MARCO PANTANI
Een mythologische wielrenner
Door GUUS VAN HOLLAND
Met of zonder EPO, wanneer Marco
Pantani een berg ziet, wil hij zo snel mogelijk naar de top. Dan houden
zelfs de sterkste armen hem niet tegen. Pas wanneer hij als eerste de
top heeft bereikt, heeft hij vrede met zichzelf. Dan geniet hij van zijn
krachtsinspanning, straalt hij als een kind dat zijn eerste stappen
heeft gezet en kijkt hij al weer verlangend uit naar de volgende berg.
Pantani een berg zien beklimmen, geeft het gevoel dat het leven zin
heeft.
Bijna alles heeft deze bijzondere Italiaanse man er voor over om de
beste fietsende bergbeklimmer te zijn. Tien keer op een dag de Passo
Pordoi, de verschrikkelijke Dolomieten-pas, oprijden Pantani doet het
als training. Naar de beste fiets zoeken, naar de beste versnelling,
naar de beste voeding, de beste energiedrank, de beste psychische steun
en de beste farmacologische middelen, Pantani deinst er niet voor terug.
Waarom ook? Wie de beste wil zijn, zorgt dat hij de beste is.
Dino Buzzati zaliger, de Italiaanse Kafka en kroniekschrijver van de
Corriere della Sera, zou in zijn verhalen over mythologische
wielerhelden als Coppi en Bartali alle registers hebben opengetrokken om
het lief en leed van Pantani te beschrijven. Georges Goerdjiev zaliger,
de Russische filosoof en denker zou in zijn 'Ontmoetingen met bijzondere
mensen' een hoofdstuk hebben kunnen wijden aan Pantani. Zijn observatie
over deze wonderbaarlijke Italiaanse wielrenner zou onovertroffen
wielerjournalistiek hebben opgeleverd.
Il Pirata, wordt hij genoemd. Omdat hij met zijn kale hoofd, zijn
verbeten blik en zijn allesverslindende manier van fietsen doet denken
aan een zeerover. Om zijn handelsmerk te accentueren draagt hij een
bandana, zo'n hoofddoek die piraten plachten te dragen om er dreigend
uit te zien. Pantani draagt graag een bandana. Hij heeft zich
vereenzelvigd met zijn bijnaam. Hij is zich nog meer als een wegpiraat
gaan gedragen dan hij al deed voordat de naam Il Pirata werd
gecommercialiseerd.
Pantani is een martelaar in Italië. Sinds hij vorig jaar aan de
vooravond van zijn tweede eindoverwinning in de Ronde van Italië
werd betrapt op een te hoge hematocrietwaarde, is hij geen mens meer.
Volkomen in de war, gek van ellende en teleurstelling doet hij er alles
aan om de sympathie van het volk terug te winnen. Hij had zielig kunnen
doen, hij had kunnen verwijzen naar de onrechtvaardigheid in de wereld,
maar hij deed het niet. Hij probeerde aan te tonen dat hij ondanks alle
beschuldigigen de beste klimmer ter wereld is. En met succes.
Het moet Pantani pijn hebben gedaan dat hij van Lance Armstrong op de
Mont Ventoux mocht winnen. Zo te worden vernederd. De 'schone' Amerikaan
die uit respect voor zijn door de dopingreglementen achtervolgde rivaal
Pantani de zege schonk. De manier waarop Armstrong zich de vervolgens
als de heilige altruïst en de schijnheilige allemansvriend gedroeg,
dat stak Pantani. Die Armstrong moet geen praatjes krijgen, omdat hij
kanker heeft overwonnen en een keertje of twee de Tour heeft gewonnen.
Pantani zelf won in een jaar zowel de Tour als de Giro, zoals echte
grote wielrenners als Merckx en Hinault; Armstrong lukt dat nooit.
Of was het anders? Pantani zal het toch niet op een akkoordje hebben
gegooid? Alsof hij Armstrong heeft gevraagd hem te helpen in zijn poging
tot rehabilitatie: 'Lance, asjeblieft, laat mij bewijzen dat ik ook
zonder doping kan winnen, jij weet toch als voormalige kankerlijder wat
ellende is?' Ik geloof het niet. Zo gek is het toch niet met de
wielersport gesteld?