laten onderlopen, nieuwe rivieren creëren, harder pompen, het water invriezen, opzuigen of juist laten verdampen.
De ‘winnaars' van de prijsvraag zijn de bedenkers van de inzendingen die op deze pagina's worden afgebeeld en/of beschreven. Onder hen wordt de prijs verloot: een Wadlooptocht óf een rondvlucht boven Nederland voor twee personen. De verloting wordt vanmiddag in het Nederlands Architectuurinstituut verricht door Harry Otten, directeur van Meteoconsult en de weerman van deze krant. In de foyer van het NAi is vanaf vanmiddag tot en met 31 januari een selectie van de inzendingen te zien (Museumpark 25, Rotterdam, 010-440.1200).
|
NRC
Webpagina's 19 DECEMBER 1998
|
Bovenkant pagina |