Dopingbeschuldigingen directeur Mapei-ploeg
Door onze sportredactie
ROTTERDAM, 21 JULI. Giorgio
Squinzi, de directeur van de Italiaanse wielerformatie Mapei, heeft
zware beschuldigingen geuit tegen de toprenners in de Ronde van
Frankrijk. De Italiaan stelt onomwonden dat het onmogelijk is om zonder
bloeddope in de top-5 van een grote etappekoers als de Tour te eindigen.
"Onze ploeg doet er niet aan mee, daarom zijn wij bij voorbaat kansloos.
Ik weet dat dit harde beschuldigingen zijn, maar het is nu eenmaal de
waarheid", verklaarde de Italiaan. Squinzi gaf bij zijn uitlatingen
namen noch bewijzen. "Onze beste renner zal misschien zevende worden in
de Tour. Maar dat staat voor ons dan gelijk aan winnen."
Ironisch genoeg beschuldigt Squinzi met deze beweringen indirect ook
zijn eigen renners van doping. In de Ronde van Italië, eveneens een
loodzware ronde, eindigden namelijk eerder dit jaar twee Mapeirenners in
de top-5. Andrea Noe en Pavel Tonkov bezetten in het eindklassement
respectievelijk de plaatsen vier en vijf.
In de Tour speelt Mapei dit jaar in het klassement geen rol van
betekenis. Manuel Beltran is op de tiende plaats momenteel de best
geklasseerde renner. Kopman Michele Bartoli is inmiddels afgestapt. Wel
won de ploeg van de Nederlander Max van Heeswijk enkele etappes (Steels,
Bettini).
Namens het Italiaans olympisch comité (CONI) sprak Sandro Donati
openlijk zijn twijfels uit over het presteren van Marco Pantani. De
Tour-winnaar van 1998 stapte deze week af. "Hij heeft ons door de pieken
en dalen in zijn prestaties perplex laten staan", zei Donati, lid van
het wetenschappelijk comité van het CONI, voor een Romeinse
radiozender. "Eén ding is zeker, de doping is nog niet uit de
wielersport verdwenen."